01 St. Leu d'Esserant
02 Tinténiac
03 St. Pierre d'Oléron
04 Valras Plage
05 Port Grimaud
06 St. Rémy de Provence
07 Attert

21 mei 1998. donderdag. Een grote vakantie.
Om 08.30 uur vertrokken met bewolkt weer. Via Rt, Bd, Antwerpen, Brussel, Mons, Compiegne, Senlis naar St Leu d’Esserent.
Om 12.00 uur in Frankrijk waar de temperatuur opliep en het zonnetje zich af en toe liet zien. Eerst passeren we een smalle brug over de Oise, dan komen er nog wat bochten en ineens verschijnt het middeleeuwse dorp St. Leu d'Esserent. De stenen uit de groeven van dit dorp zijn gebruikt voor de bouw van het kasteel van Versailles. Even zoeken en we vinden Camping Campix. De camping heeft een enthousiaste beheerder. Vanzelfsprekend is de camping dus een oude steengroeve.

St. Leu d'Esserent
22 mei 1998. vrijdag, Frisse dag.
Om 09.00 uur naar Parijs vertrokken. De auto geparkeerd langs de Seine in Boulogne Billancourt. Op de fiets langs de Seine naar de Eifeltoren, Ile de Notre Dame en verder door de stad naar de Champs Elysee. Parijs is werkelijk uniek. Door zijn ligging, schoonheid, kunst en cultuur en door zijn economische en politieke betekenis niet alleen voor Frankrijk en de Fransen zelf het middelpunt, maar bovendien wordt het vaak beschouwd als de mooiste stad ter wereld. De vele moderne gebouwen, het drukke verkeer en de grote toeristenstroom geven niet meer de aparte sfeer uit de tijd voor de Tweede Wereldoorlog, toch blijft het een onvergetelijke belevenis om kennis te maken met deze stad.
Mia bij de Eifeltoren
Uitzicht over de Seine

23 mei 1998. zaterdag, stralende dag, fris maar erg zonnig.
’s Morgens eerst het kasteel van Chantilly bezocht. Het kasteel van Chantilly bevindt zich in de vallei van de Nonette, een zijrivier van de Oise. Chantilly ligt ongeveer 60 kilometer ten noorden van Parijs. Het kasteel staat op de plek van een voormalig middeleeuws fort. Het huidige bouwwerk is een 19e-eeuwse reconstructie in opdracht van Hendrik van Orléans, de jongste zoon van koning Lodewijk Filips. Oorspronkelijk was Chantilly een middeleeuws fort, met zeven torens en omgeven door een slotgracht, dat de route van Parijs naar Senlis controleerde. Het kasteel ligt in een schitterend park.
Vervolgens naar Abbaye de Royaumont. Een prachtig oud klooster dat nog als ziekenhuis heeft gefungeerd.

Daarna via het toeristische L’Isle Adam naar Auvers sur Oise. Auvers-sur-Oise ligt ten noorden van Parijs. Het stadje was in de 19de-eeuw een geliefd trefpunt voor schilders. De meest aansprekende namen zijn die van Daubigny, Cézanne en Van Gogh. Van Gogh verbleef er maar een zeer korte periode, maar was er op artistiek vlak uitzonderlijk productief. Hij maakte er niet minder dan 70 schilderijen waarvan sommige tot de belangrijkste van zijn hele oeuvre worden gerekend. De laatste twee maanden van zijn leven woonde van Gogh in Auvers-sur-Oise. Eind juli 1890 schoot hij zichzelf in de borst en stierf hij. Op de begraafplaats van Auvers-sur-Oise ligt hij samen met zijn broer Theo begraven.

Abbaye de Royaumont
Auvers sur Oise begraafplaats
Auvers sur Oise kerk + schilderij
24 mei 1998, zondag, bewolkt 16°.
Tijd om weer verder te gaan. Ontbeten en ingepakt. Om 10.00 uur vertrokken. Wegrijden ging goed en we kwamen geen tegenliggers op het “geitenpad” tegen. Via Chantilly en Pontoise naar Versailles. Daar raakten we een beetje de kluts kwijt. Langs het Paleis van Versailles toutes directions gevolgd. A12 genomen ipv N12 die op de kaart stond aangegeven en we konden er weer tegenaan.
Houdan, Verneuil, Alencon, Mayenne (mooi plaatsje), Combourg naar Tinteniac. Camping Populiers was redelijk goed te vinden. Plaats 99 aan de sloot. Vanavond uit eten. Langs het kanaal in Tinténiac staat het Musée de l'Outil et des Métiers. Dit ambachtsmuseum toont allerlei werktuigen en gereedschappen voor het maken van touw, harnassen en vaten. Het museum bezit tevens een smidse. De kerk van is in het begin van de 20ste eeuw in Byzantijnse stijl herbouwd.
Dol de Bretagne kathedraal

25 mei 1998, maandag, bewolkte dag.
Excursiedag. Na het ontbijt langdurig gesproken met 2 Amerikanen die naar hun roots kwamen zoeken. Daardoor wat later dan gepland op stap.
In Dol de bretagne staat de Saint-Samson. Rond 548 stichtte de Engelse monnik Saint-Samson hier een klooster. Hij was een van de zeven monniken die het christendom in Bretagne verspreidde. Rondom dit klooster ontstond het huidige Dol-de-Bretagne. De Cathédrale Saint-Samsom staat op de plaats van de romaanse kerk die in het begin van de 13de eeuw door Engelse koning Jan zonder Land(Jean sans Terre) werd vernietigd.

Dinan, een vestingplaatsje met veel historie. Dinan ligt op een plateau boven de rivier de Rance. Vanaf hier heeft u een mooi uitzicht over het beboste dal waardoor deze rivier stroomt. Het oude centrum van de stad is omgeven door een middeleeuwse stadsmuur met poorten. In het centrum staan goed onderhouden vakwerkhuizen. Aan de Rue de l'Horloge staan de Tour de l'Horloge uit de 15de eeuw, vanwaar u een mooi uitzicht op het centrum heeft. De basiliek Saint-Sauveur dateert oorspronkelijk uit de 12de eeuw.

Daarna le Mont St. Michel. Opeens rijst het silhouet van de Mont hoog boven de polders uit. Het is onmogelijk om niet onder de indruk te zijn van het eerste zicht op de Mont St-Michel. De top wordt gedomineerd door een gigantische abdij die 80 meter boven de zeespiegel ligt. Maar ook zijn unieke ligging en het getij in de baai van de Mont St-Michel zijn redenen waarom dit pelgrimsoord zo beroemd is geworden. Langs de enige toegangspoort belanden we meteen in de Grande Rue. Het straatje is een opeenvolging van souvenirzaakjes, winkeltjes, cafés en restaurants. De sfeer blijft middeleeuws met de daken die elkaar bijna raken en de losliggende stenen. Iets hogerop komen we op de wallen terecht. Je kunt hier genieten van prachtige uitzichten. Maar het hoogtepunt is natuurlijk het bezoek aan de abdij zelf, een indrukwekkend labyrint van zalen , galerijen, gangen, trappen en kamers.

Als laatste hebben we Combourg bezocht. Aan de westrand van Combourg ligt op een heuvel het Château de Combourg uit de 11de eeuw. Het kasteel is uitgebreid vanaf de 14de tot de 15de eeuw. Het is een imposant Middeleeuws bouwwerk dat rond een vierkante binnenhof is aangelegd met geweldige ronde torens op de hoeken. Het kasteel is door François René de Chateaubriand bekend geworden. De dichter, schrijver en politicus bracht hier een deel van zijn jeugd door.

Dinan
Mont St. Michel
Uitzicht

26 mei 1998, dinsdag, bewolkt en regen.
Om 09.15 vertrokken. Via Rennes, Nantes, La Rochelle, Rochefort naar Ile d'Oléron.
Camping La Pierrière in St. Pierre d 'Oléron was goed te vinden. Het waait en regent af en toe.

Ile d'Oléron is na Corsica het grootste Franse eiland. Het eiland heeft een oppervlakte van 175 km2. Vanwege de ligging van Ile d'Oléron was het eiland ten tijde van de Tweede Wereld Oorlog een strategische plek. Dit kunt u nog altijd zien aan de fortificaties op het eiland die deel uitmaakten van de verdedigingslinie langs de Atlantische kust, de Atlantik Wall. Ile D'Oléron kreeg de opdracht om samen met Ile de Ré de toegang tot de havens van La Rochelle en Rochefort te blokkeren.

De voornaamste inkomstenbron op het eiland zijn toerisme, landbouw en oesterteelt. Het zachte klimaat van het eiland is ideaal voor de oestercultuur. Sinds 1966 is het eiland met het vaste land verbonden via een 3027 meter lange brug op vijfenveertig pilaren. Deze langste brug van Europa is, na tien maanden bouwen, geopend op 19 Maart 1966.

De hoofdstad van het eiland, Saint Pierre, was in de vorige eeuw vanwege de centrale ligging en de geringe afstand tot de havens van La Cotinière en Boyardville het centrum van de handel in zout en brandewijn. St Pierre heeft een gezellig centrum met leuke winkelstraten.

Oléron strand
27 mei 1998, woensdag.
’s Morgens boodschappen gedaan. Na de siësta naar Cotiniere. La Cotinière is de belangrijkste haven van visserij van het eiland Oléron en een van drie "grootste", met La Rochelle en Royan, van Charente-Maritime. De vissers van La Cotinière concentreren zich op de edele soorten, tongen, zeebaarzen, langoestinen. Aan het eind van de middag nog naar Boyardville gefietst. In 1661 bouwde Colbert op verzoek van Louis XIV het arsenaal van Rochefort. Om de rede van Aix te beschermen waar de schepen uit het arsenaal werden bewapend werd het plan opgevat een fort te bouwen tussen de eilanden Aix en Oléron. Maar vanwege de zanderige bodem is bouwen onmogelijk en wordt het project gestopt. Hierdoor konden de Engelsen in 1757 het eiland Aix veroveren. Hiermee werd het eens temeer duidelijk dat Rochefort kwetsbaar was. Om die reden is het fort Boyard gebouwd. Het Fort overbrugde de afstand die de kanonnen konden reiken. Het elliptische Fort Boyard is 68 meter lang, 31 meter breed, 20 meter hoog en heeft drie verdiepingen met in het midden een binnenplaats. Op de terugweg 20 kilometer door een prachtig natuurgebied gefietst. In dit gebied liggen veel oesterkwekerijen.
La Cotiniére
Plage

28 mei 1998, donderdag. Stralende “koude” dag.
Toch maar een dagje extra op Oleron. Na de gebruikelijk boodschappen op de camping in het zonnetje gezeten. ’s Middags naar Le Chateau gefietst.
De haven van Le Chateau wordt intensief gebruikt door oestervissers. De haven ligt aan de Estran. De Estran is het zeegebied tussen Bourcefranc en de punt van het eiland. Dit deel herbergt oesterbedden. De kweek van Oesters op Oléron kent een lange traditie. Met de platte vaartuigen, plates genaamd, varen de vissers tijdens eb naar de oesterbedden om de oesters die de leeftijd van vier jaar bereikt hebben te oogsten. Het is hier goed toeven. Je geniet van het levendige scheepvaartverkeer. Daarna nog even doorgefietst naar het Kasteel.
Het kasteel van Oléron op de zuidwestelijke punt van het eiland werd beschouwd als één van de belangrijke strategische plekken voor de verdediging van dit deel.
Vanaf 1673 heeft de ridder van Clairville het oude kasteel uitgebreid naar een ontwerp van Vauban. Het kasteel bestaat sindsdien uit twee delen; de citadel voor militaire doeleinden en de stad binnen de muren als onderkomen voor de bevolking. Ten tijde van de Franse revolutie is het kasteel gebruikt als gevangenis.

Le Chateau

29 mei 1998, vrijdag.
Om 09.00 uur vertrokken naar de Languedoc. Aankomst om 16.30 uur. Mooie (erg stille) camping Les Sables die midden in Valras-Plage. Het is een vriendelijke en levendige badplaats met winkeltjes, een haven en gezellig pleintje met restaurantjes. Een typische badplaats waar verder weinig te beleven valt.

30 mei 1998, zaterdag.
Het weer blijft sukkelen. Wel een lekkere temperatuur van 20 graden maar het is bewolkt en de regen blijft dreigen. Na de boodschappen een rondje in Valras-Plage gelopen. Op de camping nog een uurtje in de zon gezeten.

’s Middags met de auto richting Beziers. Béziers is het centrum van de wijnhandel in Zuid-Frankrijk. In de Albigenzenoorlogen werd de stad volledig verwoest. Béziers profiteerde van de aanleg van het Canal du Midi van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan (17de-eeuw).
De mooie promenade van de Allée Paul-Riquet is genoemd naar de bouwer van het kanaal. De kathedraal St-Nazaire uit de 13de en 14de-eeuw, met kruisgang, bezit mooie sculpturen.

Canal du Midi
Villeneuvette
31 mei 1998, zondag (1e pinksterdag)
Stralende dag, met de auto naar Villeneuvette. Het kleine dorpje Villeneuvette ligt in het hart van de Hérault en werd in 1670 gesticht door Pierre Baille, een lokale lakenhandelaar. In 1677 werd er in opdracht van Colbert, de minister van handel onder Lodewijk de XIV, een weverij gevestigd. Deze Manufacture Royale moest hoogwaardige producten gaan leveren aan de koning en Frankrijk onafhankelijk maken van buitenlandse import. In 1720 werd de fabriek privébezit. Met de opkomst van stoommachines in de 19de eeuw werd de capaciteit flink verhoogd en werd er een woonwijk voor de fabrieksarbeiders gebouwd. Op het hoogtepunt van de fabriek werkten er 800 medewerkers. In 1950 werd de fabriek gesloten vanwege hevige concurrentie uit Noord-Frankrijk.

1 juni 1998, maandag (2e pinksterdag)
Weer een mooie dag. Vanwege de harde wind toch maar weer de auto genomen. Nu naar St. Guilhem le Desert. In 804 stichtte Willem van Oranje, hertog van Aquitanië de Abbaye de Gellone. Het klooster is gebouwd in het smalle dal van de Verdus vlak bij de plaats waar deze in de Hérault stroomt. In de 11de tot de 13de eeuw kreeg de abdij steeds meer land in haar bezit. In deze periode ontstond er een dorp rondom de abdij. Saint-Guilhem lag op een van de routes naar Santiago de Compostela en werd mede vanwege het in 1139 bijgezette lichaam van de heilige Guilhem druk bezocht. Vanaf de 14de eeuw raakte het klooster in verval en de Franse Revolutie maakte een definitief einde aan het kloosterleven. Aan de hoofd- en zijstraten van Saint-Guilhem staan fraaie huizen uit de Middeleeuwen en de Renaissance. Het centrum van het dorp wordt gevormd door de Place de la Liberté; hier vindt u ook de abdij en de bijbehorende kerk. Het geheel staat als onderdeel van de 'Wegen naar Santiago de Compostela' op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Een andere bezienswaardigheid is de Duivelsbrug. Deze 'Pont du Diable' werd in de 11de eeuw een stukje buiten Saint-Guilhem gebouwd. Iets ten zuiden van Saint-Guilhem ligt aan de Hérault de Grotte de Clamouse.

Op de terugweg naar het Cirque de Navacelles. Het Cirque de Navacelles is een groot keteldal aan de zuidrand van het Centraal Massief. Het dal werd ongeveer 3 miljoen jaar geleden gevormd door glaciale erosie. Vervolgens sneed de rivier de Vis door de basis van het dal waardoor er een meer in de vorm van een hoefijzer ontstond. Het meer droogde op en liet leem en turf achter. Een gevaarlijke maar spectaculaire weg naar de bodem van de vallei is een belangrijke trekpleister. Deze weg is bereikbaar vanaf Saint-Maurice-Navacelles. Vanaf hier loopt een bijna 10 kilometer lange zijweg (D130) naar een panoramapunt boven het Cirque de Navacelles.

St. Guilhem le Desert
Pont Diable
2 juni 1998, dinsdag (half bewolkt).
Bewolkt. Inpakken en naar Port Grimaud. Tot Salon de Pce de route nationale gereden: Beziers, Pezenas, Montpellier, Arles en daarna de tolweg.
Om 15.30 aankomst op Prairies de la Mer in Port Grimaud op plaats 3405. Port Grimaud is o.m. de jachthaven van Grimaud. Deze jachthaven is aangelegd in de jaren 60 van de vorige eeuw. 1966 startte hij met de bouw van 2500 huizen met elk een eigen aanlegplaats. Het dorp is opgedeeld in drie 'zones'. Je kunt er flaneren, gezellig winkelen of een boottochtje door de grachten maken. Naast Port Grimaud ligt de camping waar we verblijven.
Port Grimaud

3 juni 1998, woensdag, stralende dag.
Op de fiets naar Cogolin, daarna naar het strand.
Voor de 1e maal gebbq’d. Was best wel lekker.

4 juni 1998, donderdag, stralende dag.
’s Morgens op de fiets naar Ste Maxime. Vanaf Port Grimaud is dit trouwens goed te doen. Langs de drukke kustweg loopt een fietspad/ventweg. Alhoewel niet zo relevant in de vakantie geeft de fiets in deze streek toch wel tijdswinst. Vooral in de richting van St. Tropez. Sainte-Maxime wordt het hele jaar door druk bezocht. Sainte-Maxime is een typische badplaats aan de Riviera. Bezienswaardig zijn de haven, de stranden en het casino. Sainte-Maxime heeft mooie groene parken.

Ste Maxime uitzicht

5 juni 1998, vrijdag, stralende dag
’s Morgens op de fiets naar Grimaud pfffffff. Het stadje ligt tegen een heuvel. Op het hoogste punt staat de ruïne van het kasteel van de Grimaldi's. ´s Avonds is deze mooi verlicht en goed te zien.


6 juni 1998, zaterdag, half bewolkt.
’s Morgens naar de lucht en naar elkaar gekeken, de auto gestart en naar Monaco gereden. De weg naar Monaco via de Côte d'Azur is prachtig. Vanaf deze "Basse Corniche" heb je prachtige uitzichten op de Middellandse Zee. We parkeren de auto bij de haven. Er liggen hier prachtige luxe jachten. Tijd voor de klim te wagen naar het nationaal paleis. We zijn net op tijd om de ceremonie van de wisseling van de wachten mee te maken.
Vanaf het Paleis lopen we naar de Jardin Exotique, de botanische tuin, bijna bovenaan de heuvel waartegen Monaco gebouwd is. Een half uurtje later zijn we bij de ingang van de botanische tuin. Er staan hier voornamelijk cactussen. Werkelijk de meest uiteenlopende soorten en een veel staan net in bloei. Erg mooi en kleurrijk. Ook de plek van het park, precies aan de rand van de heuvel, is erg bijzonder. Je hebt een prachtig uitzicht over de stad en de zee. Terug naar het Casino, die je natuurlijk gezien moet hebben. Voor de deur is een presentatie van de nieuwste Bugatti. Na het terras, nog even door de stad gewandeld.

7 juni 1998, zondag, bewolkt/regen.
’s Morgens markt in Pt Grimaud. De markt ziet er vrolijk uit met al zijn fleurige kramen met provencaalse spulleboel. De markt ligt onder de kerkklok, die om het half uur schalt.
Daarna op de camping. Aan het einde van de dag onweer.

8 juni 1998, maandag, stralende dag.
’s Morgens de boodschappen. Daarna op de fiets naar Le Croix Valmer (hoog en heet). We kwamen om twaalf uur aan en dat trof want toen sloten de winkels. Nog even door het stadje gelopen. Er zijn hier geen specifieke bezienswaardigheden maar het doet allemaal vriendelijk aan.

Monaco
St. Tropez

9 juni 1998, woensdag zon/halfbewolkt
’s Morgens naar St Aygulf op de fiets, even 45 km. St. Aygulf is een gezellige badplaats, heerlijk beschut gelegen en met een groot zandstrand. De rotskust om de plaats bestaat uit talrijke schaduwrijke kreekjes en kleine strandjes. Langs deze kust loopt een pad, het zgn. douanierspad. Onderweg kom je het botanische park Areca. Je kun hier goed toeven en genieten van de vele bloemen en planten. Aan het grote plein in het centrum liggen de winkels, terrassen en het postkantoor. Op dinsdag- en vrijdagmorgen is hier markt.

10 juni 1998, dinsdag mooie dag.
Naar de markt in St Tropez.Saint-Tropez is een kleine havenplaats aan de Côte d’Azur en sinds de jaren ’50 een trefpunt van kunstenaars en de ‘high society’. Men komt er om te zien, maar vooral om gezien te worden.Daarna naar het strand. Saint-Tropez kent een veelbewogen geschiedenis. Wat begon als een eenvoudige vissershaven en geliefd oord voor schilders, schrijvers en andere kunstenaars, veranderde vanaf 1960 in een luxe badplaats. Dat kwam met name doordat filmregisseur Roger Vadim er met zijn jonge echtgenote Brigitte Bardot een film opnam genaamd ‘Et Dieu créa la femme’. Luxueuze zeil- en motorjachten vullen de kleine haven. Achter de Quai Jean-Jaurès liggen aan de nauwe straatjes allerlei leuke winkeltjes en restaurants. Vlakbij de citadel uit de 16de en de 17de eeuw vind je het Musée naval de La Citadelle.

St. Aygulf markt

11 juni 1998, donderdag mistral (en niet zo zuinig ook).
Naar Le Lavendou. Le Lavandou is een mooi vissersdorp en in de zomer een druk bezochte badplaats met brede zandstranden. Vanuit hier vertrekken de boten naar de Îles d'Hyères. De tot tuin omgebouwde Place Ernest-Reyer of de Boulevard du Front de Mer bieden een mooi uitzicht.
Daarna doorgeteden naar Bormes les Mimosas. Bormes-les-Mimosas is een mooi middeleeuws dorpje en is bekend van de mimosabossen. De Place du Château biedt uitzicht op Le Lavandou en de Îles d'Hyères. De Église St-Trophime uit de 18de eeuw heeft een fraaie zonnewijzer boven de poort van de parochiekerk. De zonnewijzer verwijst naar het onvergankelijke met de tekst 'Van het uur van de dag tot het uur van God'. In de opgeknapte straatjes vind je veel leuke winkeltjes. Het is trouwens beter om vanuit Grimaud eerst de kustweg te nemen en de N98 weer terug. Na de boodschappen bij de caravan zitten lezen. Afgesproken om morgen door te reizen naar St Remy.

12 juni 1998, vrijdag, de mistral blaast er duchtig op los.
Om 8 uur opgestaan en op het gemak ingepakt. Om 10.15 uur vertrokken, uitgezwaaid door de Duitsers met het bootje. Toch wel weer wat melancholisch. De koelkast werkt niet in de 12v mode.
De lampjes doen het ook dus er zal wel weer wat met de stekker aan de hand zijn. De auto moet er flink aan sjorren. De wind staat pal op de kop. Onderweg een behoorlijke file. Om 13.30 aankomst op camping Pegomas in St Remy.

13 juni 1998, zaterdag. Nog een beetje Mistral.
’s Middags naar Tarascon. Tarascon, stad van een legendarisch monster uit de Provençaalse sagenwereld, werd beroemd door Daudet's boek 'Tartarin de Tarascon'. In de kerk Ste-Marthe uit de 12de eeuw ligt St-Martha begraven, de heilige die de draak versloeg. Ieder jaar in juni wordt dit herdacht tijdens het Fête de la Tarasque. Het stadhuis uit de 17de eeuw vindt u in de Rue des Halles. Het belangrijkste bouwwerk in Tarascon is een monumentaal slot dat ontstond tussen de 12de en 15de eeuw. Dit witte Château de Tarascon is een goed herkenningspunt langs de Rhône. Van het oorspronkelijke kasteel is niet veel meer over

Le Lavendou
Bormes les Mimosas
Tarascon Tarasque
l 'Isle sur la Sorgue

14 juni 1998, zondag, stralende dag.
Gisteren tijdens het eten uitgebreid gesproken met een leuk franse mensen uitt Morieres. Het eten was trouwens heel goed. Volgens hen het leven ook.
’s Morgens eerst naar Isle sur la Sorgue. Een stadje omarmd door de rivier de Sorgue. L’Isle sur la Sorgue wordt ook wel het “Venise Comtadine” genoemd door het vlechtwerk van grachten, waar je nog oude watermolens ziet draaien en de rustige straten omgeven door platanen. Een bezoek aan de zondagmarkt is zo langzamerhand een traditie aan het worden.

15 juni 1998, maandag, stralende dag.
Na de boodschappen lekker in het zwembad gelegen.
Na de lunch op de fiets via Mailliane D32 naar Tarascon D79. Bij de Abbaye de St-Michel de Frigolet even gestopt. De abdij ligt vlakbij Tarascon. Ten zuiden van St-Michel de Frigolet, staat deze abdij. Het restaurant in de abdij is gespecialiseerd in regionale gerechten waarin veelal de plaatselijke likeur 'Frigolet' wordt verwerkt. Deze likeur kun je hier ook kopen. De abdijkerk is een van de rijkst bewerkte in deze streek.

16 juni 1998, dinsdag, mistral en zon.
’s Middags met de auto naar Cavaillon. Op de groene St. Jacques's Heuvel in het hart van de stad kun je leuk wandelen. Je bent slechts twee stappen verwijderd van de schaduwrijke terrasjes en de winkels verwijdeerd. Van boven af, heb je een prachtig uitzicht over de stad en de vlakten van Apt, de Luberon en les Alpilles.
Cavaillon heeft veel cultureel erfgoed in de het oude centrum van de stad. Naast de pitoreske straatjes en pleinen, versierd met bloemen, is er de mooiste synagoge van Europa (18de eeuw), een twaalfde-eeuwse kathedraal en het klooster en een Romeinse ereboog uit de 1e eeuw.
St-Michel de Frigolet
Cavaillon

17 juni 1998, woensdag, mistral en zon
Zwembad, markt, zwembad, boodschappen. Om 17.00 uur de luifel afgekoppeld en de spulleboel ingepakt.
Uit eten. Wat is het leven toch mooi!

18 juni 1998, donderdag, bewolkt.
Om 7 uur opgestaan en om kwart over 8 van de camping gereden uitgezwaaid door België met de Boxer. In eerste instantie was het windstil maar in Avignon stak de wind op.
11.15 Lyon gepasseerd
14.15 Langres Sud
Doorgereisd naar Attert waar een rustige camping is.

19 juni 1998, vrijdag.
Om 8 uur (heerlijk uitgeslapen) opgestaan (alle andere kampeerders hanteerden dit tijdpad ook) en op het gemak ingepakt. Om 09.30 uur vertrokken.
Via Bastenaken, Luik, Eindhoven, Utrecht naar Amsterdam gereden. Dit nooit meer op een vrijdag doen want dan staan er altijd stevige files.
Om 14.00 thuis. Rustig gegeten en de caravan uitgepakt en gewassen.
Enfin …. fin des vacances. Het was heel erg leuk.

Attert

Rondreis Frankrijk