17 juni 2001. Zondag. Regen
wolken en wind.
Om 09.30 uur vertrokken uit Beaugency. Alle Franse buren stonden te wachten
tot we eindelijk zouden gaan vertrekken: “De mare van het motortje was
heel snel over de camping gegaan”.
’s Morgens over de route nationale, door de Sologne naar Chateauroux
gereden. Daar de A20 genomen, die tot Sarlat tolvrij was. Daarna over een
hele slechte weg naar Sarlat. Eerst camping Aqua Viva bekeken (met heel veel
aqua uit de lucht). Doorgereden naar Camping
les Perières.
18 juni 2001. Maandag.
Zon en af & toe een wolkje.
Uitgebreid Sarlat bezocht. Sarlat is een van de mooiste steden in de Dordogne.
De belangrijkste kerk is de Saint-Sacerdos , tussen 1317 en 1790 een kathedraal
met bisschoppelijke zetel. Zo druk als het centrum van Sarlat is, zo’n
oase van rust en koelte is het in de kathedraal. Het gebied rond de kerk is
interessant, de oude gebouwen tegenover de kerk en achter de kerk een kerkhof
met grafstenen uit de 12e-15e-eeuw. Op de heuvel achter de kathedraal een
fenomeen, Lanterne des Morts een kegelvormig gebouwde toren waarvan het doel
niet duidelijk is. Wel heeft men ontdekt dat de benedenverdieping heeft gediend
als dodenkapel..
Je kunt prachtig door de binnenstad wandelen en genieten van de sierlijke
adellijke behuizingen en herenhuizen uit de 14de-17de-eeuw.
Als je door het stadje wandelt ontdekt je een aantal bijzondere verschijnselen van het oude Sarlat: trappen met spijlen, middeleeuwse fonteinen, loggia's, torentjes, wachttorentjes, ramen met vensterkruizen en gevels met middenstijlen.
20 juni 2001. Woensdag,
heel warm en zonnig.
's Ochtends de markt in Sarlat bezocht. 's Middags naar Domme. Domme ligt
op een heuveltop in het dal van de Dordogne. Domme was ooit een bolwerk van
de Katharen. Het is een leuk plaatsje. Bezienswaardig is het centrum, maar
ook de vestingmuren en de grotten onder de markthal van Domme. De grotten
waren een wijkplaats tijdens vele oorlogen.
21 juni 2001. Donderdag.
Warm en zonnig.
Tochtje gemaakt naar Rocamadour + Souillac. Rocamadour is een uiterst curieuze
bedevaartplaats. In de middeleeuwen stroomden pelgrims naar de zwarte Madonna
van Roc-Amadour, een Mariabeeld uit de 12de-eeuw. Boven Rocamadour, dat in
de kloof van de Alzou tegen een rotswand opgetrokken ligt, verheft zich het
14de-eeuwse kasteel dat jevanuit het dorp over een Calvarieweg kunt bereiken.
Vanaf een afstand lijkt Rocamadour uit de kalksteenrotsen te zijn gehakt.
Wie de heilige Amadour feitelijk was is nog altijd onzeker. De ligging en
bouw zijn zeer indrukwekkend. Als allerheiligst geldt de wonderkapel met de
zwarte Madonna. Souillac is vooral een winkelstad. Bezienswaardig is de 12de-eeuwse
abdijkerk Église Sainte-Marie De kerk heeft fraaie koepels.
22 juni 2001. Vrijdag.
Heel warm en zonnig.
Rustige dag op de camping. Luifel afgekoppeld. Rolhor gemaakt. Morgen naar
Argelès sur Mer.
23 juni 2001. Zaterdag.
Bewolkt en warm.
Om 09.30 uur vertrokken naar Argelés sur Mer. Aankomt om 17.30 uur.
We logeren op camping La Massane (en
die is lekker rustig).
24 juni 2001. Zondag. Zomers
32 graden met onweer.
Argelés verkend. Argelès-sur-Mer is een leuk plaatsje met een
wirwar aan straatjes, een kerk met een toren met kantelen, uit de 14e eeuw,
vestingmuren, een traditionele markt, kunstnijverheid, feesten... Verder is
er het reservaat Mas Larrieu. Vooral in het voorjaar is het hier prachtig.
Het Catalaanse leven is bewaard gebleven in het museum "la Casa de les
Albères". De oude binnenstad van Argelès is reuze gezellig.
In het park van het Kasteel van Valmy en langs het kustpad en het strand kun
je heerlijk wandelen. Vanaf het kasteel van Valmy heb je een fraai uitzicht
over het dorp, het strand, de haven en de Albères. Het Kasteel is privébezit.
25 juni 2001. Maandag.
Bewolkt.
Boodschappen gedaan in de Super U. Druk, druk, druk. Daarna een fietstocht
naar St André (Jeugdsentiment). Daarna via Coullioure naar huis. Wat
in Coullioure het het eerste opvalt is het Château Royal uit de 13e
eeuw. Ook kerk Notre-Dame-des-Angos met de vuurtoren geeft het dorp een prachtig
uiterlijk. De pittoreske straatjes zijn gezellig en kleurrijk. Ook Henri Matisse
vond in Coullioure “de kleur en het licht”. Hij schilderde de
haven en de oude vuurtoren. Hij was een van de eersten die getroffen werd
door het mooie Catalaanse licht en de verbluffende kleuren. Bij het haventje
en rond het kleine kiezelstrand is het prettig, het is alsof de tijd stil
hier stil staat.
26 juni 2001. Dinsdag.
Warm en zonnig.
’s Morgens naar het strand en ’s Middags na lunch en siesta een
fietstochtje naar St Cyprien Plage. De weg naar St. Cyprien is leuk.
27 juni 2001. Woensdag.
Bewolkt en fris.
De markt in Argelés bezocht. Daarna naar Perpignan. Perpignan is een
prachtige stad. Overal wapperen de roodgele Catalaanse vlaggen. De stad ligt
13 kilometer van de Côte Vermeille. Vermoedelijk is deze stad ontstaan
uit de Romeinse nederzetting. In de 13e eeuw was het de hoofdstad van het
koninkrijk Mallorca en het kwam pas in 1659 definitief bij Frankrijk. Momenteel
is het een bloeiende handelsstad met een duidelijk Catalaans karakter. Eén
van de bezienswaardigheden is het paleis van de koningen van Mallorca. Verder
zijn de Loge de la Mer (beursgebouw en maritiem gerechtshof), het poortgebouw
le Catillet, het Musée Rigaud en de 14de eeuwse Cathédrale de
St-Jean zeer bezienswaardig.
29 juni 2001. Vrijdag.
33 graden en zon.
’s Morgens strand.’s Middags naar Ceret. Céret ligt aan
de Tech. Het is een schilderachtig stadje. Er staat hier een museum met werken
van de 'Fauves'. De 'Duivelsbrug' over de Tech uit de 14de eeuw is imposant.
De boog heeft een spanwijdte van 45 meter. Céret, versierd zijn met
roodgeel gestreepte vlaggen (de kleuren van Occitanië) is de stad van
de kersen.
30 juni 2001. Zaterdag.
33 graden en heel zonnig.
Rustige dag. Corvee. Het leek wel of de mensen hier weken niet hadden gewinkeld.
Er was zelfs een wachtregeling voor de betreding van de Supermarkt. ’s
Middags naar het strand. Het wordt druk op de camping.
1 juli 2001. Zondag. Maand
31. Zonnig 33 graden.
’s Morgens gefietst: Plage Nord, Elne, la Tour, Elne en weer terug.
Elne ligt aan de voet van de Alberès en de Pyreneeën. Beneden
is het gezellig met winkeltjes, restaurantjes en cafés met terrasjes.
De kathedraal werd in de 11e eeuw gebouwd in, wat nu de bovenstad wordt genoemd,
op de overblijfselen van het oude Gallo-romeinse oppidum 'Illiberis' gebouwd.
Elne was bisschopszetel van de Roussillon van de 6e tot begin van de 17e eeuw.
2 juli 2001. Maandag. Zonnig
33 graden.
Boodschappen en daarna een prachtige fietstocht gemaakt langs de Westkant
van Argelès. ’s Middags naar het strand en ’s avonds uit
eten. Er wordt op de camping gestolen.
3 juli 2001. Dinsdag bewolkt
en warm.
Vandaag is het de beurt aan Narbonne. In de auto dus. Aangezet door de handel,
lag Narbonne op het kruispunt van de zee- en landroutes en kende een periode
van welvaart. Dit is nog zichtbaar in de constructie van de religieuze bouwwerken
in de stad, waarvan de kathedraal Saint-Just-et-Saint-Pasteur uit de 13de
en 14de eeuw een voorbeeld is (zie foto). Tegenwoordig wedijvert het met Béziers
om de hegemonie in de wijnhandel. Andere bezienswaardigheden zijn onder andere
de Chapelle de l'Annonciade met mooie wandtapijten uit de 17de en 18de eeuw,
de Église Notre Dame de Lamourguié, het Romeins horreum, archeologische
musea, musea van schone kunsten en het paleis van de aartsbisschop.
4 juli 2001. Woensdag.
Koel en bewolkt.
Laatste volle dag in Argelès. Morgen weer naar huis. Rustig op de camping
gebleven. Het strand was nix (harde wind en koud).
5 juli 2001. Donderdag.
Veel wind en bewolking 35 graden.
Om 09.00 uur uit Argelès. Via de A9/A7 naar Albon (afslag Tain l’Hermitage).
Rustige reis. We logeren op camping Chateau
de Senaud in Albon. De camping ligt er prachtig bij. We hebben een plek
met prachtig uitzicht.
6 juli 2001. Vrijdag. Half
bewolkt 27 graden.
Om 09.15 vertrokken uit Albon. Via de snelweg naar Dijon. Daar de N74 genomen
en via Langres naar Montigny le
Roi gereden. De camping ligt redelijk hoog. Het is een goede camping.
7 juli 2001. Zaterdag.
Wolken en regen. 22 graden.
Om 09.30 uit Montigny vertrokken. De bedoeling was Attert. Omdat het slecht
weer was en we redelijk bijtijds waren, doorgereden naar de
Dousberg in Maastricht. Er waren veel vrije plekken.
8 juli 2001. Zondag. Heel
veel regen.
Laatste dag van de vakantie. In een giga-bui wakker geworden. Het bleef regenen.
Na het corvee in de regen aangekoppeld en om 10.15 uur naar huis gereden.
Aankomst 13.15 uur. Gelukkig was het bij aankomst droog geworden.
Dordogne