14 juni 2001. Donderdag, warm 25 graden.
Eindelijk vakantie. Onderweg naar Breda een grote file. Om 18.00 uur aankomst op camping Liesbos.
Campings
01. Breda
02. Beaugency
03. Sarlat
04. Argelès
05. Albon
06. Montigny le Roi
07. Maastricht
15 juni 2001. Vrijdag. Regenachtig 21 graden.
Om 09.30 uur uit Breda vertrokken met een waterig zonnetje. Gaande de dag betrok het weer. Rond 15.00 uur in een verschrikkelijke file rond Parijs. We logeren op camping municipal de Flux in Beaugency aan de Loire. Na het installeren te voet naar Beaugency. Vanaf de camping loop je over de Loire brug uit de 14e eeuw het stadje in. De historie komt je op elke straathoek tegemoet. Eigenlijk is het onvoorstelbaar dat ondanks de verwoestingen in de middeleeuwen en de 2e wereldoorlog er nog zoveel moois bewaard is gebleven in Beaugency. Wel werd het enorme kasteel in de loop der tijden tot een ruïne gereduceerd.
De stad maakt nog helemaal een middeleeuwse indruk met de enorme rechthoekige belfort uit de 11de-eeuw, de toren met uurwerk (overblijfsel van de vroegere vestingwerken), de 'duivelstoren' (deel van het versterkte bruggenhoofd), de in de 15de-eeuw door de graaf van Dunois gebouwde kasteel en het iets jongere renaissancestadhuis met geborduurde wandtapijten in het interieur. De kerk Notre-Dame behoorde tot de vroegere abdij, ook de toren St-Fermin is een overblijfsel van een vroegere kerk.
Ooit heeft er op deze brug nog een kapel gestaan voor de pelgrims die naar Santiago-de-la-Compostella in Spanje trokken.
Beaugency Eglise Abbatiale
16 juni 2001. Zaterdag. Harde wind, regen en wolken.
Na het ontbijt boodschappen gedaan bij Super U in Meung. ’s Middags naar Orlèans via Cléry St. André (klein stadje met een hele grote kerk). Orleans is een gezellige universiteitsstad. Er zetelt ook een bisschop. De kathedraal van de stad is indrukwekkend. De 2e wereldoorlog is aan deze stad niet voorbijgegaan. Orleans werd bijna in zijn geheel verwoest. Toch zijn er nog veel oude gevels te zien. In enkele delen van de oude binnenstad is, door de restauraties, de middeleeuwse sfeer bewaard gebleven.
Het centrum van de oude stad wordt gevormd door het Place du Martroi, waar een ruiterstandbeeld van Jeanne d'Arc staat. De bekendste bezienswaardigheid is de Cathédrale Ste-Croix uit 1278. De kathedraal bevindt zich aan de oostzijde van het Place du Martroi en werd gebouwd op de plaats van een oudere kerk uit de 10e eeuw. Een andere belangrijkste attractie is het Musée des Beaux Arts. Dit grote museum heeft een indrukwekkende collectie oude en moderne kunst.
Orleans

17 juni 2001. Zondag. Regen wolken en wind.
Om 09.30 uur vertrokken uit Beaugency. Alle Franse buren stonden te wachten tot we eindelijk zouden gaan vertrekken: “De mare van het motortje was heel snel over de camping gegaan”.
’s Morgens over de route nationale, door de Sologne naar Chateauroux gereden. Daar de A20 genomen, die tot Sarlat tolvrij was. Daarna over een hele slechte weg naar Sarlat. Eerst camping Aqua Viva bekeken (met heel veel aqua uit de lucht). Doorgereden naar Camping les Perières.

Sarlat
Sarlat

18 juni 2001. Maandag. Zon en af & toe een wolkje.
Uitgebreid Sarlat bezocht. Sarlat is een van de mooiste steden in de Dordogne. De belangrijkste kerk is de Saint-Sacerdos , tussen 1317 en 1790 een kathedraal met bisschoppelijke zetel. Zo druk als het centrum van Sarlat is, zo’n oase van rust en koelte is het in de kathedraal. Het gebied rond de kerk is interessant, de oude gebouwen tegenover de kerk en achter de kerk een kerkhof met grafstenen uit de 12e-15e-eeuw. Op de heuvel achter de kathedraal een fenomeen, Lanterne des Morts een kegelvormig gebouwde toren waarvan het doel niet duidelijk is. Wel heeft men ontdekt dat de benedenverdieping heeft gediend als dodenkapel..
Je kunt prachtig door de binnenstad wandelen en genieten van de sierlijke adellijke behuizingen en herenhuizen uit de 14de-17de-eeuw.

Als je door het stadje wandelt ontdekt je een aantal bijzondere verschijnselen van het oude Sarlat: trappen met spijlen, middeleeuwse fonteinen, loggia's, torentjes, wachttorentjes, ramen met vensterkruizen en gevels met middenstijlen.

19 juni 2001. Dinsdag, warm en zonnig, 26 graden.
Excursiedag. Vroeg onderweg naar Vitrac om het kasteel Montfort te bekijken en te genieten van de uitzichten over de Dordogne.
Hierna naar Roque Gageac (mooiste dorp van Frankrijk). Eerst een boottocht gemaakt over de Dordogne. Daarna door het stadje gewandeld.
La Roque-Gageac ligt aan de voet van een rots langs de Dordogne. La Roque-Gageac heeft een prachtig dorpsgezicht.. Het in de middeleeuwen versterkte dorp bezit enkele bezienswaardigheden, zoals de Jardin Gérard Dorin, het Manoir de Tarde en het Fort Troglodytique. Het Manoir de Tarde is een klein renaissanceslot en de voormalige residentie van Jean de Tarde. De in de 12de eeuw aangelegde grotvesting Fort Troglodytique is via een ladder achter het Manoir de Tarde te bereiken.
Verder naar Beynac. Beynac-et-Cazenac ligt tegen een rots in het dal van de Dordogne. Vanaf hier heb je een prachtig uitzicht over de kastelen van Fayrac, Les Milandes en Marqueyssac. De burcht van Beynac-et-Cazenac is indrukwekkend gelegen boven dit middeleeuws dorpje. Op een terras van Hotel le Chateau lekker geluncht.
Vervolgens naar les Eyzies de Tayac. Les Eyzies-de-Tayac ligt in het Vézèredal en wordt ook de 'hoofdstad van de prehistorie' genoemd. Boven het dal verheft zich een 50 tot 80 meter hoge rotswand met grotten die al in de prehistorie werden bewoond. In 1868 was het, na de vondst van cro magnonskeletten, met de rust in het stadje gedaan. Bezienswaardigheden: het Musée National de la Préhistoire, de Abri (schuilplaats) Pataud, de Abri du Cap Blanc, de Abri de Laugerie Haute, de Abri du Poisson, de Abri de Laugerie Basse en de rotsholen Le Moustier, La Micoque en La Ferrassie.
Vitract kasteel Montfort
La Roque Gageac
Beynac-et-Cazenac

20 juni 2001. Woensdag, heel warm en zonnig.
's Ochtends de markt in Sarlat bezocht. 's Middags naar Domme. Domme ligt op een heuveltop in het dal van de Dordogne. Domme was ooit een bolwerk van de Katharen. Het is een leuk plaatsje. Bezienswaardig is het centrum, maar ook de vestingmuren en de grotten onder de markthal van Domme. De grotten waren een wijkplaats tijdens vele oorlogen.

21 juni 2001. Donderdag. Warm en zonnig.
Tochtje gemaakt naar Rocamadour + Souillac. Rocamadour is een uiterst curieuze bedevaartplaats. In de middeleeuwen stroomden pelgrims naar de zwarte Madonna van Roc-Amadour, een Mariabeeld uit de 12de-eeuw. Boven Rocamadour, dat in de kloof van de Alzou tegen een rotswand opgetrokken ligt, verheft zich het 14de-eeuwse kasteel dat jevanuit het dorp over een Calvarieweg kunt bereiken. Vanaf een afstand lijkt Rocamadour uit de kalksteenrotsen te zijn gehakt. Wie de heilige Amadour feitelijk was is nog altijd onzeker. De ligging en bouw zijn zeer indrukwekkend. Als allerheiligst geldt de wonderkapel met de zwarte Madonna. Souillac is vooral een winkelstad. Bezienswaardig is de 12de-eeuwse abdijkerk Église Sainte-Marie De kerk heeft fraaie koepels.

Rocamadour

22 juni 2001. Vrijdag. Heel warm en zonnig.
Rustige dag op de camping. Luifel afgekoppeld. Rolhor gemaakt. Morgen naar Argelès sur Mer.

23 juni 2001. Zaterdag. Bewolkt en warm.
Om 09.30 uur vertrokken naar Argelés sur Mer. Aankomt om 17.30 uur. We logeren op camping La Massane (en die is lekker rustig).

Souillac Église Ste Marie

24 juni 2001. Zondag. Zomers 32 graden met onweer.
Argelés verkend. Argelès-sur-Mer is een leuk plaatsje met een wirwar aan straatjes, een kerk met een toren met kantelen, uit de 14e eeuw, vestingmuren, een traditionele markt, kunstnijverheid, feesten... Verder is er het reservaat Mas Larrieu. Vooral in het voorjaar is het hier prachtig. Het Catalaanse leven is bewaard gebleven in het museum "la Casa de les Albères". De oude binnenstad van Argelès is reuze gezellig. In het park van het Kasteel van Valmy en langs het kustpad en het strand kun je heerlijk wandelen. Vanaf het kasteel van Valmy heb je een fraai uitzicht over het dorp, het strand, de haven en de Albères. Het Kasteel is privébezit.

25 juni 2001. Maandag. Bewolkt.
Boodschappen gedaan in de Super U. Druk, druk, druk. Daarna een fietstocht naar St André (Jeugdsentiment). Daarna via Coullioure naar huis. Wat in Coullioure het het eerste opvalt is het Château Royal uit de 13e eeuw. Ook kerk Notre-Dame-des-Angos met de vuurtoren geeft het dorp een prachtig uiterlijk. De pittoreske straatjes zijn gezellig en kleurrijk. Ook Henri Matisse vond in Coullioure “de kleur en het licht”. Hij schilderde de haven en de oude vuurtoren. Hij was een van de eersten die getroffen werd door het mooie Catalaanse licht en de verbluffende kleuren. Bij het haventje en rond het kleine kiezelstrand is het prettig, het is alsof de tijd stil hier stil staat.

Coullioure
Perpignan

26 juni 2001. Dinsdag. Warm en zonnig.
’s Morgens naar het strand en ’s Middags na lunch en siesta een fietstochtje naar St Cyprien Plage. De weg naar St. Cyprien is leuk.

27 juni 2001. Woensdag. Bewolkt en fris.
De markt in Argelés bezocht. Daarna naar Perpignan. Perpignan is een prachtige stad. Overal wapperen de roodgele Catalaanse vlaggen. De stad ligt 13 kilometer van de Côte Vermeille. Vermoedelijk is deze stad ontstaan uit de Romeinse nederzetting. In de 13e eeuw was het de hoofdstad van het koninkrijk Mallorca en het kwam pas in 1659 definitief bij Frankrijk. Momenteel is het een bloeiende handelsstad met een duidelijk Catalaans karakter. Eén van de bezienswaardigheden is het paleis van de koningen van Mallorca. Verder zijn de Loge de la Mer (beursgebouw en maritiem gerechtshof), het poortgebouw le Catillet, het Musée Rigaud en de 14de eeuwse Cathédrale de St-Jean zeer bezienswaardig.

Salses
28 juni 2001. Donderdag. Wind en zon.
Salses bezocht. Het dorp Salses le Château ligt in de laagvlakte van de Roussillion om het fort te bezoeken. Het op een zeer strategische plek staande Fort de Salses is prachtig bewaard gebleven. De romeinse legioenen gebruikte de doorgang om zich naar Spanje te begeven. De sleutelpositie tussen Frankrijk en Spanje heeft hier nogal wat veldslagen veroorzaakt:. Het Fort de Salses, gebouwd door de Spanjaarden om de Fransen de weg te versperren was een van de eerste versterkingen in Europa die half ingegraven was.

29 juni 2001. Vrijdag. 33 graden en zon.
’s Morgens strand.’s Middags naar Ceret. Céret ligt aan de Tech. Het is een schilderachtig stadje. Er staat hier een museum met werken van de 'Fauves'. De 'Duivelsbrug' over de Tech uit de 14de eeuw is imposant. De boog heeft een spanwijdte van 45 meter. Céret, versierd zijn met roodgeel gestreepte vlaggen (de kleuren van Occitanië) is de stad van de kersen.

30 juni 2001. Zaterdag. 33 graden en heel zonnig.
Rustige dag. Corvee. Het leek wel of de mensen hier weken niet hadden gewinkeld. Er was zelfs een wachtregeling voor de betreding van de Supermarkt. ’s Middags naar het strand. Het wordt druk op de camping.

Céret "van de Kersen"
Elne

1 juli 2001. Zondag. Maand 31. Zonnig 33 graden.
’s Morgens gefietst: Plage Nord, Elne, la Tour, Elne en weer terug. Elne ligt aan de voet van de Alberès en de Pyreneeën. Beneden is het gezellig met winkeltjes, restaurantjes en cafés met terrasjes. De kathedraal werd in de 11e eeuw gebouwd in, wat nu de bovenstad wordt genoemd, op de overblijfselen van het oude Gallo-romeinse oppidum 'Illiberis' gebouwd. Elne was bisschopszetel van de Roussillon van de 6e tot begin van de 17e eeuw.

2 juli 2001. Maandag. Zonnig 33 graden.
Boodschappen en daarna een prachtige fietstocht gemaakt langs de Westkant van Argelès. ’s Middags naar het strand en ’s avonds uit eten. Er wordt op de camping gestolen.

3 juli 2001. Dinsdag bewolkt en warm.
Vandaag is het de beurt aan Narbonne. In de auto dus. Aangezet door de handel, lag Narbonne op het kruispunt van de zee- en landroutes en kende een periode van welvaart. Dit is nog zichtbaar in de constructie van de religieuze bouwwerken in de stad, waarvan de kathedraal Saint-Just-et-Saint-Pasteur uit de 13de en 14de eeuw een voorbeeld is (zie foto). Tegenwoordig wedijvert het met Béziers om de hegemonie in de wijnhandel. Andere bezienswaardigheden zijn onder andere de Chapelle de l'Annonciade met mooie wandtapijten uit de 17de en 18de eeuw, de Église Notre Dame de Lamourguié, het Romeins horreum, archeologische musea, musea van schone kunsten en het paleis van de aartsbisschop.

4 juli 2001. Woensdag. Koel en bewolkt.
Laatste volle dag in Argelès. Morgen weer naar huis. Rustig op de camping gebleven. Het strand was nix (harde wind en koud).

Narbonne

5 juli 2001. Donderdag. Veel wind en bewolking 35 graden.
Om 09.00 uur uit Argelès. Via de A9/A7 naar Albon (afslag Tain l’Hermitage). Rustige reis. We logeren op camping Chateau de Senaud in Albon. De camping ligt er prachtig bij. We hebben een plek met prachtig uitzicht.

6 juli 2001. Vrijdag. Half bewolkt 27 graden.
Om 09.15 vertrokken uit Albon. Via de snelweg naar Dijon. Daar de N74 genomen en via Langres naar Montigny le Roi gereden. De camping ligt redelijk hoog. Het is een goede camping.

7 juli 2001. Zaterdag. Wolken en regen. 22 graden.
Om 09.30 uit Montigny vertrokken. De bedoeling was Attert. Omdat het slecht weer was en we redelijk bijtijds waren, doorgereden naar de Dousberg in Maastricht. Er waren veel vrije plekken.

8 juli 2001. Zondag. Heel veel regen.
Laatste dag van de vakantie. In een giga-bui wakker geworden. Het bleef regenen. Na het corvee in de regen aangekoppeld en om 10.15 uur naar huis gereden. Aankomst 13.15 uur. Gelukkig was het bij aankomst droog geworden.

Maastricht Sint Servaasbrug

Dordogne