Zondag
15-5-2011. Wolken en wind af en toe zon 15°.
Om een uur of 10 uit een bewolkt Amsterdam vetrokken. Om 11.30 uur aan op camping
de Quack in Hellevoetsluis. De boel opgezet. ’s Middags eerst het
oude Hellevoetsluis bezocht. Hierna naar Brielle en via Rockanje weer terug
naar de camping. Voorne heeft een mooi (winderig) landschap. Hellevoetsluis
is nog steeds een belangrijke haven. Bij de sluis valt altijd iets te beleven
of te zien. In de 17e eeuw groeide de plaats uit tot een belangrijke marinehaven.
Het admiraliteitshuis, nu raadhuis, is prachtig. Daarnaast staat de waag en
de NH kerk. Achter de nieuwbouw van het gemeentehuis liggen een prachtige tuin
en oude vestingwallen. Jan Blanken heeft een standbeeld aan de haven omdat hij
de ontwerper en bouwer was van het droogdok uit 1806.
Waar je ook Brielle binnenkomt, het oude centrum van Brielle ademt de sfeer
van vervlogen tijden. De vestinggordel van Brielle heeft 9 bastions en 5 ravelijnen
en is gerestaureerd tussen 1972 en 1975. Brielle heeft in de loop van de 18e
eeuw de voorzieningen gekregen die elke garnizoensstad had: de Provoost, een
militaire gevangenis, de wapenopslag in het Arsenaal, de Infirmerie, die ook
als militair hospitaal werd gebruikt en de Hoofdwacht van waaruit de wachten
bij de poorten werden geregeld. Bezienswaardig zijn ook het voormalige stadhuis
met de fraaie trapgevel, een voormalig weeshuis, het zeeliedenasiel en talrijke
oude woonhuizen. Grote blikvanger van Brielle is de Grote of Sint Catherijnekerk.
Als zovele kerken in het deltagebied bleef hij onvoltooid; alleen het driebeukige
schip en een deel van de massieve toren kwamen tussen 1462 en 1482 gereed.
Brielle:
Grote of Sint Catherijnekerk
Hellevoetsluis:
Oude Raadhuis
Maandag
16-5-2011. Wolken en wind af en toe regen 16°.
In een gestadige regenbui ingepakt. Om 11.00 uur arriveerden we op camping
Den Molinshoeve in Retranchement. Na de lunch een ritje gemaakt langs Aardenburg,
Sluis, St. Anna ter Muiden, Rentranchement en Cadzand. Aardenburg is een van
de oudste stadjes van ons land. Oorspronkelijk was het een oude Romeinse nederzetting
Rodenburg genaamd. Op het grote plein bij de stadspoort ligt de kikkerfontein,
die verwijst naar de bijnaam van de Aardenburgers. Door de west- of kaaipoort
bereik je het historische centrum. Aan beide zijden van de poort zijn de wapens
van Nassau en Aardenburg te vinden. De Sint Baafskerk is prachtig. De toren
steekt trots boven het stadje uit.
Sluis is een druk toeristenstadje. De grootste blikvanger van Sluis is het stadhuis
dat als enige in Nederland is voorzien van een belfort, een versterkte toren
met vier hoektorentjes. Het stadhuis van Sluis werd in 1390 als symbool van
de stedelijke vrijheid gebouwd naar het voorbeeld van de belforten in Gent en
Brugge. Van de stadswallen zijn de grachten dichtgegroeid. De parkeerindustrie
tiert welig in het stadje.
St. Anna ter Muiden was na Sluis een verademing. Op het unieke middeleeuws dorpsplein
met zijn Lodewijk XVI pomp staat een eenvoudig 17e eeuws raadhuisje met dakruiter
en wapensteen. Naast de Hervormde Kerk (I653) staat een monumentale 14e eeuwse
toren.
Retranchement is als Cadsandia gebouwd. Het fort diende als verdediging van
Het Zwin. Vlak voor het stadje staat nog een gedeelte van de gebastioneerde
omwalling. In de Molenstraat staat een open standerdmolen. Naast de molen troffen
we een echte zelfbedieningswinkel aan. Er wordt daar groente, fruit, jam en
honing aangeboden. Je mag het zelf pakken en je mag ook zelf afrekenen. Om te
voorkomen dat je dit vergeet, ligt er een briefje "Wie steelt is een dief!".
De aardbeien waren trouwens heerlijk.
Het oude dorp Cadzand ligt 2 kilometer uit de kust. Bezienswaardig is de kerk.
Aardenburg:
Westpoort
St.
Anna ter Muiden
Sluis:
Belfort
Aan
het eind van de dag met den B. door het natuurgebied Het Zwin gewandeld.
Het natuurreservaat Het Zwin ligt grotendeels op Belgisch grondgebied. Het meet
in totaal 150 hectare. Er zijn schorren, omringd door dijken , bossages en duinenrijen.
Je kunt hier vrij wandelen. Rondom de vogelkolonies niet. Hier verblijven ooievaars
en grauwe ganzen. De toegang ligt tussen Cadzand en Knokke.
Dinsdag
17-5-2011. Wolken en wind af en toe regen 16°.
Vandaag weer eens naar Brugge. De wandeling begonnen bij de Burg en de Markt,
de twee centrale pleinen van Brugge. Het Belfort houdt toezicht over de Markt,
de Burg wordt bewaakt door het 14e-eeuwse, gotische Stadhuis. Van de Graven
van Vlaanderen tot de huidige burgemeester, aan de Burg zetelt al eeuwenlang
het stadsbestuur van Brugge.
Hierna richting Onze Lieve Vrouwe Kerk. Hierin herken je het vakmanschap van
de Brugse bouwvakkers. De Onze Lieve Vrouwe Kerk stamt uit de 13e eeuw. Je kunt
hem niet missen want de toren steekt met haar 122 meter overal bovenuit. Onderweg
veel bezienswaardige gebouwen. De stad is zo schilderachtig!
Doorgelopen naar het Begijnhof en het Minnewater. In het Begijnhof, vroeger
een afgesloten halfreligieus woonoord voor de Begijntjes (alleenstaande vrouwen),
wonen nu alleen nog Zusters. Als je de toeristen wegdenkt, staat hier de tijd
nog even stil. Aan het Begijnhof ligt het Minnewater, dat vroeger deel uitmaakte
van de waterverbinding tussen Brugge en Gent. Nu is het een meer, waarvan alleen
de naam en de witte zwanen die er statig op rondzwemmen al doen vermoeden dat
hier meer dan één huwelijksaanzoek is gedaan.
Eens was Brugge de belangrijkste haven van Europa. De verzanding van het Zwin
heeft daar een eind aan gemaakt. De grote welvaart in de stad heeft tot de opkomst
en de wereldwijde belangrijkheid van de schilderkunst uit de Vlaamse school
geleid. In de stad herinneren de grootse bouwwerken aan haar rijke verleden.
’s Middags de Wallenroute rondom Retranchement gewandeld. De Wallen aangelegd
in een Oud Nederlands vestingstelsel vormen een natuurgebied dat veel landschapselementen
met elkaar verbindt, zoals dijken, weiden, hagen en bomen. Onderweg de restanten
van de forten "Oranje" en "Nassau" bekeken. Ook kwamen we
de Drieling van Retranchement, drie grenspalen met hetzelfde nummer 364, tegen.
Daarna weer even naar de “zelfbedieningzaak” geweest voor aardbeien.
Ze waren weer best.
Brugge:
Belfort
Brugge:
OLV-kerk
Retranchement
Wallenroute
Woensdag 18-5-2011. Wolken,
wind en zon 22°.
Afscheid genomen van het Zeeuwsche landschap. Om 9 uur onderweg.
Via Brugge en Lille naar camping
La Paille Haute in Boiry Notre Dame. De camping is een echte doortrekcamping.
Geïnstalleerd en even naar Boiry gewandeld. Er staat een kerk, een monument
ter ere van de gevallenen in de 1e wereldoorlog, wat huizen en een Mairie.
Na de lunch in de auto naar Arras. Arras
of Atrecht heeft veel bewaard van de pracht en praal die de stad in haar bloeitijd
kenmerkte. Atrecht is in de historie bekend door de Unie van Atrecht, de aaneensluiting
van enige rooms-katholieke gewesten in de Zuidelijke Nederlanden, in de Tachtigjarige
Oorlog, die het begin betekende van de definitieve scheiding der Nederlanden.
De pleinen van Arras vormen de trots van de stad. Het heeft met de Grand'
Place en de Place des Héros een uitgesproken Vlaams karakter. Faam
verwierf Arras door de daar vervaardigde gobelins.
De Grand Place en het Place des Héros, domineren Arras. Op het Grand Place
staan huizen met prachtige gevels. Onder de huizen zijn arcaden gebouwd, om
altijd handel te kunnen drijven in droge omstandigheden. Het belfort van het
stadhuis steekt trots boven het plein uit. Ook de abdij van St. Vaast is vermaard.
Het enorme bouwwerk is imposant door zijn monumentale bouwtrant.
Arras:
Belfort en Stadhuis
Arras:
Gevels en Arcaden
Donderdag
19-5-2011. Wolken, wind en zon 22°.
Om 09.00 uur uit Boiry Notre Dame vertrokken. De reis liep deze keer
niet zo voorspoedig. Het navigatiesysteem had tot twee keer toe een eigen beleid.
Daardoor veel van de Normandische binnenwegen gezien en tot 2 keer toe met de
caravan moeten keren. Toen we er eindelijk een beetje de gang in hadden kregen
we een stevige omleiding voor de kiezen. Uiteindelijk een stuk later dan gepland
aan op Camping Sainte Claire
in Neufchatel en Bray.
In reis 2 van 2009 hebben we op de terugreis dit stadje ook aangedaan en dat
was toen goed bevallen. De boel opgezet en boodschappen gedaan. Na de lunch
gefietst op de Avenue Verte, een voormalig spoorweg-tracé, dat verbouwd
is tot een mooi fiets- en wandelpad. Er zijn eigenlijk geen klimmetjes. De uitzichten
zijn prachtig. Gestopt in Mesnières en Bray. Het kasteel stond gelukkig
nog steeds in de steigers. Zag er toch goed uit. Het is een imposant gebouw
uit de 15e eeuw.
Mesnières
en Bray, Mia
Beertje
in haar kar
Vrijdag
20-5-2011. Wolken, wind en zon 22°
Weer om 09.00 uur vertrokken uit Neufchatel en Bray. Gezien de ervaringen
gisteren met het navigatiesysteem, deze maar eens een keertje uitgelaten en
de kaart goed bestudeerd. Het was daardoor weer eens lekker rustig in de auto.
Via de brug bij Tancarville de Seine overgestoken. Het is een imposant bouwwerk,
dat zo’n 50 meter boven de rivier uitsteekt. Om 11.00 uur aan op camping
les Peupliers in La Home, een voorstadje van Merville-Franceville Plage.
De boel opgezet en geluncht. Hierna op de fiets naar Cabourg. Vanaf de camping
ben je er, langs de zeeweg, in een halfuurtje. Cabourg is een levendig stadje.
Het heeft een van de elegantste stranden van de “Côte Fleurie”.
De stad is in waaiervorm rondom de Place du Casino gebouwd. Op de mooie, over
de dam lopende promenade Marcel-Proust heb je een mooi uitzicht over zee. In
het stadje prachtige huizen die de jaren ’30 van de vorige eeuw ademen.
Het Grand Hotel ziet er nog steeds glorieus uit. Naast het hotel ligt het Casino.
Het stadhuis en de kerk zijn bezienswaardig.
Cabourg:
De gevel van Hotel de Paris
Het
strand bij de camping
Zaterdag
21-5-2011. Wolken, wind en zon 19°.
Vanochtend via de kustweg naar Caen gereden. Vlak voor het centrum de auto geparkeerd.
Caen is een groene stad. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn te vinden
in de oudste wijken van de stad. Caen is ontstaan uit een eiland op de samenloop
van de Orne en de Odon. Het was de favoriete stad van Willem de Veroveraar.
Belangrijke abdijcomplexen ontstonden hier omdat Willem de Veroveraar huwde
met Mathilde van Vlaanderen. De paus wilde het huwelijk niet goedkeuren, want
Mathilde was een achternicht van Willem. Er was daarom een zoenoffer nodig.
Willem betaalde de bouw van een benedictijnenbdij (Abbaye aux Hommes) en Mathilde
bekostigde een nonnenklooster (Abbaye aux Dames). Het meest indrukwekkend is
de Abbaye-aux-Hommes. Hierna weer terugelopen naar het centrum van de stad.
In een achterafstraatje vonden we prachtige vakwerkhuisjes met fraaie gevels.
Er zijn hier voornamelijk restaurants gevestigd. Het straatje kwam uit bij het
kasteel. Op een een parkachtig plateau heeft Willem de Veroveraar een vesting
laten bouwen, het chateau Ducal. Van het kasteel is niet veel meer over. Er
is nu het museum van schone kunsten en het Normandisch museum gevestigd. Tegenover
het kasteel staat de Eglise St. Pierre. De van een rozet voorziene hoofdgevel
werd in de tweede helft van de 14e eeuw aangebracht.
Binnenkort wordt in de buurt van Caen een zeilwedstrijd gehouden,
Caen Abbaye aux Dames
Uitzicht
op Dives sur Mer, de Dives
Caen:
Chateau Ducal
Zondag
22-5-2011. Wolken, stevige wind en af en toe zon 19°.
Vandaag een bezoek aan de markt in Cabourg gebracht. Volgens Mia is
het een goede markt, een beetje rommelig, goede sfeer en een verschillend aanbod.
Brood gekocht en daarna even doorgefietst naar Dives sur Mer. De rivier de Dives
scheidt Cabourg van Dives sur Mer. Er staat uiteraard een kerk, de markthal
is fraai.
's Middags een fikse wandeling over het strand naar Merville-Franceville Plage.
Er stond een stevige wind. Merville is een echt vakantiedorpje: een paar restaurants,
de makelaars, een een mooie boulevard.
Mia
en Beer op een winderige boulevard in Merville
Maandag
23-5-2011. Zonnige dag, wind 22°.
Vandaag doorgereisd naar de zuidkant van Normandië. Rustige reis
langs de snelweg. Via Avranches langs de kustweg naar onze bestemming, camping
Le Chaussee in Jullouville. De boel opgezet en te voet de omgeving verkend.
Jullouville is een levendig stadje. Het strand is weer fraai. ’s Middags
met de auto naar Granville. Wederom jeugdsentiment omdat we hier in 1995, tijdens
onze eerste grote reis met de caravan, ook al eens zijn geweest.
Granville is een mooi stadje langs de Normandische kust. Het oude gedeelte is
gebouwd op een uitstekende rots. Van bovenaf heb je prachtige vergezichten.
Hier ligt de bovenstad die wordt omgeven door wallen. Via de poort “Des
Monts” bereik je dit deel van de stad. In de oude straten staan granieten
huizen. De granieten Notre-Dame kerk is fraai. Hij stamt uit de 15e-17e eeuw.
De benedenstad is gezellig. Het is een ouderwetse badplaats met boulevards.
Hierna terug naar Jullouville. Het was inmiddels eb geworden. Het verval is
hier nog groter dan aan de noordkant van Normandië. Ook hier weer veel mensen
die schelpjes (Fruits de Mer) aan het zoeken zijn.
Granville,
drooggevallen bootjes
Granville:
Wallen
Dinsdag
24-5-2011. Zonnige dag, wind 16°.
Vandaag onderweg om o.m. Coutances en Hambye te bekijken. Eerst in
St. Pair sur Mer gestopt. Een levendig stadje met een interessante kerk. Daarna
via Bréhal en Briqueville langs de kustweg naar Coutances. In deze stad staan
veel kerken. De kathedraal springt er uit. Het is een meesterwerk van de Normandische
gotiek. Hij stamt uit de 13e eeuw en beheerst de stad. De kathedraal heeft 2
torenspitsen. Op de kruising van schip en dwarsschip is een 8 hoekige lantaarnvormige
toren van 57 meter hoogte gebouwd. Het geheel is imposant. Verder staan er nog
de St. Pierre- en de St Nicolas-kerk. In de stad gezellige straatjes. Het was
helaas te koud om een terrasje te pakken. Hierna via stille binnenwegen naar
onze volgende bestemming. Het normandische landschap is groen en glooiend. We
hebben genoten van de uitzichten. In Hambye staat een Abbaye. De abdij van Hambye
is van oorsprong een klooster van de Benedictijnen, gebouwd aan de oever van
het riviertje de Sienne. Het klooster was gereed in 1147. De bouw werd geïnitieerd
door Baron Guillaume Paysnel. Aansluitend op het gedachtegoed van de congregatie:
strengheid en soberheid, werd de abdij inderdaad sober, maar heel elegant opgetrokken.
Veel van het oorspronkelijke is bewaard en gerestaureerd. Hoewel de refter en
delen van het klooster zijn verdwenen, is er nog veel van het origineel in goede
staat behouden.
De
ochtendwandeling op het strand
Kathedraal
van Coutances
Abbaye
de Hambye
Woensdag 25-5-2011. Zonnige
dag, wind 22°.
Vandaag Avranches bezocht. Avranches ligt bovenop een heuvel in een
groen landschap. Volgens de VVV is het de stad van de manuscripten van de
Mont St. Michel. In Avranches was het dat de aartsengel Michaël verscheen
aan bisschop Aubert en hem vroeg om een kapel te bouwen boven op de top van
de Mont-St.-Michel.
De stad is dus nauw verbonden met de Mont St. Michel. In het “Scriptorial”
(het voormalige bischoppelijke paleis) ligt een beroemde collectie manuscripten
van de Mont. St. Michel. De Botanische tuin is prachtig. Vanaf het terras
heb je een prachtig uitzicht over de Baai van Mont. St. Michel. Midden in
de stad staat een kasteel. Vanaf de toren kijk je over de stad. De kerken
zijn ook her weer ruim voorradig. De ND des Champs is robuurt, de St. Gervais
vooral pittoresk.
Avranches:
Bisschopelijk Paleis (Scriptorial)
Avranches:
Botanische tuin + ND des Champs
Avranches:
Uitzicht op Le Mont St. Michel
Avranches:
Uitzicht vanaf het Kasteel
Donderdag
26-5-2011. Stevige wind, wolken en een bui 16°.
Het is vandaag heel ander weer dan gisteren. Er staat een stevige wind,
het is bewolkt en er vallen geregeld buien. Om 9.00 uur uit Jallouville vertrokken.
Via Avranches en Rennes naar Bain de Bretagne. We logeren op camping
le Lac.
Na het installeren een flink stuk langs het meer gelopen. Je hebt leuke uitzichten.
Heel bijzonder zijn de lantaarnpalen. Ze hebben de vorm van een schemerlamp
en ………. onder de lantaarns zijn “bankstellen”
geplaatst. Het geeft een bijzonder effect. ’s Middags corvee en een wandeling
door de stad. Even buiten de stad staat nog een “Vieux Lavoir”.
De plaats werd ooit door de vrouwen van de stad gebruikt voor hun was. Het stadje
is vriendelijk met de gebruikelijke winkeltjes. De kerk en het stadhuis zien
er goed uit.
Bain
de Bretagne: Le Vieux Lavoirs
Bain
de Bretagne: Knus bankje
Vrijdag
27-5-2011. Stevige wind, wolken en zon 20°.
Vandaag een relatief kort stukje naar Batz sur Mer. Wat later dan we
gewoon zijn vertrokken. In Batz sur Mer was de doorgaande weg afgesloten. Via
schimmige binnenweggetjes bij Camping Les Paludiers gearriveerd. Inchecken ging
gelukkig vlot. Nadat we de boel hadden opgezet met onze Beer naar het strand.
Helaas was ze hier niet welkom. Omdat het heel rustig was toch maar doorgezet.
Het was weer een groot feest voor onze dame. Overigens moest ze ook wel even
wennen omdat het strand hier uit inhammen bestaat. Wel iets anders dan de brede
normandische stranden.
Na de lunch met de auto naar Le Croisic. Le Croisic is een sfeervolle badplaats
met een levendige haven. Aan de haven staan mooie huizen uit de 17e en 18e eeuw.
In het kleine kasteel d’Aiguillon is het gemeentehuis en het maritiem
museum gevestigd. De fraaie granieten kerk Notre Dame de Pitié stamt
uit de 15e eeuw. Er is hier een levendig handel in bretonse truien. Hierna naar
La Baule gereden. Een grote stad. Het heeft een van de drukste stranden van
de Atlantische kust. Langs het strand veel hoogbouw. Het kon ons allemaal niet
zo bekoren. Terug via Saille. In de zoutmoerassen wordt veel zout gewonnen.
Het systeem kwam ons bekend voor. Op Ile de Ré wordt dezelfde methode
gehanteerd.
Aan het eind van de middag met Beer uitgebreid langs het strand gelopen.
Le
Croisic: haven
La
Baule: Boulevard
Zaterdag
28-5-2011. Zonnig met een frisse wind, 16°.
Vandaag Guérande en Batz sur Mer bezocht. Guérande is
bekend vanwege zijn 'fleur de sel'. Dit Bretons zout voor fijnproevers wordt
gewonnen op de moerasvlakten van Guérande tot aan Le Croisic. De oude
stad heeft nog steeds een uit de middeleeuwen stammende stadsmuur. De hoofdpoort
St-Michel herbergt een streekmuseum. In het centrum van de stad staat de 12de-eeuwse
kerk Collégiale St-Aubin met gebrandschilderde ramen uit de 14de tot
16de eeuw. De oude geveltjes zijn mooi. In het stadje veel leuke winkeltjes.
Vandaag was het (zoals iedere dag hier) marktdag. Het oude centrum stond vol
met kraampjes.
Batz-sur-Mer is ook bekend vanwege de zoutwinning. Langs de wegen van de uitgestrekte
percelen van de ‘marais salant’ wordt het zout verkocht in twee
variaties: het gewone grove zeezout dat grijs van kleur is en het meer kostbare
fleur de sel, wit van kleur. Het is een gemoedelijk stadje. De kerk St. Guénolé
steekt er hoog boven uit. Het plaatselijk museum ‘Musée Intercommunal
des Marais Salants’ is geheel aan de zoutwinning gewijd.
Guérande:
St. Michelspoort
Guérande:
St. Aubinkerk met markt
Zondag
29-5-2011. Zonnig met een frisse wind, 20°.
Vandaag doorgereisd naar Ile de Noirmoutier. Rustige rit door de voormalige
moerassen van Bretagne. Om Noirmoutier te bereiken kun je kiezen tussen Le Gois,
een weg die bij eb droogvalt, en de brug. Wij hebben voor het laatste gekozen.
Op het eiland via een 4-baansweg naar onze bestemming Camping
les Moulins in La Guérinière.
De camping is nogal zanderig maar we hebben wel een goede plek gevonden. De
boel opgetuigd en na de koffie met den Beer naar het strand. Het strand is hier
prachtig met wit zand, rust en ruimte.
Na de lunch met de fiets naar het Noirmoutier en L’Ile. Het fietspad loopt
langs de drukke weg en dwars door een winkelcentrum. Noirmoutier en L’Ile
was een verademing. Het is een vriendelijk stadje en zelfs op zondag valt er
nog wat te beleven. We hebben het kasteel (met museum) en de St. Philibertkerk
bekeken. Daarna een rondje gemaakt en op een terras op de Place d’Ármes
een drankje genomen.
Noirmoutier
en L’Ile: Haven
Noirmoutier
en L’Ile: Kasteel
Maandag
30-5-2011. Wolken en wind, 17°.
Het is vandaag wat minder weer. Weinig zon gezien. ’s Morgens
op de fiets naar Le Bois de la Chaise, een bos achter Noirmoutier en l’Ile.
Heen een stevige wind tegen, het was beulen. In tegenstelling tot Ile de Ré
waar je prachtige fietspaden hebt, loopt het doorgaande fietspad hier langs
de doorgaande weg. Het bos behoort tot de weinige begroeiing op het eiland.
Le Bois de la Chaise is een leuk plekje. Er is een leuk strand met de bekende
strandhuisjes. In het bos staat nog een vuurtoren. Onder de toren is het huis
van de vuurtorenwachter en zijn vrouw. Op de terugweg brood gekocht in het centrum
van La Guérinière. Behalve de Spar en een kerkje is hier niet echt veel te beleven.
Na de lunch en de rust, weer op de fiets. Nu naar l’Epine, een buurstadje
van La Guérinière.
Le
Bois de la Chaise: Pier
Le
Bois de la Chaise: Vuurtoren
Dinsdag
31-5-2011. Wolken en wind, 17°.
Vandaag weer op reis. Vroeg uit Noirmoutier vertrokken. Rustige reis
door het wat saaie landschap van de Vendee Er zijn hier niet zoveel hoogtepunten.
Over de tolbrug waren we weer een beetje thuis. Ile de Ré doet knus aan.
De begroeiing en de dorpjes zijn wat vriendelijker dan op Ile de Norimoutier.
Om 11.30 uur waren we aan op camping
Tour des Prises in La Couarde sur Mer. De boel netjes opgezet want het is
de bedoeling dat we hier een week of 2 blijven staan.
Verder op de camping, wat baantjes getrokken in het verwarmde zwembad. Aan het
eind van de middag met Beertje naar “haar” strand. Ze was weer helemaal
thuis.
Ile de Ré, is een kilometer of vijfentwintig lang en tussen de honderd
meter en vijf kilometer breed. Oorspronkelijk waren het vier eilandjes (St.Martin,
Loix, Ars en Les Portes), die gescheiden waren door nauwe kanalen. Deze kanalen
zijn geleidelijk dichtgeslibd. Tot het eind van de 19e eeuw was zout het belangrijkste
product van het eiland. Tegenwoordig is Ile de Ré meer bekend om z'n
uitstekende oesters. Ook wordt er wijn verbouwd.
Ré wordt ook wel 'La Blanche' genoemd, naar de vele witte huizen op het
eiland. Door de brede zandstranden, de mooie en schone zee, de pittoreske vissersdorpjes
met haventjes en de oude cultuur is Ile de Ré geliefd bij toeristen.
Ré is een echt fietseiland.
La
Couarde
Frankrijk.
Onze
vliegende hond
Woensdag
1-6-2011. Zon, wolken en wind, 17°.
Corveedag. Omdat de koelkast leeg begint te raken eerst naar de supermarkt
in St. Martin de Ré. Saint Martin is de historische hoofdstad van Ile
de Ré. Rondom de kleine stad liggen 17e eeuwse vestingwerken gebouwd
door Vauban. De enige toegang tot de stad waren twee poorten, namelijk de Portes
de Toiras en de Porte des Campani, waar tegenwoordig slechts nog resten van
over zijn. De haven is schilderachtig met gezellige terassen. We waren trouwens
niet de enigen die het plan hadden opgevat om boodschappen te doen. Het was
ontzettend druk. Op de terugweg nog even bij de haven gestopt. Vanwege de harde
wind was het rustig.
De camping begint in rap tempo vol te lopen
Donderdag
2-6-2011. Zon, wolken en wind, 26°.
Het waait nog steeds flink. Het is wel warmer geworden. De camping
stond in de loop van de ochtend helemaal vol. Aan de poort hangt het bordje
“complet”. Het is een komen en gaan van jeugd op alle soorten fietsen
en stepjes. Het zwembad is ook overgenomen door de vrolijke kinderschare. Wij
zijn op de fiets naar Loix gegaan. Heen, met wind op de kop, was het een behoorlijke
trap. Loix is het schiereiland van het eiland. Via een slingerweg door de moerassen
kom je bij het haventje. Het dorp heeft zijn oorspronkelijkheid behouden. Het
leven draait om een gezellig marktplein en de St. Catharinakerk met zijn vierkante
toren. In het dorp alleen maar laagbouw: de bekende witte huizen met hun groene
luiken en de stokrozen.
De
haven van Loix
Den
Beer houdt niet van stadjes
Vrijdag
3-6-2011. Zon, wolken en wind, 26°.
We krijgen het leven op het eiland een beetje te pakken: fietsen wandelen
en heel veel boeken lezen. Het bevalt goed. Vandaag naar Ars en Ré. Op
het fietspad veel files. Vanuit de verte is het eerste wat je van het dorp ziet
de witte kerktoren met de zwarte torenspits. Dit is bedacht omdat de toren vroeger
als herkenningspunt diende voor de scheepvaart omdat er nog geen vuurtorens
waren. Het dorp wordt begrensd door de zee en door zoutmoerassen. Het leven
speelt zich af rond de haven met zijn cafés, kerk en de markt. Het stadje
bezit de grootste haven van het eiland.
Zaterdag 4-6-2011. Zon,
en wind, 29°.
’s Morgens eerst naar de supermarkt in La Couarde. Na de koffie naar
Le Bois Plage een half uurtje fietsen vanaf de camping. Dit dorp ligt tussen
de wijngaarden. De markt hier is de grootste van het eiland. Je kunt hier
van alles kopen.
Zondag
5-6-2011. Wolken 22°.
Vannacht hebben we een stevig onweer te verwerken gehad. Het is gelukkig
wat afgekoeld.
Op de fiets naar St. Martin. Het fietspad langs de zee genomen. De fietsen geparkeerd
en door de smalle winkelstraatjes naar de St. Martinuskerk gelopen. De kerk
is robuust. Vorig jaar hebben we hem nog beklommen.
Ars
en Ré: Kerk(vuur)toren
Le
Bois Plage: markt
St.
Martin de Ré: haven
Maandag
6-6-2011. Wolken, af en toe zon 17°.
De buurman meldde vanochtend in het
badhuis, dat hij iets miste, hij vond het zo rustig op de camping. De rust is
weer teruggekeerd en dat bevalt goed. Zelfs de dame achter de kassa van de Leclerc
vertelde dat ze blij was dat het zondag weer aan het normaliseren was op het
eiland. Ook de “brug” zal wel blij geweest zijn want die heeft de
hele dag een file te verwerken gekregen.
Vandaag uitgebreid door de “marais” gewandeld.
Dinsdag
7-6-2011. Motregen, later wolken en zon 17°.
De dag begon druilerig. ’s Middags langs het strand naar La Couarde
gewandeld. Het is een leuk stadje met kalme straatjes. Bij de kerk winkeltjes,
terrasjes en restaurants. In de stille straatjes de bekende witte huizen met
de groene luiken en de bloemen, vooral stokrozen.
Marais
La
Couarde: centrum
Woensdag
8-6-2011. Wolken en zon 19°.
We gaan op de fiets naar Les Portes en Ré. We gaan dit plaatsje voor
het eerst bezoeken. Via Ars en St. Clément komen we bij de vuurtoren.
In tegenstelling tot andere vuurtorens aan de kust, is de Phare des Baleines
niet vernoemd naar de plaats waar het staat. Deze vuurtoren is vernoemd naar
de Cetacea (walvissen, dolfijnen en bruinvissen) die vroeger vaak stranden op
deze kust. 5 kilometer verder, op het uiterste eind van het eiland, ligt Les
Portes. Het ligt tussen de zoutmoerassen en de stranden. Het is een bescheiden
dorpje. Langs de straten staan sobere geveltjes. Het Place de la Liberté
vormt het centrum.
Donderdag
9-6-2011. Bewolkt, later wat zon 17°.
Vandaag weer op de fiets. Het is voor het eerst bijna windstil. We zijn onderweg
naar La Flotte via de zuidkant van het eiland. Langs de weg maken dennenbomen
plaats voor wijngaarden en akkers. Dan komt La Flotte in zicht. In La Flotte
parkeren we de fietsen bij de haven. Daarna lopen we door de winkelstraatjes
naar de markt. Hier wordt weer van alles aangeboden. Tenslotte lopen we weer
naar het haventje. De haven ligt vol met honderden bootjes. Het doet met de
vele terrasjes eromheen erg idyllisch aan. De groene vuurtoren kijkt richting
de Vendée.
Doorkijkje
in Les Portes en Ré
La
Flotte
Vrijdag
10-6-2011. Bewolkt, later wat zon 17°.
Het weer valt vandaag wat tegen. Allereerst in Ste. Marie de Ré gestopt
en even door het dorpje gewandeld. Ooit hebben zich hier de Magayants gevestigd.
Het waren boeren die zich tevens met de visvangst bezig houden. Het vangen van
de vis deden ze op een speciale manier. Ze hadden een zgn. vissluis. Bij vloed
sloten ze deze sluis en bij eb lieten ze het water weglopen. De vis die achterbleef
was prooi voor deze eerste bewoners. Het dorpje stelt niet zo veel voor. Vervolgens
Rivedoux Plage, bij de tolbrug, bezocht. Ook hier weer de bekende witte huisjes
met de gekleurde luiken. Langs de haven geven ze een schilderachtig beeld. Op
de terugweg nog even bij het fort (de la Pree) en de Abbaye des Chateliers gestopt.
In de middeleeuwen is deze abdij gebouwd door de eerste monniken die het eiland
betraden. Zij hebben de wijnbouw opgezet en ook het winnen van zout uit de zee.
Zaterdag 11-6-2011. Bewolkt,
later wat zon 17°.
's Morgens op de fiets naar Le Bois Plage en Ré. Le Bois is een vriendelijk
dorp met een gezellig centrum. De naam zegt het al: dit dorp grenst aan de
ene kant aan het strand en de zee en aan de andere kant ligt een dennenbos.
Rond het stadje liggen ook veel wijnvelden. In Le Bois is de wijncoöperatie
van het eiland Ré gevestigd. De Rosé des Dunes en de Pineau Ilhréa (mix van
wijn en cognac) zijn de bekendste producten. De camping is trouwens weer goed
gevuld.
Zondag 12-6-2011. Regen
en wolken 17°.
Het is vandaag een druilerige dag. Tijdens een droge periode een
stukje in de buurt gewandeld.
Rivedoux:
de saxofonist
Maandag
13-6-2011. Woken en wat zon 21°.
's Morgens op de fiets naar St. Martin de Ré. 's Middags inpakken.
Morgen reizen we weer verder naar Ile d'Oléron.
Beertje
heeft het wel gehad met de regen
St.
Martin de Ré
Dinsdag 14-6-2011. Zon
27°.
Onderweg naar Ile d'Oléron. Bij La Rochelle was het druk.
Over drie grote bruggen naar Camping Le
Suroit in L'Ileau. Om 10.30 uur waren we aan. De wegen op Ile d'Oléron
waren een stuk drukker dan op Ile de Ré. We hebben een plekje uitgezocht
en de boel geïnstalleerd. Daarna even de omgeving van de camping verkend.
De camping grenst aan een zandstrand dat je via de duinen kunt bereiken. Den
Beer was gelijk enthousiast.
's Middags naar St. Pierre d'Oléron
voor de boodschappen.
L'Ileau:
het strand achter de camping
Woensdag
15-6-2011. Zon 26°.
Vanochtend bijtijds met Beertje naar het strand gegaan. HM hecht er hier aan
om dagelijks 2 maal te gaan baden. Na al haar rituelen zijn we een uurtje verder.
Tenslotte rolt ze nog een paar keer door het zeewier om haar vacht te conditioneren.
Daarna een rondje op de fiets. Eerst vanaf L’Ilaeu via de kustweg naar
La Cotinière. La Cotinière is een vissersdorp. Het centrum is
levendig met winkeltjes en terrasjes. In de haven veel vissersboten. Bij de
haven is ook een visafslag en een grote scheepswerf. Daarna doorgefietst naar
St. Pierre. Door het stadje gefietst op zoek naar een fietspad. Op de terugweg
nog even gestopt bij Chateau Bonnemie. Een knus gebouw midden in een mooi park.
St.
Pierre: Chateau Bonnemie
La
Cotinière
Donderdag 16-6-2011. Zon,
harde wind 21°.
De dag begon vandaag onstuimig. Tijdens de ochtendwandeling over
het strand was de lucht pikdonker. Gelukkig knapte het later op. Op de fiets
via Domina, Chaucre en Les Huttes naar St. Denis d’Oléron. De
weg voert door een prachtig duin- en boslandschap.
Ondanks dat het al half juni is, is het nog erg rustig in deze omgeving. Onderweg
komen we veel campings tegen. St. Denis is een behoorlijk staje met een gezellig
centrum De kerk is bezienswaardig. Het interieur deed wat Spartaans aan. Naast
de kerk was het vandaag markt. De jachthaven is moderen en huisvest veel zeiljachten.
Op de terugweg langs de vuurtoren van Chassiron, die op de noordpunt van het
eiland staat. Het gevaarte is 46 meter hoog en stamt uit 1836.
St.
Denis d'Oléron: Kerk
Zaterdag
18-6-2011. Storm en regenbuien 17°.
Vanochtend ondanks de wind op de fiets Saint Pierre d'Oléron
bezocht, een gezellig stadje in het midden van het eiland. Het stadje heeft
gezellige straatjes en een gigantisch marktplein. De lantaarn van de Doden en
de kerk met zijn vierkante toren zijn bezienswaardig. Als in de middeleeuwen
de pest of een andere besmettelijke ziekte heerste , ontstak men de Lanterne
des Morts of de lantaarn van de doden, om iedereen te waarschuwen dat er een
ziekte heerste.
Saint Pierre was, in de vorige eeuw, vanwege de centrale ligging en de geringe
afstand tot de havens van La Cotinière en Boyardville het centrum van
de handel in zout en brandewijn.
Vrijdag
17-6-2011. Storm en regen 21°.
Gisteren en vandaag een mierenplaag in de caravan gehad. In eerste
instantie geprobeerd om op een “mier-vriendelijke” wijze te verwijderen
met Ui maar dat hielp niet erg. Vandaag een spuitbus aangeschaft en de effecten
hiervan waren een stuk beter.
Na de ochtendwandeling op de fiets naar St. George d’Oléron. Met een stevige
wind in de rug waren we snel in Chéray, dat halverwege ligt. St. George d’Oléron
is een stil stadje. De fietsen in het centrum bij de overdekte markt geparkeerd.
De “halles” ziet er apart uit, hij stamt uit 1863. Een lokale timmerman
heeft het gebouw destijds vervaardigd. In de buurt staan de Kerk, het stadhuis
en een kasteel. Het kasteel Fournier is nu in gebruik als kliniek/bejaardentehuis.
St.
George d’Oléron: Kasteel Fournier
St.
Pierre d'Oléron: Laterne des Morts
Zondag
19-6-2011. Half bewolkt 19°.
Met de auto naar Le Chateau, Mia voor
de zondagsmarkt. Beer en ik gaan rondkijken. De haven van Le Chateau wordt intensief
gebruikt door oestervissers. Hij ligt aan de Estran, het zeegebied tussen Bourcefranc
en de punt van het eiland. Met de platte vaartuigen, plates genaamd, varen de
vissers tijdens eb naar de oesterbedden om de oesters die de leeftijd van vier
jaar bereikt hebben te oogsten.
Vanaf de Citadel heb je een prachtig uitzicht op de haven. Achter de boten staan
de gekleurde cabanes van de oestervissers. In de citadel ligt het kasteel van
Oléron. Het was één van de belangrijke strategische plekken voor de verdediging
van dit deel van het eiland. Vanaf 1673 heeft de ridder van Clairville het oude
kasteel uitgebreid naar een ontwerp van Vauban.
Uitzicht
op de haven van Le Chateau
Le
Chateau: Citadel Port Royal
Maandag
20-6-2011. Zonnig 21°.
Na de boodschappen even doorgereden naar Boyardville. Boyardville ligt
aan de zuidkust van Ile d’Oléron. Het heeft een leuke haven en
voor de kust ligt het Fort Boyard. Toen de
Engelsen in 1757 het eiland Aix hadden veroverd werd het duidelijk dat Rochefort,
de franse legerbasis, kwetsbaar was. Om die reden is het fort Boyard gebouwd.
Het Fort overbrugde de afstand die de kanonnen konden reiken, waardoor Rochefort
beschermd kon worden. Het elliptische Fort Boyard is 68 meter lang, 31 meter
breed, 20 meter hoog en heeft drie verdiepingen met in het midden een binnenplaats.
Het was vanochtend rustig in het stadje. In de vissershaven de bekende schepen
voor de oester-cultuur en de vissersschepen. Bij de plezierhaven zijn de loketten
waar je je kunt melden voor een boottocht naar Fort Boyard of Ile d'Aix.
Op de terugweg nog even in Sauzelle, een van de oudste dorpjes, gestopt. De
naam van dit dorp is afgeleid van "le Sau", het oud-franse woord voor
zout. De zoutzieders hebben tegenwoordig plaatsgemaakt voor de oesterkwekers.
Boyardville:
vissershaven
Dinsdag
21-6-2011. Half bewolkt 21°.
Vandaag doorgereden naar de Marais Poitevin. Langs de weg naar Rochefort
zagen we de ooievaarsnesten tussen de hoogspanningskabels. Een bijzonder gezicht
om 2 ooievaars op zo’n dwarsarm van een electriciteitsmast, hoog boven
het land, te zien zitten. Bij Surgères werden we op de weekmarkt getracteerd.
Het was er benauwd.
We waren vroeg aan op camping La Venise Verte
in Coulon. De boel opgezet en na de koffie gelijk richting Coulon gefietst.
Coulon is een prachtig dorpje het wordt doorsneden door de rivier de Sèvre.
De oude bourg is schilderachtig. De kerk valt op. Ook het Maison des Marais
Mouillés in het gebouw van de VVV is bezienswaardig. Hier wordt de klederdracht
en de traditionele levenskunst van de moerasbewoners in beeld gebracht.
Langs de Sèvre prachtige begroeiing en benijdenswaardige huizen.
Het Marais Poitevin, ook wel la Venise Verte (Groen Venetië) genoemd, is
een natuurgebied in het grensgebied van de Vendée, Deux-Sèvres
en de Charente-Maritime. Het gebied heeft een wirwar van waterwegen. Dit gebied
van water en planten is het op één na grootste natte gebied van
Frankrijk (na de Camargue). Je kunt hier fantastisch fietsen en wandelen. Desgewenst
kun je het gebied ook per boot verkennen.
’s Middags weer op de fiets gestapt. Via allerlei binnenweggetjes een
goed beeld van het gebied gekregen. Het was snoepen.
Marais
Poitevin
Coulon:
Kerk
Woensdag
22-6-2011. Half bewolkt met een flinke wind 21°.
Vannacht een heftig onweer te verwerken gekregen. De stroom is zelfs
uitgevallen. Ook vanochend was het weer niet best. Het regende pijpenstelen.
In de regen ingepakt en doorgereisd Naar camping
Les Nobis in Montreuil-Bellay. Het weer was hier gelukkig een stuk beter
dan op de vorige bestemming. Montreuil-Bellay ligt aan de Thouet. Het is een
historisch stadje dat wordt beheerst door het kasteel. In de buurt van het kasteel
prachtige kerken en een klooster. Een wandeling door het stadje brengt je ver
terug in de geschiedenis. Alles ademt hier historie. In het stadje restaurantjes
en winkeltjes van ambachtslieden. Na het stadje hebben we een prachtige wandeling
over de remparts gemaakt. Van de oude stadspoorten zijn er nog restanten van
De porte Nouvelle en de Porte St. Jean.
Het kasteel stamt uit de 11e eeuw.
Montreuil-Bellay:
Kasteel en Kerk ND
Montreuil-Bellay:
Thouet
Donderdag
23-6-2011. Half bewolkt 20°.
Vanochtend Thouars bezocht. De stad ligt 20 km zuidelijk van Montreuil-Bellay.
Het is een grote stad. Het historische centrum deed ons wat armoedig aan. Veel
winkels staan te koop of te huur. Er staan veel oude gebouwen. Het stadhuis
en de daarnaast gelegen kerk zijn mooi. Door de Rue du Chateau naar het kasteel
gewandeld. In deze straat staat een rijtje authentieke vakwerkhuizen. De huizen
er tegenover zijn naar eigen inzicht opgeknapt. Jammer. Het kasteel is enorm.
Eerst zie je een sierlijke kapel uit het begin van de 18e eeuw. Daarnaast ligt
het immense kasteel. Het wordt op dit moment verbouwd. Vanaf de hoogte bij het
kasteel heb je een prachtig uitzicht over de omgeving en de Thouet. Op de terugweg
nog de resterende wallen bekeken. De kerk St. Médard is bezienswaardig
(maar mag ook best gerestaureerd worden).
Thouars:
Kasteel
Thouars:
Rue du Chateau
Vrijdag 24-6-2011. Half
bewolkt 22°.
We hebben de reis wat aangepast omdat er dit weekend een groot zigeunerfeest
wordt gehouden in Parijs. Het zou kunnen dat de campings dag nogal vol staan.
Om die reden vandaag
doorgereisd naar Cherverny. Vanaf Saumur hebben we de weg langs de
Loire gevolgd. Het was wel een stukje om maar we hebben genoten van de mooie
uitzichten. Tegen de middag waren we aan op Camping
Les Saules in Cheverny. De boel opgezet en te voet een stukje in de omgeving
gewandeld. Het landschap ziet er goed uit. ’s Middags op de fiets naar
het Kasteel van Cheverny en het plaatsje Cour-Cheverny gefietst. Het kasteel
is in de klassieke stijl van de 17e eeuw gebouwd. Het heeft een eenvoudige
uitstraling. In de bijgebouwen wordt het museum van de Ruiterij gehuisvest.
De tuinen zijn symmetrisch aangelegd en sluiten aan op het park. Het is een
prachtig kasteel.
Het is teleurstellend dat het kasteel verstopt wordt achter hekken en hagen.
Je bent feitlijk verplicht om het kasteel te betreden om een beeld te krijgen.
Het
dorpje Cheverny valt ook niet te versmaden. Het kasteel overheerst het leven
maar er staat veel bezienswaardig.
Zeer bijzonder is het "kerkgebouw". In dit gebouw komen kerk en
staat bijeen omdat aan de zijkant van de kerk de Mairie is gesitueerd. Ook
beschikt de kerk over afdaken, de zgn. caquetoits. Deze afdaken zijn gebouwd
om de mensen na de mis de gelegenheid te geven om te "caqueter"
= kakelen of veel praten. De gesprekken gaan dan over de mis. Ook werden hier
justitiele zaken besproken.
Na al dit moois een flink stuk door de Sologne gewandeld.
Kasteel
van Cheverny
Cheverny:
kerk met het caquetoit
Zaterdag
25-6-2011. Zonnig 27°.
Vanochtend met de auto Blois bezocht. Blois ligt op een kilometer of
20 van Cheverny. De kathedraal steekt fier boven de oude Loire-brug uit. Aan
de andere kant van de brug ligt het voormalig bisschopelijk paleis met daarachter
het kasteel van Blois. De brug overgestoken en eerst door het historisch centrum,
richting de kathedraal gewandeld. Hier staan veel vakwerkhuizen. Via de straatjes
doorgelopen richting het kasteel. Hier werd de weekmarkt gehouden. Ook hier
weer veel bezienswaardigs. Via een trap naar naar het kasteel geklommen. Het
koninklijke kasteel van Blois is een meesterwerk uit de renaissance dat ook
nog middeleeuwse elementen bevat. Het was de favoriete verblijfplaats van de
Koningen van Frankrijk. Opvallend is, dat het kasteel niet over de Loire uitkijkt
zoals in bijv. Saumur of Amboise. Vanaf het terras Du Fois prachtige foto’s
genomen. Het uizicht over de stad is hier goed. Boven de poort van het kasteel
een beeld van een man te paard.
De merkwaardig grote trap op de binnenplaats van het kasteel, in de vleugel
van Frans I, valt direct op. Hij is is versierd met gebeeldhouwde salamanders
en monogrammen.
Het
kasteel van Blois, binnenplaats en trap van Fans I
Uitzicht
over Blois
Zondag
26-6-2011. Zonnig 32°.
Vandaag een erg warme dag. Verdergereisd naar Chartres.
Het was voor vandaag een korte reis. Voor elven stonden we al op de stadscamping
Des Bords de l' Eure. We hebben een mooie plek met schaduw van de bomen
gevonden. 's Middags door het park en de oude stad gewandeld. Chartres ligt
aan de Eure. De stad is bekend van de kathedraal. Deze kathedraal Notre-Dame
is een van de eerste meesterwerken van de gotische bouwkunst, waarbij een nieuwe
stijl en een nieuwe techniek werden toegepast. Het is een van de grootste katedralen,
voorzien van prachtig beeldhouwwerk en schitterende ramen. Hier bevindt zich
de grootste collectie gebrandschilderd glas van Frankrijk. Helaas stond hij
tijdens ons bezoek in de steigers.
Ook de Église St-Pierre heeft prachtige 14de-eeuwse ramen.
Chartres:
Kathedraal in de steigers
Chartres:
St. Pierre
Chartres:
oude stad en de Eure
Maandag 27-6-2011. Zonnig
32°.
We beleven tropische temperaturen. Onze Beer kan daar niet zo mee
omgaan. Besloten om maar snel naar huis te rijden. Vanochtend erg vroeg opgestaan
en erg vroeg vertrokken. Bij Chartres de tolweg genomen. In Parijs troffen
we een grote file, die erg veel tijd nam. In Boiry
Notre Dame op camping La Paille Haute overnacht.
Dinsdag
28-6-2011. Zonnig 32°.
Vandaag onderweg naar Zele. Bij Lille weer veel oponthoud.
De rest van de reis verliep vlekkeloos. Om 11.30 uur aan op camping
Groenpark. Het was weer een tropische dag. Van ons plan om een rondje om
het Donkmeer te gaan wandelen kwam daardoor weinig terecht. Den Beer prefereerde
de rust en de schaduw. 's Avonds onweer en eindelijk afkoeling.
Boiry
Notre Dame: camping
Beer
heeft het erg warm.......
Woensdag
29-6-2011. Wolken en zon 19°.
Het is gelukkig weer afgekoeld. De ochtendwandeling stelde onze Dame
zeer op prijs. Bijtijds uit Zele vertrokken. Vanwege allerlei oorzaken waren
er slechte prognoses voor de wegen in Nederland. Via de Liefkenshoektunnel langs
Antwerpen gereden en daarna Rotterdam aangehouden. Voor de middag waren we weer
thuis.