29 augustus 1997, vrijdag, wisselvallig af en een wat regen.
’s Morgens na de boodschappen samen de buurt verkend, door een stukje langs de Route touristique des vignobes te fietsen. Via Onzain (aardig stadje). Mesland een beetje saai naar Chaumont. Chaumont-sur-Loire ligt boven de Loire en biedt vanaf het terras een prachtig uitzicht over het dal. Het oorspronkelijk krijgshaftige karakter van het kasteel is door later aangebrachte ramen wat verzacht. Bij een bezoek aan de stallen kun je zien hoe luxe de paarden toentertijd gehouden werden.

Na het middageten naar Chambord. Een draak van een kasteel met wel 1000 torentjes en schoorstenen. Zag er imposant uit. Chambord is het grootste van de Loirekastelen. Het heeft maar liefst 440 kamers, het grondoppervlak beslaat 117 x 156 meter en wordt beschouwd als voorloper van Versailles. Het kasteel maakt een overweldigende indruk. De bouw begon in 1519 onder Frans I, waarbij niet op geld gekeken werd en men zelfs de Loire wilde omleiden om het geheel nog indrukwekkender te maken. Lodewijk XV gaf het kasteel in de 18de-eeuw aan Moritz von Sachsen. Daarna raakt het in verval en tijdens de Franse Revolutie werd het meubilair vernietigd. Het park eromheen (5500 ha; 80% bos) is omgeven door een muur van 32 kilometer lengte (de langste muur van Frankrijk). Toegang tot het kasteel is mogelijk via een van de zes poorten. Het terras levert een schitterende blik op.
Op de terugweg het kasteel Menars vanaf de overkant van de Loire gezien.

Tenslotte nog een uurtje door Blois gelopen. Mooie drukke stad met een oud centrum. Daarna nog even langs het kasteel geweest. Oorspronkelijk was Blois een bruggenhoofd aan de Loire. Hier werd in fasen een kasteel gebouwd. Men begon aan de bouw in de 13de eeuw en voltooide het bouwwerk in de 17de-eeuw. Men kan Blois beschouwen als een soort voorloper op Versailles: in de 16de eeuw verbleven Lodewijk XII en Frans I er bij voorkeur. Ten tijde van Hendrik III werd op de tweede verdieping van de vleugel van Frans I zijn tegenstander Henri de Guise in 1588 vermoord; de koning trof acht maanden later hetzelfde lot. Lodewijk XIII verbande zijn moeder, Maria de Medici, naar Blois; haar vertrekken lagen op de eerste verdieping. Het is beslist de moeite waard ook de stad Blois zelf te verkennen: tussen de kathedraal (in de 17de eeuw gerestaureerd) en de Loire ligt een schilderachtige oude wijk met interessante huizen. De kathedraal Notre-Dame-de-la-Trinité is een modern gebouw met een 60 m hoge klokkentoren en een carillon met 48 klokken. In Blois staat een monument voor de hier in 1648 geboren Denis Papin, de uitvinder van de ‘Papiniaanse pot’ (een toestel om onder hoge druk water te koken).

Onzain camping
Onzain
Onzain Brug
Menars
Onzain camping
30 augustus 1997, zaterdag een beetje miezerig.
Na de boodschappen Amboise + kasteel bezocht. Heen via de zuidoever en terug via de noordoever van de Loire. Amboise is een karakteristiek stadje met leuke terrassen en winkelstraten. Amboise is het meest schilderachtig gezien vanaf de rechter Loire-oever of vanaf de brug. Het kasteel lijkt de stad te domineren. Het is een van de oudste en mooiste Koninklijke residenties van het dal, hoewel grote delen na de Franse Revolutie zonder meer zijn afgebroken bij gebrek aan geld voor onderhoud. De glorietijd van Amboise lag tussen het begin van de 16de-eeuw, toen Frans I Leonardo da Vinci hiernaartoe haalde (waar hij ook stierf en werd begraven) en het jaar 1560, toen onder Frans II een complot van protestanten werd ontdekt en streng afgestraft. Daarna diende het kasteel onder Lodewijk XIV tijdelijk als gevangenis. Het werd gebouwd na 1492 onder koning Karel VIII, die ook een tuin liet aanleggen naar Italiaans voorbeeld. Zeer de moeite waard zijn de terrassen (uitzicht), de kapel St-Hubert, de Koninklijke vertrekken, de Tour de Minimes (doorsnee 21 meter), die ook te paard via een soort wenteltrap bestegen kan worden, en de nog indrukwekkender Hurtault-toren (doorsnee 24 meter, wanden van 4,3 meter dik). In de stad vindt u twee middeleeuwse kerken, een stadhuis uit de 16de-eeuw en een toren met uurwerk uit de tijd van Karel VIII. Aan de Loire-dijk een originele fontein van Max Ernst (1968). Vlakbij het herenhuis Clos-Lucé uit de 15de-eeuw, waar Leonardo da Vinci woonde en stierf (1519). Door ingrijpende restauratie is het gebouw weer in zijn oude staat hersteld.
Na de siësta Tours bezocht. Tours telt ongeveer 137.000 inwoners en is de hoofdstad van Touraine en het centrum van een rijk agrarisch gebied waar ook wijn wordt verbouwd. Tours is tevens een industriestad. Een bezienswaardigheid is de kathedraal St-Gatien, begonnen in de 13de eeuw en na 300 jaar voltooid. Op een tocht door oud Tours, met de Place Foire-du-Roi en de Place Plumerau, zien we prachtige gebouwen, waaronder veel vakwerkhuizen. De stad heeft veel tuinen en parken, met oude bomen en exotische planten.
Amboise
Tours stadhuis
Amboise

31 augustus 1997, zondag
Langs tussenweggetjes via Amboise en Blere naar Azay le Rideau gereden. Het ritje was zeer aangenaam en de Indre komt warm over: een soort Linge. Azay-le-Rideau is alleen van betekenis vanwege het kasteel uit de renaissance, een zeer harmonieus kunstwerk. Het Château d'Azay-le-Rideau werd tussen 1518 en 1529 vlakbij de Indre gebouwd. Aan de buitenkant maakt het kasteel gedeeltelijk een gotische indruk, maar uit de speelse aanleg van de vroegere grachten blijkt al de nieuwe geest. Zeer fraaie inrichting.
’s Avonds in het leuke restaurantje in Chaumont gegeten. Heerlijk voer en mooie uitzichten over de Loire.

1 september 1997, maandag, maand 78.
Met onweer wakker geworden. Om 08.30 vertrokken: Blois, Vierzon, Clermont Ferrand, St Etienne, Givors, Orange, St Remy. Langs de prachtige met platanen omzoomde weg (D99) kom je Saint Rémy binnen. Wij voelen ons de laatste tijd erg op ons gemak. In het oude centrum vind je een wereld van smalle straatjes, schaduwrijke pleintjes, fonteinen en oude poorten. Het is een beetje “thuiskomen”. De camping Pégomas is nog redelijk vol. Voortent opgezet, gedoucht en verstand op nul.

Azay le Rideau
St Rémy camping Pégomas
2 september 1997, dinsdag. Sombere dag.
Eerst corvee. Daarna even langs In de Rue Hoche gelopen waar we het geboortehuis van de helderziende Nostradamus (1503-1566) staat, een simpele voorgevel met één raam in een geheimzinnig straatje. Iets verder staat zijn buste boven een fontein.
’s Middags op de fiets naar Cavaillon. Leuk door het achterland gefietst.
3 september 1997, woensdag. Bewolkt, ’s Middags wat zon.
Nimes bezocht. De stad trekt vooral bezoekers aan door zijn gebouwen uit de Romeinse tijd, hoewel de bijnaam 'het Franse Rome' ietwat overdreven is. De hoofdstad van het departement Gard is bisschopszetel en geboortestad van de dichter Alphonse Daudet (1840-1897). Er is een confectie- en schoenenindustrie en de stad is bekend om de handel in wijn en vruchten. Het Romeinse amfitheater (zie foto) is wereldberoemd. Andere bezienswaardigheden zijn o.a. het Maison Carrée (die wordt beschouwd als een van de best bewaarde Romeinse tempels in Frankrijk), de romaanse kathedraal Notre-Dame-et-Saint-Castor, de Jardin de la Fontaine, het Carré d'Art (museum van moderne kunst) en het Musée du Vieux Nîmes (over het leven in Nîmes vanaf het einde van de Middeleeuwen).
’s Avonds bij Le Monocle gegeten. Monocle is een knus restaurant(je) in het centrum van St. Rémy.
Nîmes
4 september 1997, donderdag, stralende dag.
’s Morgens een fietstocht om St Remy gemaakt. De provence is hier prachtig. Via allerlei slingerweggetjes kom je wel "ergens". En altijd is het weer prachtig. ’s Middags met Jane langs het Lac de Peiroou gewandeld. Het was hier erg rustig en een beetje koel. En dat was vandaag wel nodig.
St. Rémy Lac de Peiroou
Lac de Peiroou
5 september 1997, vrijdag. Mooi weer.
Nog steeds prachtig weer. Wel erg heet. Na de boodschappen de Camargue en Stes Maries de la Mer bezocht. Via Tarascon en Arles rijden we naar de Camargue. Onderweg zien we de paarden en zwarte stieren staan. Ze worden gehoed door de gardians, de cowboys van de Camargue. Deze mannen wonen in de cabanes, de kleine huisjes met lage muren en rieten daken.Vanwege de mistral zijn de huizen aan de achterkant afgerond. In de omgeving van Saintes- Maries- de- la- Mer treffen we voor het eerst een kolonie roze flamingo's aan. In de verte zien we de witte huizen van Saintes Maries de la Mer waarboven de kerk, de Notre-Dame-de-la-Mer, torenhoog uitsteekt. In de crypte van de kerk ligt de relikwie van de heilige Sara, de patroonheilige van de zigeuners die eind mei van overal ter wereld naar het dorpje afzakken om Sara te vereren . De tewaterlating van Sara en de feesten die daarmee gepaard gaan zijn beroemd. De vele kleine, smalle straatjes in het centrum hebben alles te bieden wat de strandtoerist wensen kan.
Terug via de route Cacharel.
Na de siësta Glanum in St. Remy bezocht en daarna het klooster St. Paul de Mausole. Ten zuiden van Saint Rémy, richting Les Baux, liggen de opgravingen van Glanum, het antieke mausoleum en de triomfpoort die samen 'Les Antiques' worden genoemd, en het klooster van Saint Paul de Mausole waar Van Gogh van mei 1889 tot mei 1890 in de psychiatrische afdeling verbleef. Al deze monumenten liggen dicht bij elkaar. Het bezit een kerk en een schitterende romaanse kloostergang. De kamer van Van Gogh is er gereconstrueerd met uitzicht op de graanvelden die hem inspireerden.
St. Rémy Glanum
St. Rémy St Paul de Mausole
Paul Cézanne Mt Ste Victoire
6 september 1997, zaterdag. Prachtige dag.
Het weer blijft mooi. Uitstapje gemaakt naar Aix en Provence. Aix ligt ten westen van de montagne Sainte-Victoire en ten noorden van Marseille. Met deze laatste stad vormt Aix een agglomeratie. De beroemdste straat van Aix is de Cours Mirabeau, een laan met platanen, oude herenhuizen en twee fonteinen. De meest mondaine straat van de streek is de Rue de la Verrerie met zijn bars en restaurants. Ten noorden van de Cours Mirabeau ligt het oude centrum met de kathedraal Saint-Sauveur (zie foto) uit de 15de en 16de eeuw en het Hôtel de Ville. Ten zuiden van de Cours Mirabeau bevindt zich de Mazarin-wijk met woningen van de aristocraten, magistraten en andere notabelen uit de 17de eeuw. Andere bezienswaardigheden zijn o.a. het atelier van Paul Cézanne in de avenue Paul Cézanne, het Musée Granet met een prachtige collectie schilderijen die zijn nagelaten door François Granet en het Pavillon de Vendôme (een van de statigste huizen in Aix). Aix-en-Provence is het centrum van het culturele leven in de Provence. Een stad met veel historie en warmte. Moeten we zeker nog een keer naar toe.
’s Middags naar Fontvieille. Fontvieille is een aangenaam, lieflijk dorp. We komen er aan op de middag, het is stil en heet. We volgen de bordjes 'Moulin de Daudet', de molen net buiten het dorp, genoemd naar de schrijver Alphonse Daudet (1840-1897). In zijn kinderjaren bezocht Daudet voor het eerst Fontvieille waar hij geboeid raakte door het heuvelachtige landschap met verschillende molens.Hier schreef hij de 'Lettres de mon Moulin' , een boek dat verhalen bevat over het landelijke provencaalse leven van het midden van de 19de eeuw. In de molen is een soevenirwinkeltje ingericht. Ook de benedenverdieping, een soort kelder, kan bezocht worden.
Camarque
Saintes Maries de la Mer
Aix en Provence Stadhuis

7 september 1997, zondag. Mooie dag, meer wind.
’s Morgens uiteraard naar de markt in Isle sur la Sorgue. Op zondag is het hier markt. Een echt festijn dat je zeker niet mag missen. Glimmende olijven vermengd met geurende kruiden, tapenades, oliën, kazen, worsten....alles ligt er om te proeven. En het ruikt allemaal lekker!


’s Middags op de fiets naar Maillane. Dit kleine dorpje ligt op enkele kilometers van Saint-Rémy. We rijden tussen olijfgaarden, fruitbomen, graan- en maïsvelden naar het centrum en belanden op de Place Frédéric Mistral. Maillane is het geboortedorp van de schrijver/dichter Mistral (1830-1914). Hij werd wereldberoemd door zijn epos 'Mireio' (Mireille) waarvoor hij een nobelprijs kreeg. Hij is de medeoprichter van de Félibrige, een beweging die zich inzette voor de provencaalse taal en kultuur. Iets buiten het dorp ligt het museum dat geheel aan de dichter gewijd is. We gaan er niet binnen maar wandelen even in de mooie schaduwrijke tuin achter het statige gebouw. Er staat een imposant witstenen standbeeld van de schrijver en de paadjes zijn omzoomd met bordjes waarop provencaalse verzen van de dichter te lezen zijn. Iets verder ligt het kerkhof.

Marktkraam Provence
Maillane
Maillane
8 september 1997, maandag, mooi weer.
Het blijft mooi weer, ’s morgens eerst wat bewolking. Met Jane naar het lac de Peiroou gewandeld. Lekker aan het water gezeten. Daarna in het zwembad een paar baantjes getrokken. 's Middags naar Arles. We parkeren de auto langs de Rhône en gaan te voet naar het centrum. We staan even stil op de Place Lamartine waar ooit het 'Gele Huis' stond waar Van Gogh 15 maand verbleef (1888-1889) en hier ongeveer tweehonderd doeken schilderde waaronder 'De Brug bij Langlois' , 'Het Gele Huis' , 'De Sterrennacht' .... Daarna slenteren we door de ontelbare straatjes waarin je eindeloos kan verdwalen en belanden op de Place de la République met de obelisk, de Perufontein (17de eeuw) en het prachtige portaal van de Romaanse Saint-Trophime kerk met een afbeelding van het 'Laatste Oordeel' centraal boven de ingang. Daarna gaan we naar de Arena, het pronkstuk van Arles dat in 1ste eeuw is gebouwd. Op de Place du Forum staat, behalve het standbeeld van Mistral, ook het 'Café Van Gogh, ' dat zijn roem te danken heeft aan het alombekende schilderij 'Caféterras bij Nacht' .
Arles Arena
9 september 1997, dinsdag, mooi weer.
De zon staat hoog aan de hemel. Jane heeft geduld tot kwart voor negen. Ware het eerder geweest dan was er iets unieks gebeurd.
Onderweg naar Fontaine de la Vaucluse. We wandelen langs het museum van Petraca die hier zou geleefd hebben van 1337 tot 1353 en er zijn odes aan Laura schreef, steken daarna de Sorgue over en volgen het pad dat geleidelijk naar de bron van de Sorgue klimt. Boven op een rots liggen de restanten van een burcht. Na 10 minuten lopen staan we voor de bron, een wateroppervlak in een donkere holte. Hier ontspringt de Sorgue. Hoe diep dat gat is waaruit al dat water te voorschijn komt heeft niemand nog kunnen vaststellen. Feit is dat het water afkomstig is uit een immens ondergronds netwerk dat ontstaan is door het insijpelen van regenwater en gesmolten sneeuw. Duikers zijn druk doende om dit labyrinth te verkennen. Op de terugweg naar het het dorp, vlak achter het kleine centrum wandelen we door een doorgang in de rotsen (10 meter) die uitgeeft op de andere kant van de oever.
Fonataine de Vaucluse Sorgue

10 september 1997, woensdag.
De laatste dag dit jaar in St Remy. Het wordt prettig eentonig. Weer mooi weer. Na de ochtendboodschappen het klooster in Senanque bezocht. Een prachtig romaans klooster midden tussen de lavendelvelden. De weg naar het klooster is hoog steil en smal. Vanuit Gordes nemen we de D177 in de richting van Venasque. We beginnen aan een adembenemende afdaling langs een weg die niet in haarspeldbochten naar beneden kronkelt maar bijna lijnrecht in de rotsmuur uitgehouwen is. De weg is bijgevolg gevaarlijk en erg smal en herhaaldelijk moeten we een 'refuge' oprijden om een tegenligger te kruisen. Ik ben niet erg op mijn gemak. De opluchting is groot wanneer we in de verte in het peilloze dal en tussen de lavendelvelden de oude cisterciënzer abdij van Sénanque zien. Het is één van de mooiste Provencaals-Romaanse bouwwerken uit de 12de eeuw. Voor 6 euro pp. krijg je een ruim één uur durende rondleiding door een franstalige gids. We krijgen de voormalige slaapzaal van de monniken te zien, met muren die met prenten, plattegronden en plannen van de abdij bedekt zijn. Verder een mooie kloostergang rond de binnentuin, en de eenvoudige, sobere kloosterkerk. Weer buiten is het prettig om in alle rust om de abdij heen te lopen en het lavendelveld te bewonderen.
Na Senanque hebben we genoten van de uitzichten op de terraswoningen (hangwoningen) van Gordes. Net buiten Fontaine-de-Vaucluse nemen we de richting Gordes via de Route Touristique die door de Vaucluse-vallei klimt en kronkelt. Iets voor het dorp Gordes ligt de ingang van de Village des Bories. Het zijn huisjes gebouwd van droge steen, zonder metselspecie en verwerkt volgens het principe van het 'uitkragende gewelf'. Via deze oeroude bouwmethode was men vroeger in staat om zonder gereedschap stenen tot huizen op te stapelen. In het unieke 'Village des Bories' is een verzameling van een vijftal wooneilandjes te bezichtigen. Hierna rijden we richting Gordes, dat tegen de Luberonflank lijkt aangeplakt. Op de top ligt het versterkte kasteel en de kerk. De huizen er onder lijken aan de rots te plakken. Het is goed toeven in de smalle
in de 'calades' zoals de kleine keienstraatjes en steegjes met arcaden worden genoemd . Heet stadje met zijn om pleintjes en fonteinen is erg fotogeniek.
Na de lunch een korte siësta gehouden.

Met de auto naar Les Baux de Provence Vanuit Saint Rémy nemen we de kleine toeristische route (D27) naar Les Baux. Het is een rustige en boeiende weg door en over de Alpilles. Het is druk rond de rots. Een stukje lopen en we staan voor de poort van het middeleeuws dorp. Boetiekjes, veelkleurige galerietjes, souvenirwinkeltjes en cafeetjes met doorkijkjes op het landschap vormen het straatbeeld. Om het dorpje zo authentiek mogelijk te bewaren moesten de etalages van de winkeltjes sober mogelijk gehouden worden en werden de gevels ontdaan van electriciteitsdraden en televisieantennes. Via een steil straatje komen we bij de resten van het 13de eeuwse kasteel. Er zijn wat ruïnes van het kasteel en kerken, een waterput, wandelgangen en woonvertrekken, kapellen, een hospitaal en een duiventoren. Aan de voet van het kasteel staan een katapult, een stormram en een schandpaal. We genieten van het schitterende uitzicht, aan de ene kant een uitgestrekte groene vlakte en aan de andere kant de rotsformaties van de Alpilles.
Om 16.00 uur met inpakken begonnen en om 17.30 uur klaar. Douchen en aan het avondprogramma: Lekker uit eten.

11 september 1997, donderdag mooie zonnige dag.
Om 09.00 uur vertrokken. Wind mee onderweg naar Langres. Aankomst 16.30. Het was weer kerelsdag dus na het avondeten werd het heel rustig in de caravan.

12 september 1997, vrijdag.
Om 08.00 uur opgestaan en om 09.00 uur onderweg.
Via Luxemburg, Luik, Eindhoven, Utrecht naar Amsterdam. Aankomst met regen.

Sénanque Klooster
Village des Bories
Gordes
Les Baux de Pce
Campings
01. Onzain
02. Port Grimaud
03. Langres
28 augustus 1997.
Om 09.00 uur vertrokken. Via Den Haag, Rotterdam, Antwerpen, Brussel, Bergen, Parijs, Orleans, Blois naar Onzain.
Om 18.00 uur op de bestemming. De geplande camping le Dugny stond ons niet aan. In de achteruit en naar het stadje om de camping Municipal te proberen. Deze was beter. Leuk, simpel en op 5 minuten lopen van de Loire. Wel heel erg stil. Onzain is een aardig dorpje even ten zuiden van Blois. Het ligt aan de Loire. Vanaf de camping ben je zo in het gezellige centrum.

Loire en Provence