Campings
01. Condette
02. Etretat
03. Jugon les Lacs
04. Avrillé
05. Jarnac
06. Montbazon
07. Poix de Picardie
1 juli 1999, donderdag, vakantie, maand 55.
Om 10.00 uur onderweg naar Frankrijk. Via Gv, Rt, Bd, Ant, Gent, Brugge, Oostende, Duinkerken, Calais naar Condette. Camping le Chateau met een plaats voor het Toiletgebouw.
Op de camping schijnt de zon weer. Minder tolgeld betaald omdat we op donderdag reisden (di wo en do geeft korting). ’s Avonds een stevige wandeling gemaakt naar het kasteel gemaakt. Het Kasteel heeft zowel gotische- als Tudor-stijl. Het kasteel werd bewoond door de Zusters van St. Agnes en is gebouwd in 1848 door een Franse magistraat. op de ruïnes van het oude kasteel. Het is even wennen, zo'n kasteel dicht bij zee.
Condette kasteel
2 juli 1999, vrijdag.
Na een hele lange nacht slapen om 10 uur naar Fécamp vertrokken. Rustig de d940 en d925 gevolgd. Prachtig glooiend landschap (Le Touquet, Berck-plage). De oorspronkelijk geplande camping in Fécamp lag hoog boven het stadje en was erg vol. Doorgereden naar Etretat. Omdat de beheerder nog lekker zat te lunchen zelf maar een plaatsje uitgezocht (municipal 51). Dat viel niet in goede aarde: Neerlandais sont gentils mais ils ne savent pas les règles!
Nadat het mens was uitgeraasd kregen we toestemming om te blijven staan.
Na de lunch les Falaises bezocht. Étretat is een bekende en populaire badplaats met aan weerszijden van de baai het natuurschoon van de rotskust (Falaise d'Aval, Falaise d'Amont) met schitterend uitzicht en steeds wisselende kleuren. In het plaatsje staat een mooie oude markthal. Op de noordelijke rotskust staat een monument voor de luchtvaartpioniers Nungesser en Coli.
Daarna Fécamp bezocht. Fécamp is de belangrijkste Franse haven voor de kabeljauwvisserij. Naast het havengebied is vooral de Kerk St-Trinité interessant. De voormalige abdijkerk stamt uit de 12de - 13de-eeuw en is later gedeeltelijk vernieuwd. De klokkentoren is 64 meter hoog. In Fécamp ontstond in 1510 de eerste benedictijner likeur, gedestilleerd uit kruiden die aan de rotskust voorkwamen. De distilleerderij en een museum kunnen bezichtigd worden in het Palais Bénédictine. .
Etretat
Fécamp
3 juli 1999, zaterdag. Motregen/bewolkt.
Een dag in schrille tegenstelling tot gisteren. Druilerige ochtend. Onderweg naar Le Havre knapte het weer wat op. En uiteindelijk ging zelfs de zon nog schijnen. Via de Port de Normandie (ff32) naar Honfleur. Honfleur is een leuk plaatsje. Lekker rondgewandeld en op een terras geluncht. Honfleur aan de monding van de Seine is een kleurrijke en typische stad door haar oude stadswijken en oude havenkom. Hiervandaan gingen in de 16de-eeuw de fameuze reizen per schip naar Canada, die van dat land gedeeltelijk een Normandische kolonie maakten. Aan de noordkant van de haven de Lieutenance uit de 16de-eeuw, het voormalige huis van de gouverneur. De klokkentoren van de kerk Ste-Cathérina staat iets terzijde. De kerk is van hout en is gebouwd na de Honderdjarige Oorlog door scheepsbouwers.
Honfleur
4 juli 1999, zondag, bewolkte dag.
Om 10.00 uur onderweg naar Jugon les Lacs in Bretagne. Voorspoedige reis. De Port de Normandie ging als een zonnetje. We waren er overheen voordat ……..
Op de camping veel plek. Jugon is een vriendelijk plaatsje dat schilderachtig aan een meer is gelegen.
5 juli 1999, maandag, orages.
Tussen de buien door ’s morgens Cap Frehel bezocht en Fort de la Latte. De spectaculairste kaap van Bretagne stijgt 70 meter boven de zeespiegel uit en biedt een grandioos panorama.Fantastische beelden van de zee en uitzicht op een vogelbroedplaats. La Latte of ook Kasteel van La Latte is gelegen op ongeveer 4 km zuidoostelijk van Cap Fréhel. Vanaf Saint-Cast-le-Guildo is het Fort goed te bereiken. Cap Fréhel is een landtong aan de Côte d'Emeraude (Smaragdkust) en vormt de meest noordelijke punt van de rotsige voorgebergten tussen de steden Saint-Malo en Saint-Brieuc. Op de kaap staan twee vuurtorens. Na de lunch naar St Brieuc. Viel wat tegen, een hele grote drukke stad. Bezienswaardigheden zijn onder andere het Musée d'Art et d'Histoire en de Cathédrale Saint-Étienne.
Jugon les Lacs
6 juli 1999, dinsdag, 6 jaar rookvrij.
Het roversnest St. Malo bezocht. St. Malo is een van de grootste bezienswaardigheden van Bretagne. De stad met hoge ringmuren is na WOII weer in originele staat opgebouwd. Vanaf de ringmuren heb je een mooi overzicht op de stad en de eilanden. Bezienswaardig is de getijdencentrale bij Saint-Malo, een technisch meesterwerk in de monding van de Rance op de weg van Saint-Malo naar Dinard. De getijdenstroom behoort met 15 meter verschil tussen de getijden tot de sterkste ter wereld. Andere attracties zijn het kasteel van Saint-Malo en de stadswallen.
Cap Fréhel
St. Malo

7 juli 1999, woensdag, bewolkt.
Om 10.00 uur vertrokken. Weer bewolkt. Rustige reis en om 13.30 uur in Avrillé. Eerst nog een rondje van de zaak omdat de camping niet al te best was aangegeven.
’s Middags een rondje om de buurt te verkennen. Avrillé is een rustig dorpje. Veel valt er eigenllijk niet over te melden.

8 juli 1999, donderdag, eindelijk zomer.
Rondje gefietst via Longeville, Jard sur Mer weer terug naar Avrillé. ’s Middags naar strand Rocher in Longeville.

Avrillé
Fontenay le Comte

9 juli 1999, vrijdag, nog steeds zomer.
Lucon en Fontenay le Comte bezocht. Luçon ligt ten noorden van La Rochelle. Deze bisschopsstad bezit de fraaie kathedraal Notre-Dame uit 1317. De kathedraal heeft een gotische schip met renaissancistische zijkapellen. Richelieu en Colbert waren er bisschop. Bij de kerk staat het bisschoppelijk paleis met een façade uit de 16de-eeuw en een kruisgang uit dezelfde tijd. Het paleis is een geslaagde combinatie van gotiek en renaissance. De Jardin Dumaine uit de tijd van Napoleon III is ook prachtig.
Fontenay was tot 1804 de voormalige hoofdstad van Bas-Poitou. De stad ligt aan de rivier de Vendée. In 1804 stelde Napoleon La Roche-sur-Yon, ten koste van Fontenay-le-Comte, in tot het bestuurlijk en militair centrum van de streek om zo de opstand in de Vendée neer te slaan. De vestingwerken en het kasteel hebben tijdens de godsdiensttwisten van 1621 zwaar te lijden gehad. Het renaissancistische stadsgedeelte heeft deze twist wonderwel weerstaan. Andere bezienswaardigheden zijn de Église Notre-Dame, de Quatre-Tias-fontein uit 1542, het streekmuseum Musée Vendéen en het Château de Terre-Neuve in de Rue de Jarnigande.

10 juli 1999, zaterdag, heel warm
Lekkere luie dag.

Lucon
Ile de Ré

11 juli 1999, zondag, beetje bewolkt. Mooiste dag van de alle vakanties.
Vroeg opgestaan. Door de Marais Poitevain naar La Rochelle gereden. Vlakbij de tolbrug de auto geparkeerd. Het eiland is vanuit de haven van La Palice via een drie kilometer lange tolbrug te bereiken. Het Île de Ré is 25 kilometer lang en heeft ondanks de komst van 'De Brug' zijn authentieke uitstraling behouden. Ré is een veelzijdig eiland met de tamarisbomen, de stokrozen, de zandstranden en de witte huizen met groene luiken. Er zijn nog enkele boeren en honderden zoutzieders die in de zoutpannen in het noorden werken. Op Ré stapt iedereen op de fiets om langs de kust of door de straatjes van een dorpje te flaneren. Op het Île de Ré zijn bijna net zoveel fietspaden als wegen (100 kilometer).
Bij thuiskomst een flinke onweersbui.

13 juli 1999, dinsdag, bewolkt.
Rustig ingepakt. De luifel was niet droog. Om 10.30 uur vertrokken. Via Lucon, Marans, Surgeres, St Jean d'Angely en Rouillac naar Chateauneuf. De uitgekozen camping was een plaatje in het boekje. In werkelijkheid zag het er iets anders uit. Achteruit met die bak en op naar Jarnac. Daar vonden we een mooie camping aan de oever van de Charante. Jarnac is een heel leuk plaatsje. Jarnac, de geboortestad van François Mitterand ligt aan de oevers van de Charente. De handel in cognac is de bron van bestaan van deze stad. Het is een vriendelijke stad waar je gezellig kunt vertoeven. Bijzonder zijn de Donation François Mitterand met voorwerpen, beeldhouwwerk, gravures en tekeningen, geschonken aan de voormalige President van de Republiek en het cognac-huis Courvoisier.

14 juli 1999, bewolking regen
’s Morgens naar het feest in Jarnac. Na het eten prachtig langs de Charante gefietst. Eerst de zuidoever. Na een hele klim kwamen we er achter dat de doodlopende weg voor fietsers niet doodliep maar doorging langs de zuidoever.

Jarnac
15 juli 1999, donderdag, zwaar bewolkt.
De lucht zit potdicht. Met de auto richting Dordogne: Brantome/Perigueux. Brantôme ligt op een eiland in het dal van de Dronne en dat wordt in zijn geheel door deze rivier omringd. Brantôme is door zijn ligging en zijn oude benedictijnenabdij uit de 9de eeuw een druk bezochte plaats in de Périgord. De abdij stamt van Karel de Grote (769) en werd in de 11de-eeuw opnieuw gesticht. In latere eeuwen is de abdij ingrijpend gewijzigd. De abdij heeft een uit de 11de eeuw stammende klokkentoren die een van de oudste van Frankrijk is. De tuin en de abdij worden verbonden door een oude brug uit de 16de eeuw. In Périgueux staat de kathedraal Saint-Front met zijn fraaie Byzantijnse koepels. Met zijn rijke middeleeuwse oude stad, waarvan de Mataguerretoren, de Gallo-Romeinse wijk Vésone en de culinaire markten het symbool zijn, is Périgueux een verplichte etappe geworden voor belangrijke culturele en artistieke evenementen zoals Mimos, de Zilveren Truffel, het Internationale Festival van de barokmuziek of de Internationale Beurs van het culinaire boek
Brantome
Perigueux
16 juli 1999, vrijdag, eindelijk zon.
Cognac bezocht. Cognac is het centrum van een wijngebied van circa 70.000 hectare, met een kalkbodem en een gunstig klimaat, waar men sinds de 17de-eeuw de cognac uit wijn destilleert. Oorspronkelijk werd de handel bedreven door Hollanders en Engelsen. Men spreekt van de 'Grande Champagne' rond Segonzac en de 'Petite Champagne' met de steden Jonzac, Barbézieux en Jarnac. De 'Grande Champagne' is de streek die de beste kwaliteit voortbrengt. Cognac heeft een schilderachtige oude stadskern met enkele herenhuizen uit de 16de en 17de-eeuw; verder het slot van de Valois met delen uit de 13de, 14de en 16de-eeuw.
Cognac
17 juli 1999, zaterdag, stralende dag 30°.
Om 10 uur vertrokken uit Jarnac. Via de N10 naar Montbazon. Aankomt 13.30 uur. Mooie plek. Schone camping. Vriendelijk stadje met een mooi kasteel Château d’Artigny Dit majestueus kasteel aan de oevers van de Indre domineert de regio.
Montbazon
18 juli 1999, zondag, 32°.
Een fietstocht Montbazon, Veigné, Montbazon, Monts, Montbazon gemaakt. Darna met de auto naar Amboise.
Amboise is het meest schilderachtig vanaf de rechter Loire-oever of vanaf de brug. Het kasteel lijkt de stad te domineren. Het is een van de oudste en mooiste Koninklijke residenties van het dal, hoewel grote delen na de Franse Revolutie zonder meer zijn afgebroken bij gebrek aan geld voor onderhoud. De glorietijd van Amboise lag tussen het begin van de 16de-eeuw, toen Frans I Leonardo da Vinci hiernaartoe haalde (waar hij ook stierf en werd begraven) en het jaar 1560, toen onder Frans II een complot van protestanten werd ontdekt en streng In de stad staan twee middeleeuwse kerken, een stadhuis uit de 16de-eeuw en een toren met uurwerk uit de tijd van Karel VIII. Aan de Loire-dijk een originele fontein van Max Ernst (1968). Vlakbij het herenhuis Clos-Lucé uit de 15de-eeuw, waar Leonardo da Vinci woonde en stierf (1519).
19 juli 1999, maandag, stralende dag 30 graden.
Een fietstochtje gemaakt in de richting van Esvrès. Na de lunch het middeleeuwse Chinon bezocht. In Chinon komen de middeleeuwen opnieuw tot leven, een indruk waaraan zowel kasteel als stad bijdragen. Bezienswaardigheden zijn de Rue Voltaire met zijn oude huizen en de in de middeleeuwen belangrijke Place du Grand Carroi, waarmee de namen van beroemdheden als Richard Leeuwenhart en Jeanne d'Arc verbonden zijn. In de herberg wachtte Jeanne op haar audiëntie bij de koning. De rotspunt waarop de burcht en het kasteel zich bevinden, was al ten tijde van de Romeinen versterkt. Het burchtterrein (400 x 70 meter), dat drie vestingen bevat, is toegankelijk via de 35 meter hoge toren met uurwerk (zie foto), waarin een museum over Jeanne d'Arc is gevestigd. Mooi uitzicht vanaf de zuidwallen. Op de eerste verdieping van Coudray woonde Jeanne.
Amboise
Chinon
20 juli 1999, dinsdag, bewolkt/koud/regen.
Tours bezocht. Tours is een bekoorlijke stad. Een bezienswaardigheid is de kathedraal St-Gatien, begonnen in de 13de eeuw en na 300 jaar voltooid. Op een tocht door oud Tours, met de Place Foire-du-Roi en de Place Plumerau, zie je prachtige gebouwen van de adel en pittoreske huizen uit verschillende tijden, waaronder veel vakwerkhuizen. De stad heeft veel tuinen en parken, met oude bomen en exotische planten. Op de terugweg nog even langs Langeais. Langeais bezit een van de snelst gebouwde Loire-kastelen (de bouw duurde 4-5 jaar). Het Château de Langeais is in de loop der eeuwen ongewijzigd gebleven. Op het terrein van de burcht van Fulco Nerva (graaf van Anjou) staat de oudste vestingtoren van Frankrijk (10de-eeuw). Lodewijk XI liet het huidige kasteel bouwen tussen 1465 en 1469. De oorspronkelijke inrichting is ook bewaard gebleven.
Tours
Pont de Ruan
21 juli 1999, woensdag, mooi weer/licht bewolkt.
Naar Pont de Ruan gefietst en het huis van de molenaar daar bekeken. Het dorp ligt op de linkeroever van de Indre aan de samenvloeiing van verschillende stromen. Balzac beschreef het op de volgende manier: "Beeld drie molens zorgvuldig gepositioneerd temidden van prachtig geproportioneerde eilanden, bekroond met een verstrooiing van bomen in het midden van een waterige weiland: dit is het dorp Pont-de-Ruan.
22 juli 1999, donderdag, half bewolkt/koel.
Loches bezocht. Loches aan de oever van de Indre, weerspiegelt met haar Cité heel mooi het middeleeuwse leven van weleer. Een bezoek aan het stadje, ook al ligt het iets uit de route, is zeer de moeite waard. Het stadsbeeld wordt beheerst door het op een heuvel gelegen kasteel. Hier bevinden zich twee musea voor 19de-eeuwse schilderkunst en voor Oosterse kunst. De eigenlijke vestingwerken bestaan uit de Tour Ronde en de Tour Martelet, beide in de 15de-eeuw aangelegd ter versterking van de oorspronkelijke 11de-eeuwse donjon. Een rondgang om de vesting laat goed zien hoe sterk die is: slechts twee poorten onderbreken de twee kilometer lange muur. In de Cité staat ook de kerk St-Ours uit de 12de-eeuw met een Romaans portaal. Verder zijn er in het bekoorlijke stadje verschillende poorten te bezichtigen, de wachttoren St-Antoine uit de 16de-eeuw en het stadhuis uit dezelfde tijd. In het naburige Beaulieu-lès-Loches de ruïnes van een middeleeuwse abdij, waarvan de Romaanse kerk bewaard is gebleven.
’s Middags naar Tours. Vooral de oude stad is indrukwekkend.
Op de camping groeit het aantal caravans van 7 meter en meer.
Loches
Poix de Picardie
23 juli 1999, vrijdag,
Om 7 uur opgestaan (doet wel zeer zo aan het einde van de vakantie). Om 08.30 uur vetrokken via N10 naar Chartres, Dreux, Mantes la Jolie, Beauvais naar Poix de Picardie. Aankomst om 2 uur. Onderweg geen fatsoenlijke plek kunnen vinden om te lunchen dus we waren redelijk uitgehongerd. Wij hebben plaats 12. ’s Middags de boel weer geïnstalleerd.

24 juli 1999, zaterdag, prachtige dag.
Amiens bezocht. De kathedraal is prachtig. De grachtjes doen een beetje aan Utrecht denken. Amiens is de oude hoofdstad van Picardië, nu hoofdstad van het departement Somme, bisschopszetel en universiteitsstad. De stad is beslist een bezoek waard vanwege haar prachtige Cathédrale Notre-Dame, die in de Tweede Wereldoorlog ongedeerd bleef, terwijl de rest van de stad zwaar geteisterd werd. De kathedraal is met een oppervlakte van 7700m2 de grootste van Frankrijk en werd het klassieke voorbeeld voor de Franse gotiek. Het is echt de laatste dag. Morgen gaan we er weer flink tegenaan op naar Amsterdam.

25 juli 1999, zondag, prachtige dag.
De laatste dag van de vakantie. Om 7 uur opgestaan en om 08.15 uur vertrokken. Je houdt het niet voor mogelijk maar weer eens verkeerd gereden. 40 km voor de kat zijn staart. Toen we op de snelweg aankwamen ging het voortreffelijk. Om 14.00 thuis.

Amiens

Westkust Frankrijk