Vrijdag 2-4-2010. Zonnig
12°
Onderweg naar Denemarken. Na een reis met veel files om 12.30 uur aan in Ermelo.
We logeren op camping de Paalberg. Na het installeren te voet naar het centrum
van Ermelo gewandeld. Ermelo ligt in een natuurlijke omgeving. Het Speulders-
en Sprielderbos (ruim 1800 ha), het Leuvenumse Bos (765 ha) en de Ermelose
en Groevenbeekse heide maken van de gemeente een paradijs voor natuurliefhebbers.
Ermelo heeft een gezellig centrum met leuke winkels. De molen en de Oude kerk
steken ruim boven het stadje uit. De Oude kerk staat er prachtig bij. Door
verbouwingen in 1899 en 1918 verloor het schip van deze kerk veel van haar
historische waarde. Het bescheiden gotische koor is vrij ongeschonden uit
de werkzaamheden gekomen, evenals de rond 1200 gebouwde toren in tufsteen.
In het koor van de kerk staan een 12de-eeuwse zandstenen doopvont en wijwatervat
en liggen enkele grafzerken. Een gotische Christuskop werd in de noordoostmuur
ingemetseld.
Zaterdag 3-4-2010. Buien
10°
Om 09.00 uur uit Ermelo vertrokken. Rustige reis naar Sellingen.
Sellingen ligt in het hart van Westerwolde. Het dorp is omgeven door een gevarieerd
natuurschoon. De bossen worden afgewisseld door heidevelden met vennetjes
en in het lichtglooiende landschap staan mooie boerderijen. In het dorp staat
een NH kerk. Deze kerk dateert uit het begin van de 13e eeuw. Tijdens herstelwerkzaamheden
kwamen 15e-eeuwse muurschilderingen te voorschijn.
’s Middags een rondje
om het dorp gewandeld.
Zondag 4-4-2010. Buien
10°
1e paasdag. Sinds gisteravond heeft het geregend. Ook vanochtend
hielden we het niet droog. Eerst met Den Beer naar Sellingen gewandeld om
foto’s van de Oude kerk te maken. De kerk werd op dat moment druk bezocht.
Na het paasontbijt met de auto een rondje gemaakt door het oost Groningse
landschap. Via Ter Apel. Hier ligt een unieke bezienswaardigheid nl. Museum
Klooster Ter Apel, een middeleeuws klooster dat is gesticht is in 1216. Het
werd later op de fundamenten herbouwd. De bij het klooster behorende kerk
uit de 13e eeuw, werd in 1664 door de hervormde gemeente in gebruik genomen.
Daarna nog even naar Musselkanaal en Stadskanaal gereden. Toen voor de ontginning
van het hoogveenmoeras het ca 34 km lange Stadskanaal werd gegraven (1768-1858),
ontstonden hier de plaatsen Stadskanaal en Musselkanaal, met de typerende
lintbebouwing.
Donderdag 8-4-2010. Zon
en wind 8°.
Vandaag doorgereisd naar
Ribe. Na het installeren/corvee de stad bezocht.
Ribe geldt als de oudste stad van Denemarken. In 860 kreeg Ansgar
toestemming hier een kerk te bouwen, een christelijk eiland in een zee van
heidendom. Nog geen eeuw later, in 948, werd Ribe een bisdom. In de middeleeuwen
was het nog een kerkelijk centrum met vier kloosters en zes kerken. Na de
reformatie in Denemarken verloor Ribe als snel zijn betekenis.
Bezienswaardig vonden wij het gamle Radhus. In 1528 werden twee pakhuizen
en een woonhuis samengevoegd tot een raadhuis met woonruimte.
Ook de Domkirke is prachtig. Aangenomen wordt dat de fundamenten die omstreeks
1117 werden gelegd niet voor deze DOM bestemd waren, maar voor een andere
kerk en dat delen hiervan zijn opgenomen in de apsis en het transept van de
huidige kathedraal. Indrukwekkend is de grote toren aan de noordwestelijke
kant, die 48 meter hoog is. Vanaf deze toren hadden we een prachtig uitzicht.
Het verhaal gaat, dat doordat men vanaf deze toren de storm die op de Noordzee
aan het woeden was kon zien aankomen, de toren Stormklokkentoren wordt genoemd.
In het Ribe Vikingecenter ligt een nagebouwd marktterrein van omstreeks. Er
staat een replica van een bij Ribe opgegraven woonhuis van rond.
Quedens Gård is een vakwerkhuis met vier vleugels en een rozentuin.
Het interieur is grotendeels 17e-eeuws; er is een expositie over Ribe in de
19e eeuw. Tenslotte hebben we Skibbroen bezocht. Hier meerden in Ribes glorierijke
jaren de vrachtvaarders af. De haven wordt nu alleen nog gebruikt voor de
pleziervaart.
's Middags met de auto naar Esbjerg
gereden. Esbjerg is een havenstad. Langs de haven en door het centrum gewandeld.
Esbjerg is niet zo fotogeniek.
Dinsdag 13-4-2010. Zon
en wind 14°.
Nog een dag in Borkop. Vandaag naar Kolding en Fredericia.
Kolding is een stad van bloemen,
van struiken en bomen. Maar de roos van vergeving bloeide niet altijd binnen
de stadsmuren. Telkens weer ontbrandde precies ter hoogte van Kolding de strijd
tussen het koninkrijk Denemarken en het Hertogdom Holstein. Maar daarna kon
de handelsstad, die al vroeg tot bloei kwam, weer bezig houden met de handel.
Bezienswaardig is de Rosenhavn. Uit de hobby van een botanicus groeide de
prachtige, buiten het centrum gelegen bomen-, planten- en rozentuin Den Geografiske
Have. Ook het Koldinghuis slot is een bezoek waard. De burcht met zijn schietgaten
en gotische vensters in de bovenste verdieping van de westvleugel moest gedurende
de laatste eeuwen de Deense koningen beschermen. Voor hen was Koldinghus de
lievelingsresidentie. Door de toren is het slot al van verre te herkennen.
Na Kolding op weg naar naar Fredericia.
Op het hoogtepunt van de Deens-Zweedse oorlogen realiseerde de toenmalige
koning Christian IV zich maar al te goed dat de doorgang in de Lille Belt
en de wegen naar de Judse oostkust met de ver landinwaarts gelegen en nauwelijks
bruikbare vesting Koldinghus in Kolding maar slecht beschermd waren. Hij ontwierp
een plan voor een vestingstad in Italiaanse stijl op de plek waar de zeestraat
op zijn smalst is.
Na 's konings dood in 1648 werd door Frederik III een begin gemaakt met de
uitvoering waarvoor bouwmeester Hoffmann werd aangetrokken. De vestingstad
kwam gereed, kreeg de naam Frederiksodde en werd een jaar later door de Zweden
ingenomen, bezet, in brand gestoken en als rokende puinhoop achtergelaten.
Hoffmann kon opnieuw beginnen. De koning verleende de voltooide vesting nu
een Latijnse naam: Fredericia. Door de vele aanvallen stond men niet te trappelen
om in de stad te gaan wonen. Met een handvol boeren bevolk je nog geen stad
en dus werd er landelijk propaganda gemaakt om landverhuizers aan te trekken.
De stad liep toch vol, vooral na de aanleg van een haven in 1808. Bezienswaardig
vonden wij de vestingwallen, waar je vrij kunt rondwandelen. Ook de Trinitatis
Kerk en de Gereformeerde kerk zijn het bekijken waard.
Woensdag 14-4-2010. Zon
en wind 14°.
Vandaag op reis naar het eiland Fyn. Fyn ligt in het hart van Denemarken.
Een rustige reis en om 11.00 uur aan in Kerteminde.
Vriendelijke ontvangst. Na het installeren naar het stadje gewandeld.
Kerteminde is een badplaats in de buurt van Odense. Kerteminde heeft een groot
vissersverleden en dat is te vinden in de allure van de stevige bakstenen
kerk. Ook in het museum naast de kerk, is de glorie van de vroegere visvangst
en handel te vinden. In dit rode vakwerkhuis, afgezet met zwarte balken wordt
de geschiedenis van Kerteminde boeiend verbeeld. Aan de haven staat het standbeeld
van Amanda. Ze werd via een in Denemarken befaamd folkloristisch zangspel
tot symbool van Kerteminde. Met beide stevige handen omklemt ze het visnet
en ze kijkt fier de zee in.
’s Middags eerst naar Ladby, dat even buiten Kerteminde ligt. Daar werd
een vikinggraf gevonden en gerestaureerd. De hier begraven vikinghoofdman
werd destijds in zijn schip gelegd en veel kostbaarheden werden hem meegegeven
op weg naar de eeuwigheid. Hoewel het schip van Ladby vrijwel geheel vergaan
is, zijn de afdrukken nog duidelijk zichtbaar. Met de vele illustraties die
zijn aangebracht in de over her wrak heen gebouwde hal, krijg je een goed
beeld van het oorspronkelijke uiterlijk. Daarna naar Odense.
Denemarken.
.
Vrijdag 16-4-2010. Zon
en wind 14°.
Vandaag weer verder met het verkennen van het eiland Fyn..
Door het Fynse landschap (de zgn. Deense Alpen) bereiken wij Faaborg. Een
boeiende rit, ook al omdat er veel watermolens te zien zijn en zich in de
meren waar we langskomen, grote reigerkolonies zijn. We dalen af naar de zeekust.
Faborg is een stadje vol lieve doorkijkjes, met huizen in de fraaiste kleuren.
Tegenover het museum de ‘Gamle gaard’ is een apotheek gevestigd
waar Andersen helaas geen medicijn kon krijgen. In deze stad ontmoette Hans
Christiaan Andersen immers zijn grote liefde: een jonge dame Riborg Voigt.
Ze wees hem af en trouwde met de plaatselijke apotheker. In die apotheek woonde
zij en nog andere zaken herinneren aan Riborg, zoals een pakhuis van die naam
op een oude, stille binnenplaats.
Andersen was er naar aan
toe: hij is nooit getrouwd en na zijn dood ontdekte men, dat de afscheidsbrief
van Riborg zich in een leren zakje om zijn hals bevond. Hij had de brief zijn
leven lang meegedragen.
Vanuit Faborg gaan we langs glooiende wegen naar Egeskov, één
van de meest bezienswaardige locaties van het eiland. Het is een in een prachtig
park gelegen kasteel uit de 16e eeuw. Het staat op palen, waarvoor een heel
eikenbos werd geveld (egeskov = eikenbos). Binnen is een interessante expositie
ingericht, die een goed inzicht geeft in het leven in het slot door de jaren
heen.
Midden in Noordseeland ligt Hillerod, een belangrijke industrie- en forensenstad die haar groei te danken heeft aan een schitterend koninklijk lustslot. Deze drukbezochte Frederiksborg is evenals de Kronborg in Helsingor een zeer mooi voorbeeld van de Vlaams-Hollandse renaissance. Het slot doet dienst als museum voor de Deense geschiedenis (van na 1500) die wordt getoond aan de hand van een enorme hoeveelheid schilderijen, tapijten en meubilair. In 1859 brandde de Frederiksborg volledig uit. Het slot werd nauwgezet gerestaureerd.
Dinsdag 20-4-2010. Wind,
wolken regen en sneeuw 6°.
Laatste dag in Denemarken. We hebben het plan om door te reizen naar
Friederichstadt. Onderweg werd het weer erg slecht. Het werd koud, het waaide
stevig en we kwamen in een sneeuwbui terecht. De temperatuur zakte zelfs onder
het vriespunt. Onderweg het reisplan bijgesteld. De Lüneburgerheide werd
de nieuwe bestemming. We zijn wel even kort in Friedrichtstad gestopt om rond
te kijken. Friedrichstadt is een Oudhollands stadje met trapgevels en grachten.
Het ligt bij de samenvloeiing van Eider en Treene. Als een openluchtmuseum
ligt het stadje tussen de groene landerijen. Onderweg ook nog de Eiderdam
gezien. Deze dam ligt in de monding van de gelijknamige rivier. De dam zelf
is vijf kilometer lang. Aan de zuidkant ervan bevindt zich een groot sluizencomplex
met enorme schuiven die bij dreigende hoge waterstand gesloten kunnen worden.
Onderweg op een parkeerplaats geluncht
(we waren snel klaar!). Daarna
onderweg naar Winsen. Het weer knapte
eindelijk op. Om 15.00 uur waren we aan. Nadat we de boel hadden geïnstalleerd
in de buurt een wandeling gemaakt. Om de hoek van de camping ligt een prachtig
bos.
Donderdag 22-4-2010. Half
bewolkt 12°.
We gaan op bezoek bij de Rattenvanger van Hameln. De legende verhaalt
van een gebeurtenis die plaatsvond in de Duitse stad Hameln, naar verluidt
op 26 juni 1284. Er kwam een man naar Hamelen die beweerde rattenvanger te
zijn en bereid was om de stad van een rattenplaag te ontdoen. De bevolking
beloofde hem goed te betalen voor zijn diensten. De rattenvanger gebruikte
daarvoor een fluit en met zijn spel lokte hij alle ratten achter zich aan,
waarna ze verdronken in de rivier de Wezer. Het volk van Hamelen weigerde
na dit succes echter de rattenvanger te betalen. Hij verliet hierop de stad,
maar keerde enkele weken later terug. Terwijl de inwoners van de stad in de
kerk zaten, bespeelde hij opnieuw zijn fluit, waarop de kinderen van de stad,
130 in getal, hem volgden. Hij leidde hen een grot binnen waarin zij werden
opgesloten.
Het weer is vandaag opgeknapt.
Op tijd uit Winsen vertrokken. Om 11.00 uur aan op camping Humboldt-See
in Wallensen. Na de lunch gelijk naar Hamelen vertrokken.
Hamelen dat schilderachtig tussen de Klüt en de Schweineberg in het brede
dal van de Weser ligt, geniet als 'rattenvangerstad' wereldbekendheid. Het
oude stadsbeeld wordt door de vele zeer fraaie vakwerkhuizen bepaald. Op de
markt de vroeggotische Marktkirche St. Nicolai die in de top van zijn toren
een gouden scheepje draagt. Naast de kerk het statige Hochzeithaus. Het was
vroeger het feestgebouw van de burgerij. Nu doet het dienst als raadhuis.
Het klokkenspel en Rattenvanger-uurwerk kun je dagelijks om 13 en om 17.30
uur beluisteren. Een stukje verderop staat het Stiftsherrenhaus uit 1558 waar
het streekmuseum in is gevestigd. Ook het Rattenfangerhaus, in dezelfde straat,
is prachtig. Onderweg naar de St Bonifatii kerk passeren we nog de Rattenkrug,
een plaatje! De kerk is imposant. Verderop, in een van de zijstraatjes, staan
we ineens voor het Kartoffel-haus, een vakwerkhuis met prachtig beeldhouwwerk.
De Wallenstrasse en de Kastanienwall volgen de loop van de vroegere omwalling.
Aan de andere kant van de Kastanienwall de fraai aangelegde Burgergarten.
Op de terugweg naar de auto komen we langs een mooi standbeeld van de Rattenvanger.
Vrijdag 23-4-2010. Zonnig
15°.
We gaan terug naar Nederland. Om 08.30 uur uit Wallensen vertrokken.
Eerst nog een stukje over de route nationale. Daarna de snelweg tot aan de
grens. Via tussenweggetjes naar Ootmarsum. Om 12.00 uur aan. Vriendelijke
ontvangst op camping de Witte Berg in
Ootmarsum. Ootmarsum
is een prachtig oud stadje tussen veel natuurschoon, zoals Twente er geen
tweede heeft. Het leeft grotendeels van het toerisme. De rust heerst er nog.
Rond de kerk met de oude, gerestaureerde vakwerkhuizen, met hun bijzondere
gevels, en de steegjes en smalle straatjes is het net als of je in de 18e
eeuw bent teruggekeerd. De gevel van het raadhuis is mooi. De gevel heeft
rococoversieringen en gebrandschilderde ramen. Verdere bezienswaardigheden
in het centrum zijn het koopmanshuis Cremershuis uit 1656 aan de Marktstraat
met daarnaast het Hotel de la Poste. Het Cremershuis is een fraai patriciërshuis.
Ook het Drostenhuis, dat ooit een boerderij is geweest is prachtig. De naam
Drostenhuis moet verband houden met de drosten van Twente. Ootmarsum heeft
een aantal evenementen: Vlöggelen op beide Paasdagen; Siepelmarkt met
oude ambachten op de donderdagen in de bouwvakvakantie en het Midwinterhoornblazen
in de Adventstijd.
In de omgeving ligt het schitterende
Landgoed Springendal.
Dit landgoed heeft een aparte flora en waterbronnen. Je kunt hier heerlijk
wandelen en fietsen.
Zaterdag 24-4-2010. Zonnig
16°.
Na het corvee uitgebreid om Ootmarsum gewandeld. 's Middags op de
camping van het lekkere weer genoten met een heel dik boek.
Zondag 25-4-2010. Zonnig
25°.
Vandaag is het zomer! 's Morgens op de fiets naar Denekamp. Een mooie
route via de fietsknooppunten uitgezocht. Onze eerste stop was in Singraven.
Even voor Denekamp ligt Singraven, een landgoed uit de 14e eeuw, met een prachtige
collectie schilderijen, meubels en andere kunstvoorwerpen.
Denekamp ligt dicht bij de Duitse grens. Bij het stadje stroomt het riviertje
de Dinkel. Bezienswaardig is de St. Nicolaaskerk (13e –15e eeuw) die
is gebouwd uit Bentheimer zandsteen met een zware 15e eeuwse toren, waarin
o.a. drie klokken gegoten in 1436, 1518 en 1536.
Ook het raadhuis (niet meer in gebruik) vonden wij mooi.
In de buurt van Denekamp kent men nog veel folklore zoals Klootschieten, Midwinterhoorn
blazen en met de paasdagen Eiergardern.
In de omgeving van Ootmarsum zijn veel boerderijen voorzien van geveltekens. Op veel gevels stond een hakenkruis een od zonnesumbool, dat echter bij de opkomst van de nazi’s in Duitsland, door veel boeren van hun boerderijen is verwijderd.
Woensdag 28-4-2010. Zon,
weinig wind 17°.
Het is weer een prachtige dag. Eerst een lekker stuk met de Beer
door het Springendal gewandeld . Daarna met de auto richting Borne.
Borne is een mooi oud stadje dat tegen de bossen van het landgoed Twickel
aanleunt. Karakteristiek is de oude kern. De laatgotische kerk is tweebeukig
met een gemeenschappelijk koor. De kerk dateert uit 1482. De klokken in de
toren zijn ook eeuwen oud. In het oude deel van Borne staan veel gerestaureerde
woningen. Aan de Koppelsbrink staat nog een authentiek Klopjeshuis. Daar woonden
twee ‘Klopjes’ of ‘geestelijke dochters’. Het waren
ongehuwde vrouwen die veel tijd doorbrachten met bidden. In roerige tijden
van het christendom riepen zij vanuit hun 'vrome onderkomens' de katholieken
op tot het bijwonen van geheime kerkdiensten (die waren in die tijd verboden).
Zij deden dat door op de deuren van de woningen te kloppen.
Na onze wandeling door Borne doorgereden naar Hertme. Hertme is een buurtschap
van Borne. Het heeft een mooi openluchttheater. Onderweg naar Weerselo zijn
we nog even gestopt in Saasveld. Hier ligt het Molenven, een uniek natuurreservaat.
Je kunt hier heerlijk wandelen (helaas is het tussen april en juni gesloten).
Het ven dankt zijn naam aan de molen van Saasveld. Vlakbij Weerselo ligt Het
Stift. Het Stift is een rustige plek waar eeuwenlang een vrouwenklooster stond.
De Stifthuizen zijn jaren geleden vanaf de opgegraven funderingen opnieuw
opgebouwd. Ze herinneren aan de Benedictijner abdij die er in 1142 werd gesticht.
Het Stift is een beschermd dorpsgezicht. De pittoreske sfeer en het idyllische
pleintje met zijn waterput mogen niet veranderd worden. Aanvankelijk woonden
in Het Stift alleen katholieke nonnen, maar toen de hervormden in Oldenzaal
meer macht kregen, mochten zich er ook adellijke dames vestigen. In Weerselo
staat de molen de 4 winden, die in 1974 is gerestaureerd.
Donderdag 29-4-2010. Zon,
weinig wind 27°.
Het is vandaag een warme dag. Daarom eerst maar op de fiets naar
het noordoosten van Twente. Via de fietsknooppunten eerst naar Lattrop. Lattrop
is een idyllisch kerkdorp. In het centrum staat een RK kerk uit 1926. Even
verderop staat de Oortmanmolen, een stellingmolen van het type bovenkruier.
Ooit heeft deze molen in Tjamsweer bij Appingendam gestaan.
Even verderop ligt het buurtschap Breklenkamp. Veel oude eikenbomen vormen
hier het decor voor het groene (rustige) landschap. In Breklenkamp zijn het
Huis Brecklenkamp, de Bakspieker en het Aureolustheater te vinden. Huis te
Breckelenkamp, zoals deze oude havezate in oude papieren altijd is aangeduid,
is in 1635 gebouwd. In de 40’er jaren werd het gebouw gerestaureerd.
Vele jaren diende het als jeugdherberg. Nu is het in particuliere handen.
Even verderop staat een bijzondere ‘bakspieker’ (bakhuis). Door
het dak van dit gebouwtje groeit een 300 jarige eikenboom. Het Aureolustheater
is gevestigd in de oudste, bewoonde boerderij van Twente. De boerderij is
nu van binnen verbouwd met behoud van de eeuwenoude gebinten en herbergt een
intiem theater.
Zaterdag 1-5-2010. Wolken
en regen, 11°.
Nog een dagje rondkijken. Vandaag gaan we naar Oldenzaal, De Lutte
en Bad Bentheim. Het weer is overigens een stuk minder dan vandeweek werd
voorspeld.
De naam Oldenzaal betekent
“de oude woonplaats”. Oldenzaal is een oude vestingstad met een
roemrijk verleden. De stad was lid van de Hanze-bond. Vroeger had de stad
een compleet verdedigingsstelsel met grachten, wallen, stadsmuren en stadspoorten.
Oldenzaal heeft haar karakter uit de glorietijd weten te bewaren. Een voorbeeld
hiervan is de Plechelmiusbasiliek, midden in de stad. Met zijn 48 klokken
is het de grootste klokkentoren van West-Europa. In de kerk staat het borstbeeld
van de prediker Plechelmius die zich hier in de 8e eeuw vestigde.
Aan de achterzijde van de kerk het Palthehuis. Het is nu in gebruik als museum,
waar je kunt zien hoe men vroeger in deze streken leefde.
Even verderop, In de Lutte staat op het plein een standbeeld van De Monchy
wat de ‘Helhond’ (uit een oude sage) voorstelt. Net buiten het
dorp ligt het Arboretum Poort Bulten. Het is een fraai aangelegd park met
verschillende soorten bomen, struiken en een moerasgebied.
Net over de grens ligt Bad Bentheim.
Benteim kent een lange geschiedenis en had in het verleden zeer nauwe banden
met Nederland. De belangrijkste bezienswaardigheid is het kasteel Bentheim.
Zondag 2-5-2010. Regenachtige
dag, 11°.
Laatste dag in Ootmarsum. Vandaag gaan we de mooiste wandelingen
opnieuw maken. De weersvoorspelling is helaas niet al te best. Gelukkig bleef
het tot de avond droog. Het was hier prachtig, we hebben volop genoten van
de prachtige natuur. .
Maandag 3-5-2010. Regenachtige
dag, 10°.
Bijtijds uit Ootmarsum vertrokken. Om 12.00 uur weer thuis. Uitpakken
en aan het corvee!
Het was voor ons de eerste keer dat we in Denemarken waren. Wij vonden het
een prachtig land. Vriendelijke bevolking waar je prima mee kunt communiceren,
mooie landschappen, pittoreske stadjes en een eigen cultuur. Aan het weer
moesten we wel wennen. Het waait er veel en stevig en de temperatuur was bescheiden.