Vrijdag 2-4-2010. Zonnig 12°
Onderweg naar Denemarken. Na een reis met veel files om 12.30 uur aan in Ermelo. We logeren op camping de Paalberg. Na het installeren te voet naar het centrum van Ermelo gewandeld. Ermelo ligt in een natuurlijke omgeving. Het Speulders- en Sprielderbos (ruim 1800 ha), het Leuvenumse Bos (765 ha) en de Ermelose en Groevenbeekse heide maken van de gemeente een paradijs voor natuurliefhebbers. Ermelo heeft een gezellig centrum met leuke winkels. De molen en de Oude kerk steken ruim boven het stadje uit. De Oude kerk staat er prachtig bij. Door verbouwingen in 1899 en 1918 verloor het schip van deze kerk veel van haar historische waarde. Het bescheiden gotische koor is vrij ongeschonden uit de werkzaamheden gekomen, evenals de rond 1200 gebouwde toren in tufsteen. In het koor van de kerk staan een 12de-eeuwse zandstenen doopvont en wijwatervat en liggen enkele grafzerken. Een gotische Christuskop werd in de noordoostmuur ingemetseld.

Ermelo Oude Kerk
Ermelose heide

Zaterdag 3-4-2010. Buien 10°
Om 09.00 uur uit Ermelo vertrokken. Rustige reis naar Sellingen. Sellingen ligt in het hart van Westerwolde. Het dorp is omgeven door een gevarieerd natuurschoon. De bossen worden afgewisseld door heidevelden met vennetjes en in het lichtglooiende landschap staan mooie boerderijen. In het dorp staat een NH kerk. Deze kerk dateert uit het begin van de 13e eeuw. Tijdens herstelwerkzaamheden kwamen 15e-eeuwse muurschilderingen te voorschijn.
’s Middags een rondje om het dorp gewandeld.

Sellingen Theater van de Natuur
Sellingen Ruiten Aa

Zondag 4-4-2010. Buien 10°
1e paasdag. Sinds gisteravond heeft het geregend. Ook vanochtend hielden we het niet droog. Eerst met Den Beer naar Sellingen gewandeld om foto’s van de Oude kerk te maken. De kerk werd op dat moment druk bezocht. Na het paasontbijt met de auto een rondje gemaakt door het oost Groningse landschap. Via Ter Apel. Hier ligt een unieke bezienswaardigheid nl. Museum Klooster Ter Apel, een middeleeuws klooster dat is gesticht is in 1216. Het werd later op de fundamenten herbouwd. De bij het klooster behorende kerk uit de 13e eeuw, werd in 1664 door de hervormde gemeente in gebruik genomen. Daarna nog even naar Musselkanaal en Stadskanaal gereden. Toen voor de ontginning van het hoogveenmoeras het ca 34 km lange Stadskanaal werd gegraven (1768-1858), ontstonden hier de plaatsen Stadskanaal en Musselkanaal, met de typerende lintbebouwing.

NH kerk in Sellingen
Plaatje langs de Holle Beetse Vennekampenroute
Maandag 5-4-2010. Wolken, af en toe zon 11°
’s Morgens op de fiets (met Den Beer in haar nieuwe onderkomen) richting Bourtange. Onderweg even gestopt in Jipsinghuizen. Hier is nog een gedenkplaat die aan de slag bij Jipsinghuizen van 26 september 1663 is gewijd. Op de fiets zie je Bourtange in de verte liggen. Het is hier erg toeristisch.
De vesting Bourtange ontstond in de Tachtigjarige Oorlog. In 1580 gaf prins Willem van Oranje opdracht om een schans met vijf bastions aan te leggen op een zandrug in het moerasgebied op de grens met Duitsland. Over deze zandrug, of tange, liep de weg die de stad Groningen verbond met Lingen en Westfalen. De Spanjaarden gebruikten deze route onder meer om de stad (op dat moment in Spaanse handen) te bevoorraden. De prins hoopte door het aanleggen van de schans deze belangrijke route te blokkeren, zodat de stad Groningen geheel geïsoleerd zou komen te liggen. Toch zou het nog jaren duren eer de stad zich gewonnen gaf.
In de tussentijd werd de schans versterkt. Onder graaf Willem Lodewijk van Nassau werd in 1593 de vesting voltooid. Na de overgave van Groningen op 23 juli 1594 werd de vesting Bourtange onderdeel van de grensverdediging van de gewesten Groningen en Friesland en de Landschap Drenthe. Bourtange werd door de eeuwen heen voortdurend versterkt, totdat de vesting met de opkomst van de ‘moderne oorlogvoering’ geleidelijk zijn functie verloor.
Na een uitgebreid bezoek weer op de fiets gestapt en door het platte Groningse land weer terug naar Sellingen.
Beer in haar nieuwe kar
Bourtange vestingwal
Bourtange Dorpsplein
Dinsdag 6-4-2010. Zonnig 15°
Vandaag weer onderweg. Via Haren, Meppen, Cloppenburg en Bremen naar Sottrum. Rustige reis door een mooi landschap.
Everinghausen
Everinghausen
Woensdag 7-4-2010. Zon en wind 15°.
Vanochtend vroeg vertrokken op weg naar Tonder in Denemarken. Onderweg alleen bij Hamburg wat files. Daarna genoten van het golvende landschap van Sleeswijk-Holstein. Om 12.30 uur waren we aan op de Tondercamping in Tonder. Na het corvee Tonder uitgebreid bezocht.
Ooit is Tonder een bedrijvige havenstad geweest. Dat lijkt wat vreemd voor een stad die zo'n 15 km van de waddenkust verwijderd ligt. Ook het riviertje Vidsi dat langs Tonder stroomt, ziet er niet erg bevaarbaar uit. Toch is het eeuwen geleden een centrum voor maritieme handel geweest. Toen was de Vidsi nog een brede rivier waarop schepen tot aan de kade van Tonder konden doorvaren. Ook in tijden van verminderde welvaart heeft Tonder zijn monumenten met zorg onderhouden. In het oude stadsdeel leuke doorkijkjes en fotogenieke geveltjes. Van de oorspronkelijke Nicolai kirke rest niet meer dan de in 1520 herbouwde, 12e-eeuwse toren. Schip en koor werden in 1591 afgebroken om plaats te maken voor de hallenkerk die de naam Kvistkirke kreeg.
Tonder Kvistkirke
Tonder geveltje aan de Storegade

Donderdag 8-4-2010. Zon en wind 8°.
Vandaag doorgereisd naar Ribe. Na het installeren/corvee de stad bezocht.
Ribe geldt als de oudste stad van Denemarken. In 860 kreeg Ansgar toestemming hier een kerk te bouwen, een christelijk eiland in een zee van heidendom. Nog geen eeuw later, in 948, werd Ribe een bisdom. In de middeleeuwen was het nog een kerkelijk centrum met vier kloosters en zes kerken. Na de reformatie in Denemarken verloor Ribe als snel zijn betekenis.
Bezienswaardig vonden wij het gamle Radhus. In 1528 werden twee pakhuizen en een woonhuis samengevoegd tot een raadhuis met woonruimte.
Ook de Domkirke is prachtig. Aangenomen wordt dat de fundamenten die omstreeks 1117 werden gelegd niet voor deze DOM bestemd waren, maar voor een andere kerk en dat delen hiervan zijn opgenomen in de apsis en het transept van de huidige kathedraal. Indrukwekkend is de grote toren aan de noordwestelijke kant, die 48 meter hoog is. Vanaf deze toren hadden we een prachtig uitzicht. Het verhaal gaat, dat doordat men vanaf deze toren de storm die op de Noordzee aan het woeden was kon zien aankomen, de toren Stormklokkentoren wordt genoemd.
In het Ribe Vikingecenter ligt een nagebouwd marktterrein van omstreeks. Er staat een replica van een bij Ribe opgegraven woonhuis van rond.
Quedens Gård is een vakwerkhuis met vier vleugels en een rozentuin. Het interieur is grotendeels 17e-eeuws; er is een expositie over Ribe in de 19e eeuw. Tenslotte hebben we Skibbroen bezocht. Hier meerden in Ribes glorierijke jaren de vrachtvaarders af. De haven wordt nu alleen nog gebruikt voor de pleziervaart.


's Middags met de auto naar Esbjerg gereden. Esbjerg is een havenstad. Langs de haven en door het centrum gewandeld. Esbjerg is niet zo fotogeniek.

Ribe DOM
Ribe Det Gamle Radhus
Ribe middeleeuwse vakwerkhuisjes
Vrijdag 9-4-2010. Zon en wind 8°.
Vandaag doorgereisd naar Ringkobing. Een rustige reis door het prachtige landschap van Jutland. Om 11.00 uur waren we aan op de camping in Ringkobing. Na het installeren en corvee met de auto naar het stadje. Ringkobing is, behalve fabrieksstad, ook de toegangspoort naar de druk bezochte Noordzeekust. Veel zeilers meren in Ringkøbing af. Ringkøbing heeft een oude kern met 18e- en 19e-eeuwse huizen en onderscheidt zich daardoor van de veelal 20e-eeuwse bebouwing in de andere steden van Vestjylland. Echt mooi is het stadje niet. Naast de kerk is de haven het bekijken waard.
Aan de haven staat een prachtig standbeeld "The survival of the fattest". Via Sondervig, nu een verlaten badplaats, over een soort afsluitdijk naar Hvide Sande gereden.
Na de wandeling via Stadil, waar een kerk staat aan een dichtgeslibde lagune. Het is een granieten kerk waarvan koor en schip 12e-eeuws zijn en de voorhal en de toren uit de 15e eeuw dateren.
Hvide Sande
Fjord van Stadil
Survival of the fattest
Stokvis
Zaterdag 10-4-2010. Zon en harde wind 11°.
Vanwege de kou en de wind het reisschema wat aangepast. Oorspronkelijk hadden we 2 campings in het noorden van Jutland gepland (Farso en Tvisted). We gaan nu oostwaarts naar Lisbjerg, dichtbij Aarhus. Om 09.00 uur uit Ringkobing vertrokken. Via Herning en Silkeborg naar onze nieuwe bestemming gereisd. Het landschap werd overigens een stuk minder saai dan het kustlandschap. Om 11.00 uur waren we aan op camping Aarhus in Lisbjerg. Na het installeren met Den Beer naar Lisbjerg gewandeld. Het is een vriendelijk dorpje met een aardig dorpje.
’s Middags met de auto over het schiereiland Djursland naar Ebeltoft gereisd.
Ebeltoft is een historisch plaatsje. Toch is het in de eerste plaats een havenstadje dat al in 1301 beloond werd met stadsrechten. Bezienswaardig is de haven, het oude Raadhuis, de vissershuisjes en de Ebeltoft kirke aan de Kirkegade.
Hierna naar Hornslet gereden om het slot Rosenheim te bezoeken.
In Hamlet wordt beschreven, dat Rosenkrantz zijn vriend en raadsman was. Rosenkrantz is geen verzonnen figuur; i
n Shakespeares tijd was er in Denemarken een familie Rosenkrantz die grote invloed had aan het hof. Al van oudsher stond hier op een eilandje in het moeras een landhuis, dat in 1559 in het bezit kwam van Jørgen Rosenkrantz.
Ebeltoft haven
Ebeltoft Raadhuis
Slot Rosenheim
Zondag 11-4-2010. Zon en wind 9°.
Vandaag naar Aarhus. Aarhus is de tweede stad van Denemarken en de hoofdstad van Jutland. Het is een typische studentenstad. Het historische centrum is goed bewaard gebleven. De grootste attractie van Aarhus is Den Gamle By (De Oude Stad), een openluchtmuseum met 75 huizen en andere gebouwen uit de 17de en 18de eeuw.
Het is vooral aan de kerkelijke autoriteiten te danken geweest dat het Aarhus voor de wind ging. Rond 1080 moet er een kathedraal zijn gebouwd en was er ook al sprake van een veerdienst op Sjælland.
Op een bewolkte frisse ochtend hebben we door het centrum van de stad gewandeld en op het gemak alles bekeken. Het raadhuis achter de dom. Naast het raadhuis staat de bekende Ceresfontein.
De dom van Aarhus, met 93 m de hoogste kerk in het land, ontstond als St. Clemenskirke tussen 1200 en 1250.
Vervolgens zijn we met de auto naar Den Gamle By gereden.
De sanering van het centrum van Århus leidde tot de afbraak van heel wat oude panden. Een van de mooiste, de omstreeks 1700 gebouwde burgemeesterswoning, werd naar de rand van de stad overgebracht om daar het aantrekkelijke middelpunt te vormen van een tentoonstelling (1909). Hiermee werd de basis gelegd voor een van de grootste openluchtmusea voor stadsarchitectuur in Europa. Het werd in 1911 voor het publiek geopend. Uit verscheidene plaatsen in Jylland (met narre Aarhus en Aalborg), op Fyn en op Sjælland werden weggesaneerde panden naar hier overgebracht en zo is een aantrekkelijk museum ontstaan. Den Gamle By geeft een beeld van een handelsstad uit de 17e eeuw.
Als laatste hebben we het Marselisborg Slot bezocht.
Aarhus Theater
Aarhus St. Clemenskerk
Aarhus Den Gamle By
Maandag 12-4-2010. Zon en wind 14°.
Weer onderweg, nu naar Borkop. Het was vandaag maar een klein stukje. Om 11.00 uur waren we aan. Na het installeren met de Beer naar het strand. Ze moest even wennen, maar toen was het weer feest. 's Middags naar Vejle en Jelling.

Vejle kreeg in 1327 stadsrechten. De stad beleefde enkele korte perioden van bloei maar had zo zeer te lijden van het oorlogsgeweld, branden en een pestepidemie dat het nooit een echt belangrijke stad is geworden. Zelfs werd overwogen de stad af te breken en de bevolking naar elders te evacueren toen in de 17e eeuw nog maar enkele tientallen gezinnen het hier uithielden. In de 19e eeuw volgde een periode van herstel. Er werd een haven aangelegd voor schepen met een grotere diepgang. Ook kwam de industrialisering weer op gang. Nu is Vejle een vrij grote stad maar niet zo toeristisch. Bezienswaardig is de St. Nikolai kerk in de binnenstad.
Voor de Denen, die zich bewust zijn van hun verleden, moet Jelling bijna een heiligdom zijn. Het dorp tussen Vejle en Brande is immers de bakermat van hun koninkrijk. Van oudsher was bekend dat hier in de 10e eeuw het hof van Gorm de Oude, de 'oergrootvader' van alle koningen, was gevestigd. Geen gekke plaats, zo vlak langs de oude heerweg, niet te ver van de kust en net ver genoeg van het expansieve Ottoonse keizerrijk. Twee grafheuvels ter weerszijden van de kerk - een voor Gorm en een voor zijn vrouw Thyra, zo wist men te vertellen en twee runenstenen met een tekst die voor zichzelf sprak, waren de stille getuigen. Na onderzoek bleken de grafheuvels leeg. In 1977 deed men een sensationele ontdekking. Er werden op een iets afwijkende plek, op een grotere diepte, sporen gevonden van nog een houten kerk met daaronder een graf. Daarin vond men naast sierwerk fragmenten van twee skeletten: een van een man en een van een vrouw! Heeft men hier dan toch het graf van Gorm en Thyra ontdekt?

Dinsdag 13-4-2010. Zon en wind 14°.
Nog een dag in Borkop. Vandaag naar Kolding en Fredericia.
Kolding is een stad van bloemen, van struiken en bomen. Maar de roos van vergeving bloeide niet altijd binnen de stadsmuren. Telkens weer ontbrandde precies ter hoogte van Kolding de strijd tussen het koninkrijk Denemarken en het Hertogdom Holstein. Maar daarna kon de handelsstad, die al vroeg tot bloei kwam, weer bezig houden met de handel. Bezienswaardig is de Rosenhavn. Uit de hobby van een botanicus groeide de prachtige, buiten het centrum gelegen bomen-, planten- en rozentuin Den Geografiske Have. Ook het Koldinghuis slot is een bezoek waard. De burcht met zijn schietgaten en gotische vensters in de bovenste verdieping van de westvleugel moest gedurende de laatste eeuwen de Deense koningen beschermen. Voor hen was Koldinghus de lievelingsresidentie. Door de toren is het slot al van verre te herkennen.

Na Kolding op weg naar naar Fredericia.
Op het hoogtepunt van de Deens-Zweedse oorlogen realiseerde de toenmalige koning Christian IV zich maar al te goed dat de doorgang in de Lille Belt en de wegen naar de Judse oostkust met de ver landinwaarts gelegen en nauwelijks bruikbare vesting Koldinghus in Kolding maar slecht beschermd waren. Hij ontwierp een plan voor een vestingstad in Italiaanse stijl op de plek waar de zeestraat op zijn smalst is.
Na 's konings dood in 1648 werd door Frederik III een begin gemaakt met de uitvoering waarvoor bouwmeester Hoffmann werd aangetrokken. De vestingstad kwam gereed, kreeg de naam Frederiksodde en werd een jaar later door de Zweden ingenomen, bezet, in brand gestoken en als rokende puinhoop achtergelaten.
Hoffmann kon opnieuw beginnen. De koning verleende de voltooide vesting nu een Latijnse naam: Fredericia. Door de vele aanvallen stond men niet te trappelen om in de stad te gaan wonen. Met een handvol boeren bevolk je nog geen stad en dus werd er landelijk propaganda gemaakt om landverhuizers aan te trekken. De stad liep toch vol, vooral na de aanleg van een haven in 1808. Bezienswaardig vonden wij de vestingwallen, waar je vrij kunt rondwandelen. Ook de Trinitatis Kerk en de Gereformeerde kerk zijn het bekijken waard.

Vejle binnenpleintje
Jelling Kerk en de twee grafheuvels
Kolding Koldinghus
Fredericia Vestingwallen
Borkop uitzicht

Woensdag 14-4-2010. Zon en wind 14°.
Vandaag op reis naar het eiland Fyn. Fyn ligt in het hart van Denemarken. Een rustige reis en om 11.00 uur aan in Kerteminde. Vriendelijke ontvangst. Na het installeren naar het stadje gewandeld.
Kerteminde is een badplaats in de buurt van Odense. Kerteminde heeft een groot vissersverleden en dat is te vinden in de allure van de stevige bakstenen kerk. Ook in het museum naast de kerk, is de glorie van de vroegere visvangst en handel te vinden. In dit rode vakwerkhuis, afgezet met zwarte balken wordt de geschiedenis van Kerteminde boeiend verbeeld. Aan de haven staat het standbeeld van Amanda. Ze werd via een in Denemarken befaamd folkloristisch zangspel tot symbool van Kerteminde. Met beide stevige handen omklemt ze het visnet en ze kijkt fier de zee in.

’s Middags eerst naar Ladby, dat even buiten Kerteminde ligt. Daar werd een vikinggraf gevonden en gerestaureerd. De hier begraven vikinghoofdman werd destijds in zijn schip gelegd en veel kostbaarheden werden hem meegegeven op weg naar de eeuwigheid. Hoewel het schip van Ladby vrijwel geheel vergaan is, zijn de afdrukken nog duidelijk zichtbaar. Met de vele illustraties die zijn aangebracht in de over her wrak heen gebouwde hal, krijg je een goed beeld van het oorspronkelijke uiterlijk. Daarna naar Odense.

In Odense werd Hans Christiaan Andersen geboren. De grote Deense sprookjesverteller, wiens erfenis er voor zorgde, dat Odense ook een soort sprookjesstad is geworden. Niet zozeer het centrum waar ontwerpers met de lineaal een brede weg doorheen trokken. Daardoor is de stad in twee delen gespleten. In het ene deel vind je de tijd van Andersen het best terug in nauwe straatjes staan keurig in het gelid kleine huisjes, geschilderd in de pastelkleuren met de opvallend bolgeslepen raampjes naar de weg gekeerd. Hier heeft de tijd stilgestaan. Midden in het oud-Odense staat het huis waar Hans Christiaan werd geboren, nu ingericht tot een modern museum, aan hem gewijd. In dit museum een schat aan herinneringen. Zijn verhalen vertaald in vele talen, zijn persoonlijke bezittingen, zijn artistieke met de schaar geknipte silhouetten, alles vertelt hier over het leven van deze aparte figuur. Zijn sprookjesachtige thema’s komen steeds terug: zwanen en elen, trollen, heksen en zeemeerminnen. Midden in de stad, in een zonnig park dat zijn naam draagt, staat zijn standbeeld. Het standbeeld staat aan de voet van een andere bezienswaardigheid: de Dom van de heilige knud. De kathedraal is op zichzelf al een mooi staaltje van gotische bouwkunst, maar het altaarstuk binnen is het pronkstuk van de kerk. Het fraaie houtsnijwerk dateert uit 1520. Beneden in de kelder rust het lichaam van Knud, een koning, die werd vermoord door in opstand gekomen Jutlandse boeren.
Kerteminde Haven
Kerteminde Amalia
Ladby Vikingschip
Odense geboortehuis HC Andersen
Odense dom van Knud
Donderdag 15-4-2010. Zon en wind 14°.
Vanochtend stond Nyborg op het programma. We bereiken de Deense “koningsstad” langs een weg, die ons vrijwel langs de zee voert en wijde vergezichten biedt op de Grote Belt. Nyborg heeft een oude historie die zich vooral afspeelde in en rondom het middeleeuwse slot Nyborg. Het stamt uit de 11e eeuw maar is dikwijls verbouwd. Tijdens de middeleeuwen resideerden hier de Deense koningen, omringd door adel en geestelijkheid en zo kreeg Nyborg de naam ‘middelpunt van het koninkrijk’. De stad is omringd door sterke wallen, die nu zijn begroeid met bomen en struiken. We hebben hier leuk gewandeld. In de binnenstad staat een kerk uit de 14e eeuw. Die kerk verwijst naar het maritieme verleden van de stad: aan het plafond hangen modellen van schepen uit de vorige eeuw.
Langs de drukke haven rijden we naar het kasteel Holckenhavn. In 1585 begon bouw van Ulfeldtsholm, een riant buitenverblijf met twee vleugels en een vrijstaand poorthuis. In een volgende fase werd het geheel uitgebreid met (later veelal afgebroken) torentjes en erkertjes. Na de verkoop van het huis in 1616 volgde de bouw van de derde vleugel die tot aan het poorthuis doorliep. De volgende eigenaar liet het landhuis herdopen tot Ellensborg, maar sinds 1672 heet het Holckenhavn.
We gaan verder naar Svendborg.
Onderweg komen we de Damesteen tegen. Dit is een zwerfkei van 16 meter hoog en 50 meter omtrek. Meegevoerd door de ijstijdgletschers zegt de wetenschap. Naar iemands hoofd geslingerd door een boze heks zegt de overlevering.
Langs de kustweg komen we in Svendborg aan.
Een stad met een eigenzinnig karakter: men viert hier bijvoorbeeld de derde paasdag en het wemelt er van de muziekgroepjes. Er staan mooi koopmanshuizen. De op een terp gebouwde ‘Vor Frue’ (Onze Lieve Vrouwe) kerk is heel apart in bruine en grijsblauwe kleuren. Ook hier weer die scheepsmodellen. In de binnenstad staat – wat lager, in een soort kuil – de andere kerk, de St. Nicolaas. Na een uitgebreide wandeling door de stad, op het gemak weer terug naar Kerteminde.
Slot Nyborg
Nyborg deens "Kaasplankje"
Nyborg Kasteel Holckenshavn
Damesteen
Svendborg St. Nicolaaskerk

Denemarken.

 

 

 

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vrijdag 16-4-2010. Zon en wind 14°.
Vandaag weer verder met het verkennen van het eiland Fyn..
Door het Fynse landschap (de zgn. Deense Alpen) bereiken wij Faaborg. Een boeiende rit, ook al omdat er veel watermolens te zien zijn en zich in de meren waar we langskomen, grote reigerkolonies zijn. We dalen af naar de zeekust. Faborg is een stadje vol lieve doorkijkjes, met huizen in de fraaiste kleuren.
Tegenover het museum de ‘Gamle gaard’ is een apotheek gevestigd waar Andersen helaas geen medicijn kon krijgen. In deze stad ontmoette Hans Christiaan Andersen immers zijn grote liefde: een jonge dame Riborg Voigt. Ze wees hem af en trouwde met de plaatselijke apotheker. In die apotheek woonde zij en nog andere zaken herinneren aan Riborg, zoals een pakhuis van die naam op een oude, stille binnenplaats.
Andersen was er naar aan toe: hij is nooit getrouwd en na zijn dood ontdekte men, dat de afscheidsbrief van Riborg zich in een leren zakje om zijn hals bevond. Hij had de brief zijn leven lang meegedragen.

Vanuit Faborg gaan we langs glooiende wegen naar Egeskov, één van de meest bezienswaardige locaties van het eiland. Het is een in een prachtig park gelegen kasteel uit de 16e eeuw. Het staat op palen, waarvoor een heel eikenbos werd geveld (egeskov = eikenbos). Binnen is een interessante expositie ingericht, die een goed inzicht geeft in het leven in het slot door de jaren heen.

De apotheek van de echtgenoot van Riborg Voigt
Klokkentoren St. Nicolaaskirke
Kasteel Egeskov
Zaterdag 17-4-2010. Wolken en harde wind 12°.
Weer op reis. De Grote Beltbrug ligt op ons te wachten. De bouw duurde 11 jaar. De brug verbindt het eiland Funen met het eiland Seeland, waar Kopenhagen ligt.
De Storebæltsbroen, zoals de brug in het Deens heet, bestaat uit twee onderdelen. Het eerste gedeelte, de oost-brug is 6790 meter lang en loopt van Seeland naar het eiland Sprogo. Het tweede gedeelte, van Sprogo naar Funen is 6611 meter lang. De brug biedt ruimte aan een vierbaansweg en een spoorverbinding.
Vandaag een drukke dag. Eerst de caravan verplaatst van Kerteminde naar Kopenhagen. We hadden een voorspoedige reis. We waren de Grote Belt-brug over voor we er erg in hadden. Om 11.00 uur aan in Rodovre en na de lunch gelijk onderweg naar Helsingor, Fredensborg en Hillerod. Onderweg genoten van het landschap van Seeland.
Het oude centrum van Helsingor heeft veel mooie panden. Het karmelietessenklooster van Helsingor wordt gerekend tot de best bewaarde middeleeuwse kloosters van Noord-Europa. Voor de St. Olai kirke (sinds 1961 de kathedraal van het bisdom Helsingor) werd rond 1200 de eerste Steen gelegd. De stad huisvest het slot Kronborg.
De Nederlandse naam van Helsingor luidt Elseneur, de Engelse Elsinore, een naam die iedere toerist uit de Engeland doet denken aan Shakespeare. Die liet zijn fameuze Hamlet hier spelen, op het slot van waaruit de toegang tot de Oresund (en dus de Oostzee) werd gecontroleerd. Kronborg, is een pronkjuweel van Vlaamse bouwkunst. De belangrijkste zalen en kamers in de Kronborg zijn op de eerste verdieping. Het interieur bestaat voor een groot deel uit 17e-eeuws meubilair. In
1720 bracht een vredesverdrag een einde aan de grote Noordse oorlog. Omstreeks die tijd werd de laatste hand aan een jachtslot aan de Esrum Sø gelegd, dat in opdracht van Frederik IV werd gebouwd. Een goede reden om het slot Fredensborg te noemen. De koning betrok het met zijn gezin en liet de Frederiksborg in Hillerod achter als ontvangstruimte voor bijzondere gelegenheden. Tot op heden is die traditie niet doorbroken: de Amalienborg in Kopenhagen mag dan de officiële residentie van de koninklijke familie zijn, als het even kan trekt de vorstin zich terug op de Fredensborg. Het barokke paleis is in de eerste plaats gewoon een woonhuis, in passende stijl ingericht. Een deel van het park is her gehele jaar voor bevolking en toeristen toegankelijk.

Midden in Noordseeland ligt Hillerod, een belangrijke industrie- en forensenstad die haar groei te danken heeft aan een schitterend koninklijk lustslot. Deze drukbezochte Frederiksborg is evenals de Kronborg in Helsingor een zeer mooi voorbeeld van de Vlaams-Hollandse renaissance. Het slot doet dienst als museum voor de Deense geschiedenis (van na 1500) die wordt getoond aan de hand van een enorme hoeveelheid schilderijen, tapijten en meubilair. In 1859 brandde de Frederiksborg volledig uit. Het slot werd nauwgezet gerestaureerd.

Grote Beltbrug
Helsingor Slot Kronborg
Helsingor overzicht over de stad
Slot Fredensborg
Kasteel Frederiksborg
Zondag 18-4-2010. Wolken en weer een harde wind 12°.
Het weer is deze dagen onaangenaam. Desondanks gaan we vandaag op de fiets naar Kopenhagen. Vanaf de camping is dit 10 km oostwaarts. Onze Beer gaat mee in haar eigen kar. Kopenhagen is gesticht in de twaalfde eeuw en daarmee een van de oudste hoofdsteden ter wereld. In het centrum indrukwekkende pleinen, smalle winkelstraatjes, gekleurde achttiende-eeuwse huizen, gezellige markten en een van de leukste plekken in de stad: de Nyhavn. Overal op straat zie je bloemenstalletjes en er wordt, net als in Nederland, veel gefietst. Het is prettig, dat in het centrum zo'n beetje alles op loopafstand van elkaar ligt.
Er is in Kopenhagen zo veel te zien, dat wij ons hebben beperkt tot de hoogtepunten. Net tegenover het station ligt het beroemdste pretpark van Denemarken: Tivoli. Ook het stadhuis van Kopenhagen is bijzonder. Het stadhuis bezit een unieke wereldklok, een mooie binnenplaats en een indrukwekkende hal. Van hieruit zijn we naar het Christiansborg Slot gelopen. Een gracht omgeeft het Christiansborg Slot, dat vroeger de residentie was van het Deense koningshuis. Door een brand in de 18de eeuw kreeg het een bestuursfunctie.ia de Beurs, Holmens Kirke en de Kongens Nytorv komen we aan bij de Nyhavn. Een binnenhaven die vooral toeristisch is met souvenirwinkeltjes en eethuizen. Dit kanaaltje stamt uit de 17de eeuw.
Kopenhagen heeft prachtige stadsparken. Rosenborg Slot is dit al 400 jaar. In het Slot zelf is een museum ondergebracht over de Deense koninklijke geschiedenis. Hier liggen de kroonjuwelen en vertrekt de wacht voor de aflossingsceremonie bij het paleis van Amalienborg. Aan de overkant ligt de botanische tuin. De Botanisk Have. Er staan hier tropische planten in o.m. het Palmehuset. Vanuit deze grote serre kun je via een trap van een mooi uitzicht genieten over de botanische tuin. Vervolgens zijn we naar Slot Amalienborg gewandeld. Om de hoek van het plein staat de Marmorkirken. Een grootse kerk die nooit is afgewerkt. Als laatste zijn we naar De Kastellet gewandeld.
Ter hoogte van deze vesting, aan de grote havengeul, stond het meest gefotografeerde beeld van Denemarken: de zeemeermin 'Den Lile Havfrue'. Dit beeldhouwwerk is geïnspireerd op een sprookje van Hans Christian Andersen (1837) en het beeld zag het levenslicht in 1913. Tijdens ons bezoek is het beeld in Sjanghai op de wereldtentoonstelling.
Maandag 19-4-2010. Wolken en weer een harde wind 10°.
De camping in Kopenhagen ligt reuze gunstig voor excursies. Helaas (was en) is het op de camping kaal, koud en winderig. Besloten om maar weer te vertrekken. Vandaag terug naar Kolding in Jutland. We hadden een voorspoedige reis en waren om 11.00 uur op de camping.
Kolding is een vriendelijke bezienswaardige stad. Het Koldinghus is al van verre te zien. Kort na het Koldinghus moet de St. Nikolaj kirke zijn gebouwd. De bakstenen hallenkerk is door enkele toevoegingen een echt laatgotische kerk geworden. Het raadhuis is betrekkelijk nieuw.
Den Geografiske Have is een prachtige botanische tuin. Er staan ongeveer 2000 bomen uit verre landen. Ook is er een grote kruidentuin en een rosarium. Buiten de stadskern, op de noordoever van de Koldingfjord, staat het Trapholtmuseum. Er wordt hier moderne Deense kunst en kunsthandwerk tentoongesteld. 's Morgens eerst even naar het centrum van Kolding gereden. Even rondgewandeld en daarna aan de boodschappen.
Kopenhagen Nyhaven
Kopenhagen lege plek Kleine Zeemeermin
Kopenhagen Beurs
Kopenhagen Kastellet
Kopenhagen Slot Christiansborg
Kolding natuurgebied

Dinsdag 20-4-2010. Wind, wolken regen en sneeuw 6°.
Laatste dag in Denemarken. We hebben het plan om door te reizen naar Friederichstadt. Onderweg werd het weer erg slecht. Het werd koud, het waaide stevig en we kwamen in een sneeuwbui terecht. De temperatuur zakte zelfs onder het vriespunt. Onderweg het reisplan bijgesteld. De Lüneburgerheide werd de nieuwe bestemming. We zijn wel even kort in Friedrichtstad gestopt om rond te kijken. Friedrichstadt is een Oudhollands stadje met trapgevels en grachten. Het ligt bij de samenvloeiing van Eider en Treene. Als een openluchtmuseum ligt het stadje tussen de groene landerijen. Onderweg ook nog de Eiderdam gezien. Deze dam ligt in de monding van de gelijknamige rivier. De dam zelf is vijf kilometer lang. Aan de zuidkant ervan bevindt zich een groot sluizencomplex met enorme schuiven die bij dreigende hoge waterstand gesloten kunnen worden.
Onderweg op een parkeerplaats geluncht (we waren snel klaar!). Daarna onderweg naar Winsen. Het weer knapte eindelijk op. Om 15.00 uur waren we aan. Nadat we de boel hadden geïnstalleerd in de buurt een wandeling gemaakt. Om de hoek van de camping ligt een prachtig bos.

Friedrichstadt
Hüttensee
Woensdag 21-4-2010. Wind, wolken en regen 8°
Het is weer een frisse dag. Vandaag gaan we de buurt verkennen. Wienhausen, Celle en Bergen Belsen staan op het programma. Wienhausen is een aardig heidedorp aan de rand van de Südheide, dat vooral haar bekendheid dankt aan het klooster. Het 14e eeuwse gotische bakstenen klooster is van oorsprong een Cisterciënzer klooster, dus eenvoudig. Het klooster heeft talrijke schatten (Wienhauser Liedboek, Tristan-gobelins uit 1310). Hierna rijden we naar Celle.
We wandelen in Celle door het verleden. De Welfenhertogen hebben hier geresideerd in het mooie Renaissanceslot. Voor de betekenis van de Duitse geschiedenis bracht Celle Frederik de Grote voort. Celle is een vrollijke stad, ook als de regen neergutst. Vakwerkhuizen tegen elkaar aangeleund en opvallend is dat zoveel is bewaard gebleven na alle oorlogen die over het land hebben geraasd. Naast het slot vonden wij het gotische Rathaus en de 14e-eeuwse Stadtkirche het bekijken waard.
Tussen dikke bomenrijen rijden we over de B3 van Celle naar Bergen. Hier ligt het herinneringscentrum Belsen. “Waar prikkeldraad en barakken niet meer zwijgend en indrukwekkend kunnen getuigen van de gruwelijke gebeurtenissen ter plaatse, herinnert het Herinneringscentrum Belsen aan hen die hier onder het Nationaal Socialisme onschuldig moesten lijden en in onvoorstelbare aantallen om het leven kwamen” (citaat uit de gids Belsen). Het herinneringscentrum staat goed aangegeven op de borden langs de B3.
Celle Stadtkirche
Celle Renaissanceslot
Bergen Belsen Monument

Donderdag 22-4-2010. Half bewolkt 12°.
We gaan op bezoek bij de Rattenvanger van Hameln. De legende verhaalt van een gebeurtenis die plaatsvond in de Duitse stad Hameln, naar verluidt op 26 juni 1284. Er kwam een man naar Hamelen die beweerde rattenvanger te zijn en bereid was om de stad van een rattenplaag te ontdoen. De bevolking beloofde hem goed te betalen voor zijn diensten. De rattenvanger gebruikte daarvoor een fluit en met zijn spel lokte hij alle ratten achter zich aan, waarna ze verdronken in de rivier de Wezer. Het volk van Hamelen weigerde na dit succes echter de rattenvanger te betalen. Hij verliet hierop de stad, maar keerde enkele weken later terug. Terwijl de inwoners van de stad in de kerk zaten, bespeelde hij opnieuw zijn fluit, waarop de kinderen van de stad, 130 in getal, hem volgden. Hij leidde hen een grot binnen waarin zij werden opgesloten.

Het weer is vandaag opgeknapt. Op tijd uit Winsen vertrokken. Om 11.00 uur aan op camping Humboldt-See in Wallensen. Na de lunch gelijk naar Hamelen vertrokken.
Hamelen dat schilderachtig tussen de Klüt en de Schweineberg in het brede dal van de Weser ligt, geniet als 'rattenvangerstad' wereldbekendheid. Het oude stadsbeeld wordt door de vele zeer fraaie vakwerkhuizen bepaald. Op de markt de vroeggotische Marktkirche St. Nicolai die in de top van zijn toren een gouden scheepje draagt. Naast de kerk het statige Hochzeithaus. Het was vroeger het feestgebouw van de burgerij. Nu doet het dienst als raadhuis. Het klokkenspel en Rattenvanger-uurwerk kun je dagelijks om 13 en om 17.30 uur beluisteren. Een stukje verderop staat het Stiftsherrenhaus uit 1558 waar het streekmuseum in is gevestigd. Ook het Rattenfangerhaus, in dezelfde straat, is prachtig. Onderweg naar de St Bonifatii kerk passeren we nog de Rattenkrug, een plaatje! De kerk is imposant. Verderop, in een van de zijstraatjes, staan we ineens voor het Kartoffel-haus, een vakwerkhuis met prachtig beeldhouwwerk. De Wallenstrasse en de Kastanienwall volgen de loop van de vroegere omwalling. Aan de andere kant van de Kastanienwall de fraai aangelegde Burgergarten.
Op de terugweg naar de auto komen we langs een mooi standbeeld van de Rattenvanger.

Hameln kartoffelhaus

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hameln stadbeeld Rattenvanger

Vrijdag 23-4-2010. Zonnig 15°.
We gaan terug naar Nederland. Om 08.30 uur uit Wallensen vertrokken. Eerst nog een stukje over de route nationale. Daarna de snelweg tot aan de grens. Via tussenweggetjes naar Ootmarsum. Om 12.00 uur aan. Vriendelijke ontvangst op camping de Witte Berg in Ootmarsum.
Ootmarsum is een prachtig oud stadje tussen veel natuurschoon, zoals Twente er geen tweede heeft. Het leeft grotendeels van het toerisme. De rust heerst er nog. Rond de kerk met de oude, gerestaureerde vakwerkhuizen, met hun bijzondere gevels, en de steegjes en smalle straatjes is het net als of je in de 18e eeuw bent teruggekeerd. De gevel van het raadhuis is mooi. De gevel heeft rococoversieringen en gebrandschilderde ramen. Verdere bezienswaardigheden in het centrum zijn het koopmanshuis Cremershuis uit 1656 aan de Marktstraat met daarnaast het Hotel de la Poste. Het Cremershuis is een fraai patriciërshuis. Ook het Drostenhuis, dat ooit een boerderij is geweest is prachtig. De naam Drostenhuis moet verband houden met de drosten van Twente. Ootmarsum heeft een aantal evenementen: Vlöggelen op beide Paasdagen; Siepelmarkt met oude ambachten op de donderdagen in de bouwvakvakantie en het Midwinterhoornblazen in de Adventstijd.

In de omgeving ligt het schitterende Landgoed Springendal.
Dit landgoed heeft een aparte flora en waterbronnen. Je kunt hier heerlijk wandelen en fietsen.

Ootmarsum, kerk
Springendal, Den Beer in de beek
Ootmarsum, een veld paardebloemen

Zaterdag 24-4-2010. Zonnig 16°.
Na het corvee uitgebreid om Ootmarsum gewandeld. 's Middags op de camping van het lekkere weer genoten met een heel dik boek.

Zondag 25-4-2010. Zonnig 25°.
Vandaag is het zomer! 's Morgens op de fiets naar Denekamp. Een mooie route via de fietsknooppunten uitgezocht. Onze eerste stop was in Singraven. Even voor Denekamp ligt Singraven, een landgoed uit de 14e eeuw, met een prachtige collectie schilderijen, meubels en andere kunstvoorwerpen.

Denekamp ligt dicht bij de Duitse grens. Bij het stadje stroomt het riviertje de Dinkel. Bezienswaardig is de St. Nicolaaskerk (13e –15e eeuw) die is gebouwd uit Bentheimer zandsteen met een zware 15e eeuwse toren, waarin o.a. drie klokken gegoten in 1436, 1518 en 1536.
Ook het raadhuis (niet meer in gebruik) vonden wij mooi.
In de buurt van Denekamp kent men nog veel folklore zoals Klootschieten, Midwinterhoorn blazen en met de paasdagen Eiergardern.

Huize Singraven
Singraven watermolen
Denekamp Oude raadhuis
Maandag 26-4-2010. Zon, af en toe een bui 17°.
Vandaag begon de dag nevelig. In de loop van de dag kwam de zon erbij. Na de boodschappen een wandeling gemaakt in het Springendal naar de Bronnen gemaakt. Het is daar prachtig. De bomen en struiken beginnen zo langzamerhand uit te lopen. Aan de rust en de stilte moeten we nog even wennen. Alleen de vogels doen een verwoede poging om die te doorbreken. Het is hier aangenaam.
Na de lunch weer de wandelschoenen aangetrokken. Nu een wandeling rondom Ootmarsum. Het landschap is heuvelachtig. Eerst door het Vlasbomdal en daarna door het natuurgebied de Hazelbekke. Terug via het Springendal.
De Bronnen
Ootmarsum, mooie luchten
Dinsdag 27-4-2010. Zon, weinig wind 17°.
Vandaag weer prachtig weer. ’s Morgens op de fiets naar Tubbergen. Eerst naar Vasse gereden. Vasse is een toeristisch plaatsje. Vanuit de verte zie je de kerk al staan. In de buurt van de kerk buurt hotel Mosbeek dat in een voormalig klooster is gevestigd. Tubbergen en zijn kerkdorpen (waarvan Vasser er één is) zijn rijk aan molens. Een kilometer buiten Vasse liggen de watermolens Bels en Frans. Bij de laatste is een permanente expositie over het gebied van het “Dal van Mosbeek”. Even buiten Tubbergen staat een kolossaal beeld van Schaepman (priester, schijver en staatsman). In Tubbergen hebben we de fietsen bij de St. Pancratiuskerk geparkeerd. Pronkstuk van de kerk zijn de gebrandschilderde ramen. Vlakbij de kerk staat het oude Gemeentehuis van Tubbergen. Het is in een fraaie stijl opgetrokken. Even verderop in de Grotestraat staat de Tubbergese Zonnewijzer. Tubbergen is een vriendelijk stadje. Het is ook bekend van het Klootschieten. Dit is een oude Saksische werpsport waarbij een harde houten bal, gevuld met lood (de ‘kloot’) zover mogelijk wordt weggeworpen met het doel in het kleinst mogelijke aantal worpen een bepaalde afstand te overbruggen.
Terug naar huis via de Kuiperberg.

Vasse Watermolen Frans
Tubbergen kerk

In de omgeving van Ootmarsum zijn veel boerderijen voorzien van geveltekens. Op veel gevels stond een hakenkruis een od zonnesumbool, dat echter bij de opkomst van de nazi’s in Duitsland, door veel boeren van hun boerderijen is verwijderd.

Ootmarsum Gevelteken

Woensdag 28-4-2010. Zon, weinig wind 17°.
Het is weer een prachtige dag. Eerst een lekker stuk met de Beer door het Springendal gewandeld . Daarna met de auto richting Borne.
Borne is een mooi oud stadje dat tegen de bossen van het landgoed Twickel aanleunt. Karakteristiek is de oude kern. De laatgotische kerk is tweebeukig met een gemeenschappelijk koor. De kerk dateert uit 1482. De klokken in de toren zijn ook eeuwen oud. In het oude deel van Borne staan veel gerestaureerde woningen. Aan de Koppelsbrink staat nog een authentiek Klopjeshuis. Daar woonden twee ‘Klopjes’ of ‘geestelijke dochters’. Het waren ongehuwde vrouwen die veel tijd doorbrachten met bidden. In roerige tijden van het christendom riepen zij vanuit hun 'vrome onderkomens' de katholieken op tot het bijwonen van geheime kerkdiensten (die waren in die tijd verboden). Zij deden dat door op de deuren van de woningen te kloppen.
Na onze wandeling door Borne doorgereden naar Hertme. Hertme is een buurtschap van Borne. Het heeft een mooi openluchttheater. Onderweg naar Weerselo zijn we nog even gestopt in Saasveld. Hier ligt het Molenven, een uniek natuurreservaat. Je kunt hier heerlijk wandelen (helaas is het tussen april en juni gesloten). Het ven dankt zijn naam aan de molen van Saasveld. Vlakbij Weerselo ligt Het Stift. Het Stift is een rustige plek waar eeuwenlang een vrouwenklooster stond. De Stifthuizen zijn jaren geleden vanaf de opgegraven funderingen opnieuw opgebouwd. Ze herinneren aan de Benedictijner abdij die er in 1142 werd gesticht. Het Stift is een beschermd dorpsgezicht. De pittoreske sfeer en het idyllische pleintje met zijn waterput mogen niet veranderd worden. Aanvankelijk woonden in Het Stift alleen katholieke nonnen, maar toen de hervormden in Oldenzaal meer macht kregen, mochten zich er ook adellijke dames vestigen. In Weerselo staat de molen de 4 winden, die in 1974 is gerestaureerd.

Het Stift
Borne Klopjeshuizen

Donderdag 29-4-2010. Zon, weinig wind 27°.
Het is vandaag een warme dag. Daarom eerst maar op de fiets naar het noordoosten van Twente. Via de fietsknooppunten eerst naar Lattrop. Lattrop is een idyllisch kerkdorp. In het centrum staat een RK kerk uit 1926. Even verderop staat de Oortmanmolen, een stellingmolen van het type bovenkruier. Ooit heeft deze molen in Tjamsweer bij Appingendam gestaan.
Even verderop ligt het buurtschap Breklenkamp. Veel oude eikenbomen vormen hier het decor voor het groene (rustige) landschap. In Breklenkamp zijn het Huis Brecklenkamp, de Bakspieker en het Aureolustheater te vinden. Huis te Breckelenkamp, zoals deze oude havezate in oude papieren altijd is aangeduid, is in 1635 gebouwd. In de 40’er jaren werd het gebouw gerestaureerd. Vele jaren diende het als jeugdherberg. Nu is het in particuliere handen.
Even verderop staat een bijzondere ‘bakspieker’ (bakhuis). Door het dak van dit gebouwtje groeit een 300 jarige eikenboom. Het Aureolustheater is gevestigd in de oudste, bewoonde boerderij van Twente. De boerderij is nu van binnen verbouwd met behoud van de eeuwenoude gebinten en herbergt een intiem theater.

Huis Brecklenkamp
Brekelenkamp Aureolustheater
Vrijdag 30-4-2010. Wolken en regen, 11°.
De dag begon zonnig maar al gauw betrok het. Naar Rossum. Ten oosten van Rossum ligt in de buurtschap Volthe, de oude havezate het Everloo. Door de jaren heen is de havezate uitgebouwd tot een soort jachtslot, een Bouwhuys (boerderijgebouw met stallen), een schuur en een hoender- en bakhuis. Het gebouw heeft nog altijd de karakteristiek kenmerken van vroeger. Om het gebouw kun je in het park wandelen.
In de regen doorgereden naar Denekamp om het schuivenhuisje te bezoeken. Dit is een soort stuw met een bijzondere stalen schuivenconstructie. Het werd gebouwd in 1887 toen de scheepvaart op het Almelo-Nordhornkanaal nog groeide. Door het ophalen van de stalen schuiven werd de waterstand, met behulp van de rivier de Dinkel, op peil gehouden, waardoor het kanaal tijdens droge zomers bevaarbaar bleef.
’s Middags naar Nordhorn en Lage. Nordhorn was vroeger de grootste textielstad van Europa. Sinds de ondergang van de textielindustrie is het centrum omgebouwd tot een winkelstad. Het ligt bij ons om de hoek. Leuk in het stadje rondgewandeld. Daarna naar Lage. Ook dit dorp ligt net over de Nederlandse grens op het noordelijkste punt van Overijssel. Lage was voor de vrede van Munster in 1648 nog Nederlands gebied. In dit schilderachtige dorpje staat nog de oude ruïne, die in 1624 door de troepen van Prins Frederik Hendrik in puin is geschoten.
Havezate het Eversloo
Het Schuivenhuisje (Dinkelhuisje)
Lage, Ruïne
Lage, Watermolen
Beer poseert in Nordhorn

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zaterdag 1-5-2010. Wolken en regen, 11°.
Nog een dagje rondkijken. Vandaag gaan we naar Oldenzaal, De Lutte en Bad Bentheim. Het weer is overigens een stuk minder dan vandeweek werd voorspeld.
De naam Oldenzaal betekent “de oude woonplaats”. Oldenzaal is een oude vestingstad met een roemrijk verleden. De stad was lid van de Hanze-bond. Vroeger had de stad een compleet verdedigingsstelsel met grachten, wallen, stadsmuren en stadspoorten. Oldenzaal heeft haar karakter uit de glorietijd weten te bewaren. Een voorbeeld hiervan is de Plechelmiusbasiliek, midden in de stad. Met zijn 48 klokken is het de grootste klokkentoren van West-Europa. In de kerk staat het borstbeeld van de prediker Plechelmius die zich hier in de 8e eeuw vestigde.
Aan de achterzijde van de kerk het Palthehuis. Het is nu in gebruik als museum, waar je kunt zien hoe men vroeger in deze streken leefde.
Even verderop, In de Lutte staat op het plein een standbeeld van De Monchy wat de ‘Helhond’ (uit een oude sage) voorstelt. Net buiten het dorp ligt het Arboretum Poort Bulten. Het is een fraai aangelegd park met verschillende soorten bomen, struiken en een moerasgebied.
Net over de grens ligt Bad Bentheim.
Benteim kent een lange geschiedenis en had in het verleden zeer nauwe banden met Nederland. De belangrijkste bezienswaardigheid is het kasteel Bentheim.

Oldenzaal Palthehuis

Zondag 2-5-2010. Regenachtige dag, 11°.
Laatste dag in Ootmarsum. Vandaag gaan we de mooiste wandelingen opnieuw maken. De weersvoorspelling is helaas niet al te best. Gelukkig bleef het tot de avond droog. Het was hier prachtig, we hebben volop genoten van de prachtige natuur. .

Maandag 3-5-2010. Regenachtige dag, 10°.
Bijtijds uit Ootmarsum vertrokken. Om 12.00 uur weer thuis. Uitpakken en aan het corvee!
Het was voor ons de eerste keer dat we in Denemarken waren. Wij vonden het een prachtig land. Vriendelijke bevolking waar je prima mee kunt communiceren, mooie landschappen, pittoreske stadjes en een eigen cultuur. Aan het weer moesten we wel wennen. Het waait er veel en stevig en de temperatuur was bescheiden.

Bad Bentheim Kasteel